DATA
1. Datum huwelijk
Art 1399 BW
Van belang voor de voorhuwelijkse goederen en schulden
2. Datum feitelijke scheiding
In principe niet van belang
tenzij de rechter oordeelt op basis van billikheidsredenen om met bepaalde schulden gemaakt tijdens de feitelijke
scheiding geen rekening te houden. Art. 1278 Ger.W Voorwaarden: uitzonderlijke omstandigheden ( vb: enorme
uitbreiding zaak), aan de rechtbank worden voorgelegd, het moet billijk zijn. De goederen moeten wel
geconcretiseerd worden. CASS 21/11/1980: rechter kan ook oordelen dat met geen enkel goed/schuld tijdens
feitelijke scheiding rekening mag gehouden worden.
ART 1278 Ger.W. geen oplossing voor verdwenen goederen die er tijdens feitelijke scheiding wel nog waren maar bij
ontbinding verdwenen zijn.
CASS 14/11/2013: wanneer een echtgenoot net voor de inleiding van de eis gelden afhaalt van de rekening dan
wordt vermoed dat deze handeling in strijd is met het belang van het gezin . Afhalende echtgenoot moet het
tegendeel bewijzen. = concurentieel bestuur van gemeenschapsvermogen
3. Datum eerste eis ES
Referentie datum: ontbinding gemeenschap op vlak van de goederen door terugwerking. en start post
communautaire onverdeeldheid. Hier eindigt de vergoedingsrekening en begint de beheersrekening te lopen.
HVC 2005: tussentijdse hervatting van huwelijkse leven tussen 2 vorderingen doet geen afbreuk aan principe dat
huwelijk vermogensrechtelijk ontbonden wordt op datum EERSTE eis. Zo wordt er rekening gehouden met een
verdachte periode. TENZIJ het tot een verzoening heeft geleid: afgeschaft. Je kan wel altijd afstand doen van het
geding. ART 826 GER. W.
ART 1436 BW: De intresten beginnen ook te lopen op de verschuldigde vergoedingen.
4. Datum vonnis ES
Geen belang
Pas op als er in beroep wordt gegaan => datum arrest nemen
Op deze datum moet men zich plaatsen om de omvang van de huwelijksgemeenschap te bepalen
5. Datum KVG ES
Start van de woonstvergoeding
Art 1278, 1 GER.W Echtscheiding tussen echtgenoten op vlak van persoonlijke plicht (ART 213 BW)
6. Datum overschrijving ES
Belang voor de notaris: start verdeling: er is geen verdeling zonder ontbinding ART 1430 BW
Art 1278, 1 Ger.W. Ontbinding huwelijk tegenover derden
Intresten: intresten beginnen te lopen vanaf eerste eis ES. ART 1436 BW:
Berekening intrest:
- Recentste dag- verste datum
1
, - aantal dagen x ( percentage per maand/ 365)
Geen rekening houden met schrikkeljaar
ACTIVA
ART 1405 §2 BW: alle goederen die op het moment van de ontbinding in het vermogen van de echtgenoten zit wordt vermoed
gemeenschapsgoederen te zijn. TENZIJ tegendeel bewezen is. CASS 18 Maart 2011Vermoeden van gemeenschap MAAR kan
weerlegd worden.
Bewijs tegendeel: op basis van ART 1399, 1400, 1401, 1402,1407, huwelijkscontract ( enkel tegenover derden is de
bewijswaarde onzeker bij huwelijkscontract)
Je mag niet weigeren iets aan de gemeenschap toe te kennen omwille van fiscale redenen
Art. 1278 Ger.W. Activa die reeds aanwezig waren voor het huwelijk NIET in gemeenschap. OOK NIET de bijhorende schulden
CASS 28/02/2012: echtgenoten moeten alles aangeven bij de boedelbeschrijving ook al denken ze dat het tot hun eigen
vermogen hoort
ART 546 BW: je bezit voor het huwelijk een grond en tijdens huwelijk bouw je er samen een huis op. Eigendom door
natrekking
ART 1400,5 BW, 1402,1404 BW: BELEGGING EN WEDERBELEGGING
Voor onroerende goederen: in akte van aankoop akte van wederbelegging + meer dan ½ betaald met eigen geld + afkomst
moet uit eigen goed zijn
Vervroegde wederbelegging: OG aangekocht met gemeenschapsgelden maar kwalificatie EIGEN wanneer je binnen 2 jaar
terugbetaald.
Voor roerende goederen: geen verklaring wederbelegging maar wel meer ½ eigen gelden.
Wat bij vermenging: eigen geld is niet meteen belegd en even op rekening geplaatst => vermoeden gemeenschappelijk
zolang het geld voldoende traceerbaar is en het eigen karakter niet verloren is gegaan en de wil om met het geld een
wederbelegging voldoende blijkt
ART 1405, 3 BW: ouders storten op rekening => gemeenschappelijk indien niets specifiek bepaald.
