Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien 4.2 TrustPilot
logo-home
Resume

Samenvatting-histologie

Note
-
Vendu
1
Pages
90
Publié le
07-11-2024
Écrit en
2023/2024

Dit document bevat een samenvatting van histologie. Daarnaast zijn er verklaringen van begrippen en afbeeldingen om het studeren te vergemakkelijken. Het document bevat de antwoorden voor de openvragen die gekend moeten zijn voor het examen.

Montrer plus Lire moins











Oups ! Impossible de charger votre document. Réessayez ou contactez le support.

Infos sur le Document

Livre entier ?
Oui
Publié le
7 novembre 2024
Nombre de pages
90
Écrit en
2023/2024
Type
Resume

Aperçu du contenu

Histologie
Les 1: inleiding
Organen zijn opgebouwd uit verschillende weefsellaagjes:
Vb. tunica mucosa: slijmvlieslaag. Deze bedekt de binnenkant van de organen.
- Locatie: de slokdarm, darm, binnenkant mondholte
- Functie: maagzuur en enzymen produceren.

Lumen: holte van het orgaan. Deze is afgelijnd door cellen, deze bevatten veel slijm -> zorgt
ervoor dat de inhoud van de maag, het maagzuur, de andere cellen niet gaat betasten.
- Het lumen is altijd afgelijnd door epitheel

Weefseltypen:
- Epithelen: grenzen aan een lumen/buitenwereld
• Bedekkende epitheelen
▪ (Pseudo)meerlagig – eenlagig.
Meerlagig epithelen beschermen het onderliggende weefsel voor de
bacteriën die van buitenaf komen.
Eenlagig epitheel: hier kunnen stoffen uitgewisseld worden. Zitten op
plaatsen waar er een dunne maar stevige laag nodig is
▪ Plaveisel – kubisch – cilindrisch
Hoe hoger het epitheel ligt, hoe meer celorganellen er aanwezig zijn.
• Klierepitheel: secretieproductie (= hormoonproductie)
- Bindweefsels
• Strictu sensu: bindt verschillende delen met elkaar
▪ Kraakbeen, bot, bloed, …
- Spierweesels: zorgen voor contractie (= samentrekking van de spieren -> beweging).
• Willekeurig: skeletspier (zitten aan de spieren
• Onwillekeurig: hartspier (zit in de wand van het hart), gladde spier (bij de
organen.)
- Zenuwweefsel: zorgt voor communicatie in het lichaam.
• Sensorisch: doorgeven van informatie
• Motorisch: Aansturen van spieren, klieren

Welke fysiologische processen vinden plaats in een dunne darm?
- Passage van voedselbolus
- Opname van voedingsstoffen
- Peristaltiek: het bewegen van voedselborus in de darm.
- Transport en verdedigingsmechanismen.
- Beschadiging en herstel.

Hoe moet een dunne darm opgebouwd zijn (welke weefsels komen hierin voor)?
- Lumen: zorgt voor het doorglijden van voedselbolus.
- Slijmbekercel: productie van slijm
- Darmvlokken/villi: uitstulpingen van de darm. Zichtbaar met het blote oog, in de
darm. Functie: zorgen ervoor dat het oppervlak 10 maal vergroot wordt.

, - Microvilli: uitstulpingen aan het oppervlak van de cel. Zijn niet waarneembaar met
het blote oog. Functie: 10-20 maal vergroten van het oppervlak.
- Eenlagig epitheel: absorptie en afgifte van voedingsstoffen. Deze voedingsstoffen
worden naar de onderliggende weefsels gebracht, en vervolgens naar het bloedbaan.
Celorganellen (hoog-cilindrische cellen): het vervoeren van voedingsstoffen van het
epitheel naar de bloedbaan.
- Lymfevaten: vervoeren van voedingsstoffen (vb. vetten).
- Spierweefsel: het bewegen van de voedselborus in de darmwand.
• Onwillekeurig glad spierweefsel: je kan de darm niet zelf aansturen.
• Het voedselborus moet bewegen van de orale naar de anale kant. -> 2
spierlagen nodig: circulair (mee met de dwarsdoorsnede van het lumen) en
longitudinaal (loopt me met de overlangse doorsnede van het lumen).
- Zenuwweefsel: in de wand van de dunne darm. Zorgt voor het aansturen van de
contractie en signalen.
- Bloedvaten en witte bloedcellen: Transport en verdedigingsmechanismen.
- Er vinden celdelingen in de krypten, weg van het lumen: hier vindt mitose plaats.
Hier bevinden zich stamcellen die het epitheel kunnen hernieuwen.

