Musculoskeletale kinesitherapie 1
HC2: Frozen schoulder en RCRSP
Kader van de frozen shoulder --> driehoekig gedeelte dat vrij ligt in de schouder = rotator interval.
Bij een frozen shoulder, stijve schouder of adhesive capsulitis ontstaat er een ontsteking, vergroeiing
en verstijving van de weefsels in het schoudergewricht. Dat maakt de schouder stijf en pijnlijk
Rotator interval: - CHL = coracohumeral ligament
- LBT = long biceps tendon
- SSP = M. supraspinatus
- SSC = M. subscapularis
- MGHL = Middle glenohumeral ligament
- IGHL = Inferior glenohumeral ligament
Functie van rotator cuff (RC) = stabiliseren en centraliseren van de kop binnen de kom.
Level 1: Screening
→ Op wat ga je letten om een FS te identificeren?
1. Rode vlaggen:
a. Tumor, geschiedenis van kanker, onverklaarbaar gewichtsverlies/ vermoeidheid,…
b. Trauma, fractuur of een dislocatie, geen normale vorm, acute pijn,…
c. Neurologische problemen,…
2. Gele vlaggen
= Mentale zaken rond een probleem, kan je bevragen met vragenlijsten
a. Kinesiofobie, hoe gaat de patiënt om met zijn/haar probleem?
Roodheid kan je zien op de schouder, maar het is moeilijk om dit te linken aan een intern
schouderprobleem, omdat M. Deltoideus hier nog over ligt.
Nu bepalen of patiënt geschikt is voor kinesitherapie of deze nog voor onderliggende pathologiën
onderzocht moet worden bij een arts.
Level 2: Toegevoegd onderzoek
Fasen die je doorloopt als je patiënt klaagt
over last van zijn schouder:
Adhesive capsulitis = frozen shoulder
PT = physical therapy
1
,Frozen shoulder = hierbij is het kapsel betrokken. Het kapsel raakt ontstoken en trekt daardoor
samen. → Okselplooi wordt kleiner. → Bewegingsbeperking in het schoudergewricht.
Epidemiologie – prevalentie:
- Self-limiting => Het lost zich op zonder dat er een behandeling op wordt toegepast. FS is dit dus NIET
want een groot deel van de bevolking blijft er nog last van hebben, zelfs na 7 jaar. Het grootste herstel
treedt op in de beginfase en na verloop van tijd komt er een ‘plateau’ in het herstelproces voor.
- Vaak aan de niet-dominante kant van de patiënt.
- Lifetime prevalentie is 2-5% en 70% van de FS patiënten is vrouw + diabetici hebben verhoogde kans
- Gem. leeftijd 50 jaar
- 17% krijgt FS aan de contralaterale zijde binnen 5 jaar
Epidemiologie – risico factoren:
→ 3 soorten: systemisch, extrinsieke en intrinsieke risico factoren
comorbiditeiten = diabetes, hart- en vaatziekten,…
= Als iemand een FS heeft, dan zie je bij 80% van de mensen 1 of 2 comorbiditeiten. → Tegelijk
voorkomen van 2 of meerdere aandoeningen bij die persoon.
3 fases van de FS → deze kan je niet klinisch vaststellen enkel adhv MRI’s,…
2
,Hoe ziet de pathofysiologie eruit bij patiënten met een FS?
In de eerste fase (inflammatoire fase) heeft het passief mobiliseren van de schouder een
averechts/negatief effect (ook wel in fase 2). Het gaat dan zorgen voor een nog grotere
bewegingsbeperking. = contraproductief!
De echte definitie van een frozen shoulder:
(movement planes = bewegingsrichtingen)
Criteria om te bepalen of het wel of geen FS is. → Donkerblauw = WEL frozen shoulder!
Te kennen:
Subacromial impingement syndroom = SAPS is een verzamelnaam voor alle schouderpijn onder het
schouderdak.
- Meest voorkomende oorzaak van schouderklachten bij volwassenen → 60-70%
- Vooral zijwaarts heffen arm pijnlijk
- Pijn zit meestal aan voorzijde/anterieure zijde van schouder
3
, Rotator cuff related shoulder pain = RCRSP
= “Symptomen van pijn en tekenen van zwakte gerelateerd aan de rotator cuff
wanneer belast, en bewegingsgerelateerde schouderpijn zonder
significante stijfheid”.
→ Onderzoek van RCRSP:
= koude handen, tintelingen,…
!! Excludeer cervicale betrokkenheid !!
Onderzoek samengevat:
• Excludeer cervicale betrokkenheid
• Excludeer pijn secundair aan trauma => anamnese
• Excludeer frozen shoulder (significant verlies van ROM)
• Provoceer de typische pijn (pijn met belasting/testen tegen weerstand)
• Evalueer reactiviteitsniveau
• Gebruik symptoom-modificatieprocedures
→ FS: - patroonherkenning van FS (fases, leeftijd, progressie,…)
- ROM verlies (50% + 2*25%)
- ROM verlies richting (exorotatie)
- Effect van toevoegen capsulaire spanning (abductie)
→ Onderzoek van biceps:
4
HC2: Frozen schoulder en RCRSP
Kader van de frozen shoulder --> driehoekig gedeelte dat vrij ligt in de schouder = rotator interval.
