Samenvatting psychiatrie: van diagnose tot behandeling
Hoofdstuk 1: Psychiatrie en maatschappij
1.1 gek of ziek?
Deelterreinen of specialistische visies:
- biologische
- psychotherapeutische
- sociale
Beoordeling of gedrag normaal is hangt af van aantal criteria:
- Kenmerken van de beoordeelde persoon, zoals leeftijd, geslacht etc
- Tijd en plaats van het gedrag
- Waarden en normen van de heersende cultuur en tijdsgeest
Om te spreken over psychische stoornis:
- Stoornis moet ook bij andere als storend vastgesteld zijn.
- Moet geordend kunnen worden binnen het begrippenkader van de psychiatrie.
Wetenschappelijke consensus: meerdere deskundigen moeten op dezelfde conclusie kunnen komen
en het moet niet afhangen van een persoonlijk normenstelsel.
Ziekte kan men inhoud geven:
- Psychologische inhoud: beleving van ziek zijn
- Sociologische inhoud: de rol van ziek zijn
1.2 Wetenschap en praktijk
Psychopathologie: wetenschappelijke kennis die ten grondslag ligt aan de kunde van de
psychiatrische praktijk. Wetenschap van het psychisch lijden.
Medische model, in stappen:
A. Diagnose: karakteristieke eigenschappen, ongeacht mogelijke verklaring van stoornis
B. Verklaring: verkenning factoren die stoornis hebben veroorzaakt, uitgelokt, bevorderd of in
stand gehouden
C. Prognose: onderzoek gebaseerd op voorspelling mogelijk verloop, zowel natuurlijk verloop
als behandeling
D. Therapie: ontwerp en uitvoering van interventies met doel stoornis verdwijnen of verbeteren
E. Preventie: ontwerp en uitvoering van actieplan om stoornis te voorkomen (primaire
preventie), voorkoming resttoestanden (secundaire preventie) of nadelige gevolgen te
beperken (tertiaire preventie of revalidatie)
Werkterreinen:
- Ambulant of extramurale zorg: richt zich op cliënt in eigen woonomgeving, buiten kliniek
- Intramurale of klinische zorg: richt zich op opname voor behandeling
- Tussenvoorziening of vorm van semimurale zorg: richt zich op mensen waar ambulante zorg
onvoldoende is en klinische zorg niet noodzakelijk is: beschermde woonvormen
, - Overkoepeld ggz voorzieningen: verschillende vormen van zorg zijn per regio veelal
ondergebracht in overkoepeld ggz- organisaties
Stepped care:
A. Basis- ggz: huisarts werkt samen met praktijkondersteuner huisarts ggz. Lichtere psychische
problematiek
B. Generalistische basis- ggz: ernstigere problematiek of stoornis volgens dsm-5 stuurt de
huisarts hiernaar door.
C. Specialistische ggz: nog zwaardere, complexe of acute psychische stoornis
D. Hoog- specialistische ggz: zeer gespecialiseerde behandeling van specifieke problematiek
Hoofdstuk 2: Diagnose
2.1 classificatie: van symptoom tot syndroom
classificatie: naam geven en ordenen.
Psychische stoornissen worden geordend als syndromen.
Syndroom: groep of samenhangend geheel van symptomen in puur beschrijvende zin.
Symptoom: uiting, signaal of kenmerk van een psychische stoornis of syndroom.
- Hoofd symptoom: grote waarschijnlijkheid verwijzen naar specifieke stoornis
- Bij symptoom: beeld van stoornis volledig maken, maar bijkomstig zijn
Diagnose: de nauwkeurige vaststelling, onderscheiding en omschrijving van stoornissen.
2.2 indeling volgens DSM-5 en kritiek
Behoefte aan diagnostisch systeem moet beantwoorden aan twee basisprincipes:
- Ordening van psychische stoornis moet losstaan van mogelijke verklaringen
- Indeling moet steunen op heldere en ondubbelzinnige criteria, die bruikbaar zijn in
diagnostische praktijk en wetenschappelijk onderzoek
in DSM-5 zijn drie leidende principes te onderscheiden:
- Ontwikkelingsperspectief: naarmate stoornis vroeger in levensloop kan optreden, hoe meer
deze vooraan staat.
- Mate van verwantschap: gelijkenissen tussen symptomen en aanleg of kwetsbaarheid voor
ontwikkelen van de stoornis.
- Graad van ernst: bedoeld om betrouwbaarheid van diagnose te versterken.
2.3 systematisch onderzoek
Systematische ordering, zoals DSM-5 kan een hulpmiddel zijn om de enorme variatie in gestoord
menselijk gedrag overzichtelijker en begrijpelijker te maken.
