Pedagogiek hoorcollege 3: Pedagogische stromingen
De samenleving als cultuurhistorische context
Ontzuiling en individualiteit -> Tot 1960 was Nederland Verdeeld in zuilen. (4 zuilen zijn;
liberaal, protestants, Katholiek en sociaaldemocraat). Door die ontzuiling leren
kinderen.
(Super) diversiteit -> Onze samenleving Is diverse geworden. Door het wegvallen van de
zuilen wordt de diversiteit versterkt.
Risicomaatschappij en maakbare samenleving -> Onze maatschappij zoekt risico's op om
ze te vermijden. Bijv. Kind van 3 maanden is te dik en moet op dieet, want als het niet
gebeurt, is het mogelijk dat hij op latere leeftijd Obesitas heeft. (Risico's opsporen op
jonge leeftijd). VVE is voorschoolse educatie. Voorbereiding op het onderwijs anders is
de 'kans' groot dat de kinderen achterlopen.
Proto-professionaliteit -> Niet alleen professionals beschikken over pedagogische kennis,
maar ook opvoeders beschikken ook over die professionele informatie door middel van
bijv. Tijdschriften en magazines. Dit zorgt er voor dat ouders zich heel er veel zorgen
maken over het opvoeden. Ze voelen zich schuldig en vinden dat ze iets niet goed doen.
Hyper parenting -> Ouders die continu bezig zijn met opvoeden. Bijv. Naar klassieke
muziek luisteren op een zondag omdat het zogenaamd de brein stimuleert.
Opvoeding heeft economisch belang -> Bijv. Voor onzekere ouders boeken over
zogenaamde goede opvoeding.
Digitalisering van de leefwereld -> In de afgelopen jaren is de wereld veranderd. Bijv.
Facebook, Instagram, snapchat, WhatsApp en hier zijn de kinderen van tegenwoordig
ook mee bezig.
4 transities (sinds Januari 2015):
-> Jeugdwet (Alle gemeenten zijn verantwoordelijk voor alle vormen van jeugdhulp)
-> Participatiewet (Die vindt eigenlijk dat zoveel mogelijk mensen moeten meedoen in de
samenleving. Bijv. Eigen boterham kunnen verdienen. Ze moeten in staat zijn om hun eigen
zaken op orde te stellen -> zelfstandig).
-> WMO (wet maatschappelijke ondersteuning).
-> Wet op passend Onderwijs. (Scholen zijn verplicht om voor de leerlingen te zorgen. ->
Zorgplicht).
De cultuur pedagogische kwestie
Wat is het goede dat wij uit onze cultuur aan de volgende generatie willen overdragen?
Waarom?
Hoe?
Wanneer?
Wie?
Waar?
Dit is de kernvraag in de pedagogiek. Het antwoord is eenvoudig omdat de wereld eentonig
is. De vraag wordt pas gesteld wanneer er niet één goede antwoord is. Dit omdat door
verschillen van opvattingen ieder een andere een betekenis hecht aan ‘de waarheid’.
Opvoeden als inleiden in betekenissen
Berding en pols zien het inleiden in de wereld zoals die vanzelfsprekend is voor de opvoeder.
Hij vindt dat je de culture betekenissen niet moet opleggen op de kinderen. ( Bijv. Jij moet
homoseksualiteit accepteren zonder het kind de ruimte geven om ze eigen waarde en
normen te ontwikkelen. Het kind moet de mogelijkheid hebben om zelf een mening te
vormen).
De taak van de pedagogische professionals is..
De samenleving als cultuurhistorische context
Ontzuiling en individualiteit -> Tot 1960 was Nederland Verdeeld in zuilen. (4 zuilen zijn;
liberaal, protestants, Katholiek en sociaaldemocraat). Door die ontzuiling leren
kinderen.
(Super) diversiteit -> Onze samenleving Is diverse geworden. Door het wegvallen van de
zuilen wordt de diversiteit versterkt.
Risicomaatschappij en maakbare samenleving -> Onze maatschappij zoekt risico's op om
ze te vermijden. Bijv. Kind van 3 maanden is te dik en moet op dieet, want als het niet
gebeurt, is het mogelijk dat hij op latere leeftijd Obesitas heeft. (Risico's opsporen op
jonge leeftijd). VVE is voorschoolse educatie. Voorbereiding op het onderwijs anders is
de 'kans' groot dat de kinderen achterlopen.
Proto-professionaliteit -> Niet alleen professionals beschikken over pedagogische kennis,
maar ook opvoeders beschikken ook over die professionele informatie door middel van
bijv. Tijdschriften en magazines. Dit zorgt er voor dat ouders zich heel er veel zorgen
maken over het opvoeden. Ze voelen zich schuldig en vinden dat ze iets niet goed doen.
Hyper parenting -> Ouders die continu bezig zijn met opvoeden. Bijv. Naar klassieke
muziek luisteren op een zondag omdat het zogenaamd de brein stimuleert.
Opvoeding heeft economisch belang -> Bijv. Voor onzekere ouders boeken over
zogenaamde goede opvoeding.
Digitalisering van de leefwereld -> In de afgelopen jaren is de wereld veranderd. Bijv.
Facebook, Instagram, snapchat, WhatsApp en hier zijn de kinderen van tegenwoordig
ook mee bezig.
4 transities (sinds Januari 2015):
-> Jeugdwet (Alle gemeenten zijn verantwoordelijk voor alle vormen van jeugdhulp)
-> Participatiewet (Die vindt eigenlijk dat zoveel mogelijk mensen moeten meedoen in de
samenleving. Bijv. Eigen boterham kunnen verdienen. Ze moeten in staat zijn om hun eigen
zaken op orde te stellen -> zelfstandig).
-> WMO (wet maatschappelijke ondersteuning).
-> Wet op passend Onderwijs. (Scholen zijn verplicht om voor de leerlingen te zorgen. ->
Zorgplicht).
De cultuur pedagogische kwestie
Wat is het goede dat wij uit onze cultuur aan de volgende generatie willen overdragen?
Waarom?
Hoe?
Wanneer?
Wie?
Waar?
Dit is de kernvraag in de pedagogiek. Het antwoord is eenvoudig omdat de wereld eentonig
is. De vraag wordt pas gesteld wanneer er niet één goede antwoord is. Dit omdat door
verschillen van opvattingen ieder een andere een betekenis hecht aan ‘de waarheid’.
Opvoeden als inleiden in betekenissen
Berding en pols zien het inleiden in de wereld zoals die vanzelfsprekend is voor de opvoeder.
Hij vindt dat je de culture betekenissen niet moet opleggen op de kinderen. ( Bijv. Jij moet
homoseksualiteit accepteren zonder het kind de ruimte geven om ze eigen waarde en
normen te ontwikkelen. Het kind moet de mogelijkheid hebben om zelf een mening te
vormen).
De taak van de pedagogische professionals is..