Bij een frozen shoulder, stijve schouder of adhesive capsulitis ontstaat er een ontsteking, vergroeiing
en verstijving van de weefsels in het schoudergewricht. Dat maakt de schouder stijf en pijnlijk
Rotator interval: - CHL = coracohumeral ligament
- LBT = long biceps tendon
- SSP = M. supraspinatus
- SSC = M. subscapularis
- MGHL = Middle glenohumeral ligament
- IGHL = Inferior glenohumeral ligament
Functie van rotator cuff (RC) = stabiliseren en centraliseren van de kop binnen de kom.
Level 1: Screening
→ Op wat ga je letten om een FS te identificeren?
1. Rode vlaggen:
a. Tumor, geschiedenis van kanker, onverklaarbaar gewichtsverlies/ vermoeidheid,…
b. Trauma, fractuur of een dislocatie, geen normale vorm, acute pijn,…
c. Neurologische problemen,…
2. Gele vlaggen
= Mentale zaken rond een probleem, kan je bevragen met vragenlijsten
a. Kinesiofobie, hoe gaat de patiënt om met zijn/haar probleem?
Roodheid kan je zien op de schouder, maar het is moeilijk om dit te linken aan een intern
schouderprobleem, omdat M. Deltoideus hier nog over ligt.
Nu bepalen of patiënt geschikt is voor kinesitherapie of deze nog voor onderliggende pathologiën
onderzocht moet worden bij een arts.
Level 2: Toegevoegd onderzoek
Fasen die je doorloopt als je patiënt klaagt
over last van zijn schouder:
Adhesive capsulitis = frozen shoulder
PT = physical therapy
1
,Frozen shoulder = hierbij is het kapsel betrokken. Het kapsel raakt ontstoken en trekt daardoor
samen. → Okselplooi wordt kleiner. → Bewegingsbeperking in het schoudergewricht.
Epidemiologie – prevalentie:
- Self-limiting => Het lost zich op zonder dat er een behandeling op wordt toegepast. FS is dit dus NIET
want een groot deel van de bevolking blijft er nog last van hebben, zelfs na 7 jaar. Het grootste herstel
treedt op in de beginfase en na verloop van tijd komt er een ‘plateau’ in het herstelproces voor.
- Vaak aan de niet-dominante kant van de patiënt.
- Lifetime prevalentie is 2-5% en 70% van de FS patiënten is vrouw + diabetici hebben verhoogde kans
- Gem. leeftijd 50 jaar
- 17% krijgt FS aan de contralaterale zijde binnen 5 jaar
Epidemiologie – risico factoren:
→ 3 soorten: systemisch, extrinsieke en intrinsieke risico factoren
comorbiditeiten = diabetes, hart- en vaatziekten,…
= Als iemand een FS heeft, dan zie je bij 80% van de mensen 1 of 2 comorbiditeiten. → Tegelijk
voorkomen van 2 of meerdere aandoeningen bij die persoon.
3 fases van de FS → deze kan je niet klinisch vaststellen enkel adhv MRI’s,…
2
,Hoe ziet de pathofysiologie eruit bij patiënten met een FS?
In de eerste fase (inflammatoire fase) heeft het passief mobiliseren van de schouder een
averechts/negatief effect (ook wel in fase 2). Het gaat dan zorgen voor een nog grotere
bewegingsbeperking. = contraproductief!
De echte definitie van een frozen shoulder:
(movement planes = bewegingsrichtingen)
Criteria om te bepalen of het wel of geen FS is. → Donkerblauw = WEL frozen shoulder!
Te kennen:
Subacromial impingement syndroom = SAPS is een verzamelnaam voor alle schouderpijn onder het
schouderdak.
- Meest voorkomende oorzaak van schouderklachten bij volwassenen → 60-70%
- Vooral zijwaarts heffen arm pijnlijk
- Pijn zit meestal aan voorzijde/anterieure zijde van schouder
3
, Rotator cuff related shoulder pain = RCRSP
= “Symptomen van pijn en tekenen van zwakte gerelateerd aan de rotator cuff
wanneer belast, en bewegingsgerelateerde schouderpijn zonder
significante stijfheid”.
→ Onderzoek van RCRSP:
= koude handen, tintelingen,…
!! Excludeer cervicale betrokkenheid !!
Onderzoek samengevat:
• Excludeer cervicale betrokkenheid
• Excludeer pijn secundair aan trauma => anamnese
• Excludeer frozen shoulder (significant verlies van ROM)
• Provoceer de typische pijn (pijn met belasting/testen tegen weerstand)
• Evalueer reactiviteitsniveau
• Gebruik symptoom-modificatieprocedures
→ FS: - patroonherkenning van FS (fases, leeftijd, progressie,…)
- ROM verlies (50% + 2*25%)
- ROM verlies richting (exorotatie)
- Effect van toevoegen capsulaire spanning (abductie)
→ Onderzoek van biceps:
4