In psychiatrie zijn drie soorten onderzoeksmethode:
2.3.1 diagnostisch interview
, hierbij is vertrouwelijk contact nodig, dit word gedaan door 2 kernbehoeftes:
- Cognitieve behoefte om te weten wat er aan de hand is en wat eraan gedaan kan worden.
Stellen van diagnose en gezamenlijk opstellen behandel plan.
- Affectieve behoefte om zich meer gesteund, gekend en begrepen te voelen. Door stellen
open vragen en erkenning te geven aan wat de problematiek voor gevolgen heeft voor
betrokkenen.
Anamnese: verzamelen gegevens van voorgeschiedenis op basis van eigen mededeling hierover.
Hetero- anamnese: aangevuld door ondervragen aan familie, kennis of andere zorgverleners.
Beoordeling van psychische toestand; directe vragen en observatie van gedrag van de cliënt.
2.3.2 Lichamelijke en psychodiagnostisch onderzoek
- Lichamelijk onderzoek: voor symptoom moet eerst organische verklaring gevonden worden.
- Psychodiagnostisch onderzoek: gebruik psychodiagnostische tests, vragenlijsten en
beoordelingsschalen.
Hoofdstuk 3: Verklaring
Verklaringen voor gestoord gedrag met als doel:
- Beslissen of het gedrag sociaal, moreel of wettelijk te verantwoorden is
- Geschiedenis van gedrag te begrijpen of toekomstige gedrag te voorspellen
- Gedrag te beïnvloeden, om te verdwijnen of te voorkomen
Psycho-educatie: uitwisselen informatie over aard en behandelopties van problematiek en hoe zij er
zelf mee om kunnen gaan, belang omdat:
- Noodzakelijk dat op basis van goeie informatie kunnen instemmen met stappen van
begeleiding
- Beter in staat tot deelname aan besluitvorming over inrichting van zorg, actief mee werken
aan eigen herstel en zelfmanagement
- Belangrijke bijdrage leveren aan begrip en acceptatie
De inhoud van psycho-educatie:
- Wat houd problematiek in?
- Hoe kan het ontstaan zijn?
- Het verloop van klachten is
- Wat zij zelf kunnen doen
- Wat de behandeling inhoud
3.1 Wat is de oorzaak?
Theorie: een systematisch geheel van ideeën die als verklaring gelden voor een groep verschijnselen
Theorieën kunnen we beoordelen op:
- Originaliteit: welk nieuw inzicht laat deze theorie toe?
Hoofdstuk 1: Psychiatrie en maatschappij
1.1 gek of ziek?
Deelterreinen of specialistische visies:
- biologische
- psychotherapeutische
- sociale
Beoordeling of gedrag normaal is hangt af van aantal criteria:
- Kenmerken van de beoordeelde persoon, zoals leeftijd, geslacht etc
- Tijd en plaats van het gedrag
- Waarden en normen van de heersende cultuur en tijdsgeest
Om te spreken over psychische stoornis:
- Stoornis moet ook bij andere als storend vastgesteld zijn.
- Moet geordend kunnen worden binnen het begrippenkader van de psychiatrie.
Wetenschappelijke consensus: meerdere deskundigen moeten op dezelfde conclusie kunnen komen
en het moet niet afhangen van een persoonlijk normenstelsel.
Ziekte kan men inhoud geven:
- Psychologische inhoud: beleving van ziek zijn
- Sociologische inhoud: de rol van ziek zijn
1.2 Wetenschap en praktijk
Psychopathologie: wetenschappelijke kennis die ten grondslag ligt aan de kunde van de
psychiatrische praktijk. Wetenschap van het psychisch lijden.
Medische model, in stappen:
A. Diagnose: karakteristieke eigenschappen, ongeacht mogelijke verklaring van stoornis
B. Verklaring: verkenning factoren die stoornis hebben veroorzaakt, uitgelokt, bevorderd of in
stand gehouden
C. Prognose: onderzoek gebaseerd op voorspelling mogelijk verloop, zowel natuurlijk verloop
als behandeling
D. Therapie: ontwerp en uitvoering van interventies met doel stoornis verdwijnen of verbeteren
E. Preventie: ontwerp en uitvoering van actieplan om stoornis te voorkomen (primaire
preventie), voorkoming resttoestanden (secundaire preventie) of nadelige gevolgen te
beperken (tertiaire preventie of revalidatie)
Werkterreinen:
- Ambulant of extramurale zorg: richt zich op cliënt in eigen woonomgeving, buiten kliniek
- Intramurale of klinische zorg: richt zich op opname voor behandeling
- Tussenvoorziening of vorm van semimurale zorg: richt zich op mensen waar ambulante zorg
onvoldoende is en klinische zorg niet noodzakelijk is: beschermde woonvormen
, - Overkoepeld ggz voorzieningen: verschillende vormen van zorg zijn per regio veelal
ondergebracht in overkoepeld ggz- organisaties
Stepped care:
A. Basis- ggz: huisarts werkt samen met praktijkondersteuner huisarts ggz. Lichtere psychische
problematiek
B. Generalistische basis- ggz: ernstigere problematiek of stoornis volgens dsm-5 stuurt de
huisarts hiernaar door.