ART 1401 § 1 BW: EIGEN: persoonsgebonden goederen zoals juwelen en kleren en verzamelingen TENZIJ als beleggingsgoed
met hoge economische waarde => EIGEN met vergoedingsplicht of gemeenschappelijk. HOF BEROEP BRUSSEL:eigen
wanneer voor elke verjaardag ring aan vrouw ( geen investering)
2
1. Datum huwelijk
Art 1399 BW
Van belang voor de voorhuwelijkse goederen en schulden
2. Datum feitelijke scheiding
In principe niet van belang
tenzij de rechter oordeelt op basis van billikheidsredenen om met bepaalde schulden gemaakt tijdens de feitelijke
scheiding geen rekening te houden. Art. 1278 Ger.W Voorwaarden: uitzonderlijke omstandigheden ( vb: enorme
uitbreiding zaak), aan de rechtbank worden voorgelegd, het moet billijk zijn. De goederen moeten wel
geconcretiseerd worden. CASS 21/11/1980: rechter kan ook oordelen dat met geen enkel goed/schuld tijdens
feitelijke scheiding rekening mag gehouden worden.
ART 1278 Ger.W. geen oplossing voor verdwenen goederen die er tijdens feitelijke scheiding wel nog waren maar bij
ontbinding verdwenen zijn.
CASS 14/11/2013: wanneer een echtgenoot net voor de inleiding van de eis gelden afhaalt van de rekening dan
wordt vermoed dat deze handeling in strijd is met het belang van het gezin . Afhalende echtgenoot moet het
tegendeel bewijzen. = concurentieel bestuur van gemeenschapsvermogen
3. Datum eerste eis ES
Referentie datum: ontbinding gemeenschap op vlak van de goederen door terugwerking. en start post
communautaire onverdeeldheid. Hier eindigt de vergoedingsrekening en begint de beheersrekening te lopen.
HVC 2005: tussentijdse hervatting van huwelijkse leven tussen 2 vorderingen doet geen afbreuk aan principe dat
huwelijk vermogensrechtelijk ontbonden wordt op datum EERSTE eis. Zo wordt er rekening gehouden met een
verdachte periode. TENZIJ het tot een verzoening heeft geleid: afgeschaft. Je kan wel altijd afstand doen van het
geding. ART 826 GER. W.
ART 1436 BW: De intresten beginnen ook te lopen op de verschuldigde vergoedingen.
4. Datum vonnis ES
Geen belang
Pas op als er in beroep wordt gegaan => datum arrest nemen
Op deze datum moet men zich plaatsen om de omvang van de huwelijksgemeenschap te bepalen
5. Datum KVG ES
Start van de woonstvergoeding
Art 1278, 1 GER.W Echtscheiding tussen echtgenoten op vlak van persoonlijke plicht (ART 213 BW)
6. Datum overschrijving ES
Belang voor de notaris: start verdeling: er is geen verdeling zonder ontbinding ART 1430 BW
Art 1278, 1 Ger.W. Ontbinding huwelijk tegenover derden
Intresten: intresten beginnen te lopen vanaf eerste eis ES. ART 1436 BW:
Berekening intrest:
- Recentste dag- verste datum
1
, - aantal dagen x ( percentage per maand/ 365)
Geen rekening houden met schrikkeljaar
ACTIVA
ART 1405 §2 BW: alle goederen die op het moment van de ontbinding in het vermogen van de echtgenoten zit wordt vermoed
gemeenschapsgoederen te zijn. TENZIJ tegendeel bewezen is. CASS 18 Maart 2011Vermoeden van gemeenschap MAAR kan
weerlegd worden.
Bewijs tegendeel: op basis van ART 1399, 1400, 1401, 1402,1407, huwelijkscontract ( enkel tegenover derden is de
bewijswaarde onzeker bij huwelijkscontract)
Je mag niet weigeren iets aan de gemeenschap toe te kennen omwille van fiscale redenen
Art. 1278 Ger.W. Activa die reeds aanwezig waren voor het huwelijk NIET in gemeenschap. OOK NIET de bijhorende schulden
CASS 28/02/2012: echtgenoten moeten alles aangeven bij de boedelbeschrijving ook al denken ze dat het tot hun eigen
vermogen hoort
ART 546 BW: je bezit voor het huwelijk een grond en tijdens huwelijk bouw je er samen een huis op. Eigendom door
natrekking
ART 1400,5 BW, 1402,1404 BW: BELEGGING EN WEDERBELEGGING
Voor onroerende goederen: in akte van aankoop akte van wederbelegging + meer dan ½ betaald met eigen geld + afkomst
moet uit eigen goed zijn
Vervroegde wederbelegging: OG aangekocht met gemeenschapsgelden maar kwalificatie EIGEN wanneer je binnen 2 jaar
terugbetaald.
Voor roerende goederen: geen verklaring wederbelegging maar wel meer ½ eigen gelden.
Wat bij vermenging: eigen geld is niet meteen belegd en even op rekening geplaatst => vermoeden gemeenschappelijk
zolang het geld voldoende traceerbaar is en het eigen karakter niet verloren is gegaan en de wil om met het geld een
wederbelegging voldoende blijkt
ART 1405, 3 BW: ouders storten op rekening => gemeenschappelijk indien niets specifiek bepaald.
ART 1401 § 1 BW: EIGEN: persoonsgebonden goederen zoals juwelen en kleren en verzamelingen TENZIJ als beleggingsgoed
met hoge economische waarde => EIGEN met vergoedingsplicht of gemeenschappelijk. HOF BEROEP BRUSSEL:eigen
wanneer voor elke verjaardag ring aan vrouw ( geen investering)
2