Overlangse doorsnede: de snijrichting is in de lengte
Dwarsdoorsnede: doorsnede loodrecht op de lengterichting. (Rond)

Verschil overlangse doorsnede en dwarsdoorsnede:
De externe spierlaag bestaat uit een binnenste en een buitenste spierlaag. De binnenste
spierlaag is altijd de circulaire spierlaag en de buitenste spierlaag loopt longitudinaal
spierlaag.

Welk weefsel lijnt het lumen af? Epitheel.
In het maageptiheel zijn er alleen slijmnapscellen: beschermende functie + productie van
slijm.
In de dunne darm zijn er de aflijnende cellen met microvilli (de enthylocyten) en
slijmbekerscellen: productie mucus om de voedselbolus meer glijd baar te maken.

Welke microscopische structuren zijn er nodig voor de opname van voedingsstoffen?
- Microvilli
- Villi/darmvlokken
- Lymfevaten
- Endotheelcellen: een deel van de cellen die opgenomen worden, worden afgegeven
aan de bloedbaan.

Welke weefsels zijn nodig voor de peristaltiek in de darm?
- Glad spierweefsel
- zenuwweefsel

, Les 2: epithelen
Epithelen: bedoelt om dingen af te lijnen of secreet te produceren.
- Lijnen vooral lumina (= holten in de organen) af.
Deze vormen de eerste lijn/weefsel waarmee iets in contact komt.
- Zorgen ervoor dat ons lichaam bedekt is.
o De huid: contact met de buitenwereld; er moet een barrière.

Bedekkende epithelen: zorgen voor de bescherming van de onderliggende weefsels en de
regulatie van de opwarming.
- Deze gaan dingen bedekken/afnamen
Klierepitheel: dit zijn klieren die behoren tot de epithelen.

Epithelen bestaan uit 1 of meerdere lagen van epitheelcellen.
➔ Er is een onderliggende laag waar de eerste epitheellaag op rust = basaalmembraan
Cellen sluiten heel dicht bij elkaar aan en zijn heel goed met elkaar verbonden <- er moet
een barrière gevormd kunnen worden.
➔ Er is weinig matrix tussen de epithelen. (Matrix: een stof die tussen/buiten de cellen
zit => extracellulaire matrix).
➔ Er is een nauwe spleten tussen de epitheelcellen, die ervoor zorgen dat
weefselvloeistof ertussen kan plaatsvinden -> diffusie kan plaatsvinden.

Er zijn intercellulaire verbindingen: verbindingen tussen de cellen.

Het onderliggende laag voor epitheel is bindweefsel.
Basaalmembraan: de grens tussen bindweefsel en intercellulaire
verbindingen.

Er zitten geen bloedvaten in het epitheelweefsel.
- De epitheelcellen zijn alleen afhankelijk van de bloedvaten die onder het epitheel
liggen in het bindweefsel.
• Gebeurt door diffusie van zuurstof en voedingsstoffen uit onderliggende
weefsels.

Cytoskelet zorgt voor de stevigheid van de cel en dat deze hun vorm behouden.
- Wordt gevormd door keratine
Alle epitheelcellen produceren keratine-eiwitten. (Deze is epitheel specifiek).
- Functie keratine-eiwittten:
• Vormen van keratinefilamenten (= intermediaire filamenten). -> bepalen
morfologische van het cytoskelet.
• Rol in keratinisering en verhoorning

Epitheelcellen zijn gepolariseerd. Dit betekent dat ze verschillende
zijden/domeinen hebben:
- Basale zijde: een zijde die wijst naar het basaalmembraan.
- Apicale zijde: naar het lumen toe, naar de buitenwereld toe.
Aan de andere kant van de basale zijde.
- Laterale zijde: de laterale kanten.