C. Specialistische ggz: nog zwaardere, complexe of acute psychische stoornis
D. Hoog- specialistische ggz: zeer gespecialiseerde behandeling van specifieke problematiek
Hoofdstuk 2: Diagnose
2.1 classificatie: van symptoom tot syndroom
classificatie: naam geven en ordenen.
Psychische stoornissen worden geordend als syndromen.
Syndroom: groep of samenhangend geheel van symptomen in puur beschrijvende zin.
Symptoom: uiting, signaal of kenmerk van een psychische stoornis of syndroom.
- Hoofd symptoom: grote waarschijnlijkheid verwijzen naar specifieke stoornis
- Bij symptoom: beeld van stoornis volledig maken, maar bijkomstig zijn
Diagnose: de nauwkeurige vaststelling, onderscheiding en omschrijving van stoornissen.
2.2 indeling volgens DSM-5 en kritiek
Behoefte aan diagnostisch systeem moet beantwoorden aan twee basisprincipes:
- Ordening van psychische stoornis moet losstaan van mogelijke verklaringen
- Indeling moet steunen op heldere en ondubbelzinnige criteria, die bruikbaar zijn in
diagnostische praktijk en wetenschappelijk onderzoek
in DSM-5 zijn drie leidende principes te onderscheiden:
- Ontwikkelingsperspectief: naarmate stoornis vroeger in levensloop kan optreden, hoe meer
deze vooraan staat.
- Mate van verwantschap: gelijkenissen tussen symptomen en aanleg of kwetsbaarheid voor
ontwikkelen van de stoornis.
- Graad van ernst: bedoeld om betrouwbaarheid van diagnose te versterken.
2.3 systematisch onderzoek
Systematische ordering, zoals DSM-5 kan een hulpmiddel zijn om de enorme variatie in gestoord
menselijk gedrag overzichtelijker en begrijpelijker te maken.
In psychiatrie zijn drie soorten onderzoeksmethode:
2.3.1 diagnostisch interview
, hierbij is vertrouwelijk contact nodig, dit word gedaan door 2 kernbehoeftes:
- Cognitieve behoefte om te weten wat er aan de hand is en wat eraan gedaan kan worden.
Stellen van diagnose en gezamenlijk opstellen behandel plan.
- Affectieve behoefte om zich meer gesteund, gekend en begrepen te voelen. Door stellen
open vragen en erkenning te geven aan wat de problematiek voor gevolgen heeft voor
betrokkenen.
Anamnese: verzamelen gegevens van voorgeschiedenis op basis van eigen mededeling hierover.
Hetero- anamnese: aangevuld door ondervragen aan familie, kennis of andere zorgverleners.
Beoordeling van psychische toestand; directe vragen en observatie van gedrag van de cliënt.
2.3.2 Lichamelijke en psychodiagnostisch onderzoek
- Lichamelijk onderzoek: voor symptoom moet eerst organische verklaring gevonden worden.
- Psychodiagnostisch onderzoek: gebruik psychodiagnostische tests, vragenlijsten en
beoordelingsschalen.
Hoofdstuk 3: Verklaring
Verklaringen voor gestoord gedrag met als doel:
- Beslissen of het gedrag sociaal, moreel of wettelijk te verantwoorden is
- Geschiedenis van gedrag te begrijpen of toekomstige gedrag te voorspellen
- Gedrag te beïnvloeden, om te verdwijnen of te voorkomen
Psycho-educatie: uitwisselen informatie over aard en behandelopties van problematiek en hoe zij er
zelf mee om kunnen gaan, belang omdat:
- Noodzakelijk dat op basis van goeie informatie kunnen instemmen met stappen van
begeleiding
- Beter in staat tot deelname aan besluitvorming over inrichting van zorg, actief mee werken
aan eigen herstel en zelfmanagement
- Belangrijke bijdrage leveren aan begrip en acceptatie
De inhoud van psycho-educatie:
- Wat houd problematiek in?
- Hoe kan het ontstaan zijn?
- Het verloop van klachten is
- Wat zij zelf kunnen doen
- Wat de behandeling inhoud
3.1 Wat is de oorzaak?
Theorie: een systematisch geheel van ideeën die als verklaring gelden voor een groep verschijnselen
Theorieën kunnen we beoordelen op:
- Originaliteit: welk nieuw inzicht laat deze theorie toe?