Deze uitgebreide samenvatting richt zich op het belang van motivatie in de
context van cognitieve gedragstherapie (CGT). De tekst behandelt verschillende
aspecten van motivatie, de hindernissen die motivatie kunnen belemmeren, en
praktische strategieën die therapeuten kunnen toepassen om patiënten te
helpen bij het veranderen van hun gedrag. Speciale aandacht wordt gegeven aan
de rol van motiverende gespreksvoering (MGV) en de fasen van therapie, met
nadruk op hoe deze elementen van invloed kunnen zijn op het therapeutische
proces binnen CGT.
Wat is motivatie?
Motivatie in de context van CGT kan worden gezien als de bereidheid en het
vermogen van de patiënt om gedragsveranderingen door te voeren. De tekst
beschrijft drie belangrijke elementen die de motivatie van een cliënt beïnvloeden:
1. Bereidheid tot gedragsverandering: Dit verwijst naar de openheid van
de cliënt om daadwerkelijk verandering teweeg te brengen in zijn of haar
gedrag.
2. Vertrouwen dat het kan: Dit betreft het geloof van de cliënt dat
verandering mogelijk is, vaak beïnvloed door eerdere ervaringen of steun
van de therapeut.
3. Gereedheid: De emotionele en cognitieve gereedheid om actie te
ondernemen en daadwerkelijk stappen te zetten richting verandering.
Motivatie is geen statisch concept; het verschilt per moment, situatie en gedrag.
Het is zowel intern (door persoonlijke overtuigingen en emoties) als extern (door
invloed van de omgeving of de therapeut) en kan door verschillende factoren
zoals de stijl van interpersoonlijke communicatie beïnvloed worden. Belangrijk is
dat motivatie geen persoonlijkheidskenmerk is, maar iets dat fluctueert en niet
stabiel is over de tijd. Dit maakt het essentieel om als therapeut flexibel en
adaptief te zijn in de benadering van de patiënt.
Hindernissen voor motivatie in CGT
In CGT zijn er verschillende obstakels die de motivatie van een patiënt kunnen
bemoeilijken. Deze hindernissen kunnen het veranderingsproces vertragen of