, Scheiding apicale domein en basolaterale domein door zonula occludens (tight junctions).

De apicale zijde: wijst naar het lumen (de holte van de organen).
- Staat in contact met de stoffen die van buitenaf komen of zorgt ervoor dat de stoffen
verwijderd worden.
➔ De apicale kant heeft oppervlaktespecialisaties:
• Microvilli: kleine structuren aan de oppervlakte van de cellen, deze zijn niet
zichtbaar.
▪ <-> dramvlokken/villi: deze zijn wel zichtbaar bij het opensnijden van
de darm.
▪ Het membraan van de cel volgt de vorm van de microvilli. ->
oppervlaktevergroting
▪ Uitstulpingen van de oppervlakte van de cel, dit zijn echt
oppervlaktevergrotingen -> worden gesteund door cytoskelet -
gedeelte, actine-filamenten (behoren tot de microfilamten van het
cytoskelet).
Terminaal web: verbinding tussen de filamenten waardoor deze samen
blijven. -> ontstaan bundels -> ontstaan microvillus en deze zakt niet
in. Hierdoor kunnen microvilli uit het oppervlak steken.
De actinefilamenten zijn de donkere bolletjes in het midden van de
microvilli en de rand is de glycocalyx: wordt gevormd door eiwitten
en koolhydraten die eruit steken.

De microvilli bevinden zich in de staafjeszoom, deze zijn hier niet van elkaar te
Onderscheiden.

Soort epitheel: eenlagig cilindrisch
epitheel
Zwarte pijl = slijmprop van slijmbekercel
Roze pijl: staafjeszoom (hier bevinden zich
microvili)



Terminaal web: een netwerk van
actinefilamenten in het cytoplasma.
Het terminaal web is verbonden met de
zonula adhaerens -> stabilisatie van
microvili + actinefilamenten kunnen als 1
geheel reageren.


• Stereocilia: zorgen voor oppervlaktevergroting
▪ Deze zijn langer dan microvilli
▪ De actine-filamenten zijn niet mooi geordend zoals bij de microvilli.
▪ Komen niet op veel plaatsen voor: in de bijbal, ter hoogte van de
zintuigen (gehoor,zicht,…).
▪ Deze zijn statisch -> bewegen niet!!

Faites connaissance avec le vendeur

Seller avatar
Les scores de réputation sont basés sur le nombre de documents qu'un vendeur a vendus contre paiement ainsi que sur les avis qu'il a reçu pour ces documents. Il y a trois niveaux: Bronze, Argent et Or. Plus la réputation est bonne, plus vous pouvez faire confiance sur la qualité du travail des vendeurs.
bernaemin Universiteit Antwerpen
Voir profil
S'abonner Vous devez être connecté afin de suivre les étudiants ou les cours
Vendu
55
Membre depuis
1 année
Nombre de followers
1
Documents
24
Dernière vente
1 semaine de cela

4,3

4 revues

5
2
4
1
3
1
2
0
1
0

Pourquoi les étudiants choisissent Stuvia

Créé par d'autres étudiants, vérifié par les avis

Une qualité sur laquelle compter : rédigé par des étudiants qui ont réussi et évalué par d'autres qui ont utilisé ce document.

Le document ne convient pas ? Choisis un autre document

Aucun souci ! Tu peux sélectionner directement un autre document qui correspond mieux à ce que tu cherches.

Paye comme tu veux, apprends aussitôt

Aucun abonnement, aucun engagement. Paye selon tes habitudes par carte de crédit et télécharge ton document PDF instantanément.

Student with book image

“Acheté, téléchargé et réussi. C'est aussi simple que ça.”

Alisha Student

Foire aux questions