Samenvatting Meten en observeren

OLP : Meten en observeren
Hoofdstuk 1: Operationaliseren
Inleiding constructen/concepten

concept: een algemeen aanvaarde collectie van betekenissen of karakteristieken van
gebeurtenissen, objecten, situaties en gedrag.
→ kunnen variëren in hoe abstract ze zijn

construct: meer abstracte concepten (vb. motivatie, intelligentie, leiderschap,
leerstijlen,...)
→ concepten die we zelf construeren maar die niet onmiddellijk tastbaar zijn,
theorieën nodig om ze te begrijpen

Van concept naar operationele definitie

conceptuele definitie: conceptueel kader of theoretisch kader, helder
omschrijven/afbakenen over hoe concepten gedefinieerd zijn in jouw onderzoek, hoe
moet jouw onderzoek gerelateerd worden aan bestaand onderzoek over dezelfde
fenomenen

operationele definitie: vastleggen hoe je een bepaald concept of construct meetbaar
maakt




1.1. Wat verstaan we operationaliseren: Het vertalen van een (abstract) concept in de wijze waarop je het
onder operationaliseren? wenst vast te stellen of te meten.
= meetbaar maken

,1.2. Meten als breed meten: een waarde toekennen vanuit een vaststelling
begrip
Binnen MOB → Metingen die resulteren in variabelen
- numerieke variabelen
- nominale variabelen
- ordinale variabelen




1.3. Wanneer meten we → de vraag naar kwaliteitscriteria om uitspraken te doen over de operalisatie van
goed? concepten in onderzoek
- Betrouwbaarheid
- Validiteit

Validiteit: niet instrumenten op zich zijn valide, maar wel de interpretatie van de interne validiteit
resultaten en de conclusies die we op basis van een instrument trekken externe validiteit
→ grondleggers: Cronbach, Meehl, Messick, Kane constructvaliditeit
→ geen kenmerk van een instrument, maar wel van wat je als onderzoeker met de
resultaten doet
→ argument-gebaseerde-benadering van Kane
= het is je taak als onderzoeker om een goed onderbouwde set van argumenten →empirische evidentie,
te geven waarom je als onderzoeker vindt dat bepaalde beslissingen en logische evidentie, evidentie
conclusies valide zijn, gegeven het instrumentarium dat je hanteerde die we uit eerder onderzoek
meenemen

,
, → moderne manier van denken over validiteit
→ focus ligt op kritische aspecten

Betrouwbaarheid: vaststellingen, observaties of scores zijn betrouwbaar als je kan
aantonen dat je onder gelijkaardige omstandigheden tot zeer vergelijkbare scores
zou komen = herhaalbaarheid
→ noodzakelijke voorwaarde om te kunnen spreken van validiteit
→ herhaalbaarheid kan gaan over verschillende aspecten:
- tijd
- verschillende beoordeelaars
- verschillende taken
→ gaat niet enkel over instrument, maar over de hele procedure achter het meten



1.4. Welke tools tot meten in sociale media → zeer breed scala aan meetinstrumenten
hebben we?
3 zeer vaak gehanteerde methoden: Voorbeelden van andere
- observeren methoden (p12-14)
- vragenlijst (zelfrapportage is vragenlijst over zichzelf) - logboeken
- toetsen - oogbewegingen
- fysiologische meting
→ interessant om meerdere meetmethoden te combineren (= trianguleren van - sociometric badge
metingen)
- rijkere informatie
- de zwaktes van een bepaalde meetmethode worden gecompenseerd
door de sterktes van een andere meetmethode

Hoofdstuk 2: Observeren

2.1. Waarom observeren? observeren stelt ons in staat om op een zeer directe manier data te verzamelen in
‘live’ situaties
→ vooral goede methode om onderzoek te doen naar gedrag en processen
→ zeer veel verschillende vormen van observeren

indirecte manieren: interviews & vragenlijsten
→ veel vertekenende factoren (p15)
- interpretatieproblemen
- onvolledigheidsprobleem
- geheugenprobleem
- sociaal wenselijk antwoordgedrag