Naam en achternaam, studentnummer
Klascode
Opdracht O1: Verdiep je in begeleidingsmogelijkheden voor specifieke (leer- en ontwikkelings)
problematiek
Voor deze opdracht heb ik gekozen voor leerling A. Vanuit mijn stagebegeleider werd er aan mij
gevraagd om haar te ondersteunen bij het lezen. Tijdens de wekelijkse ondersteuning heb ik gemerkt
dat er een leesachterstand aanwezig kon zijn. Dit heb ik gelijk met mijn begeleider besproken en
werd officieel ook geconstateerd. We hadden namelijk gekeken naar haar leerling dossier (bron 1) en
gezien wanneer en waarom zij een leesachterstand is gaan ontwikkelen. In haar dossier zaten toets
gegevens, persoonlijke gegevens en observaties van groep 3 (overdracht).
Zij heeft op een gegeven moment anderhalve maand aan onderwijs moeten missen wegens privé
omstandigheden. Momenteel hoort ze op leesniveau M4 te zitten, maar zit onder M3. Daarnaast is
het bekend dat er thuis onvoldoende wordt gelezen. Dit heb ik gehoord van zowel haar moeder en
mijn begeleider. Thuis heeft leerling A namelijk concentratieproblemen en lukt het niet om
zelfstandig te lezen en/of met haar ouders.
Zo zie je dus dat er gelijk al meerdere factoren kunnen zijn voor een achterstand. Maar, om dit
overzichtelijker te maken zal ik mij in deze opdracht verdiepen in het problematiek en hier meer over
gaan vertellen. Daarbij ga ik 3 bronnen gebruiken. Net heb ik er al een besproken en dat was het
leerling dossier. Straks zal ik ook een bron van het internet gebruiken en natuurlijk ook een
studieboek op het vakgebied ontwikkelingspsychologie. Na dit gedaan te hebben, zal ik ook vertellen
hoe ik een leerling kan begeleiden met het specifieke leerproblematiek in een klassensituatie.
Eerst zal ik beginnen met de vraag: ‘’Wat houdt een achterstand in?’’
Een achterstand houdt in dat het kind achterloopt ten opzichte van de gemiddelde leerling. Het
‘’gemiddelde’’ kind is namelijk op dezelfde tijd begonnen, heeft dezelfde stof gekregen en is dezelfde
leeftijd. In dit geval staat het lezen centraal. Dat betekent dat leerling A niet op hetzelfde niveau kan
lezen als haar mede klasgenoten.
Daarnaast komt natuurlijk de vraag: ‘’Hoe weet ik of er een achterstand is?’’
Op school kan het gesignaleerd worden door middel van observaties, methode-toetsen,
leerlingvolgsysteemtoetsen (bijv. CITO) en hoe het kind in de klas is. Soms kan het zijn dat een kind
alsnog een achterstand kan inhalen. Pas op het punt dat er wordt gezien dat het kind dit niet
zelfstandig kan doen, wordt er ingegrepen. Het is dus belangrijk dat de juf of meester er verstand van
heeft en het kind goed in de gaten houdt.
Ten slotte nog de vraag: ‘’Hoe kan een achterstand ontstaan?’’
Er zijn een paar factoren, die de achterstand kunnen bevorderen:
- De school: een kind krijgt niet goed les (bijv. niet genoeg aandacht en moeite die in de
ondersteuning wordt gestopt)
- Het kind: persoonlijkheid, motivatie of concentratieproblemen
- De achtergrond van het kind: ouders, vrienden, de buurt waar hij/zij woont.
Bron 2: https://www.onderwijsconsument.nl/leerachterstand/
Klascode
Opdracht O1: Verdiep je in begeleidingsmogelijkheden voor specifieke (leer- en ontwikkelings)
problematiek
Voor deze opdracht heb ik gekozen voor leerling A. Vanuit mijn stagebegeleider werd er aan mij
gevraagd om haar te ondersteunen bij het lezen. Tijdens de wekelijkse ondersteuning heb ik gemerkt
dat er een leesachterstand aanwezig kon zijn. Dit heb ik gelijk met mijn begeleider besproken en
werd officieel ook geconstateerd. We hadden namelijk gekeken naar haar leerling dossier (bron 1) en
gezien wanneer en waarom zij een leesachterstand is gaan ontwikkelen. In haar dossier zaten toets
gegevens, persoonlijke gegevens en observaties van groep 3 (overdracht).
Zij heeft op een gegeven moment anderhalve maand aan onderwijs moeten missen wegens privé
omstandigheden. Momenteel hoort ze op leesniveau M4 te zitten, maar zit onder M3. Daarnaast is
het bekend dat er thuis onvoldoende wordt gelezen. Dit heb ik gehoord van zowel haar moeder en
mijn begeleider. Thuis heeft leerling A namelijk concentratieproblemen en lukt het niet om
zelfstandig te lezen en/of met haar ouders.
Zo zie je dus dat er gelijk al meerdere factoren kunnen zijn voor een achterstand. Maar, om dit
overzichtelijker te maken zal ik mij in deze opdracht verdiepen in het problematiek en hier meer over
gaan vertellen. Daarbij ga ik 3 bronnen gebruiken. Net heb ik er al een besproken en dat was het
leerling dossier. Straks zal ik ook een bron van het internet gebruiken en natuurlijk ook een
studieboek op het vakgebied ontwikkelingspsychologie. Na dit gedaan te hebben, zal ik ook vertellen
hoe ik een leerling kan begeleiden met het specifieke leerproblematiek in een klassensituatie.
Eerst zal ik beginnen met de vraag: ‘’Wat houdt een achterstand in?’’
Een achterstand houdt in dat het kind achterloopt ten opzichte van de gemiddelde leerling. Het
‘’gemiddelde’’ kind is namelijk op dezelfde tijd begonnen, heeft dezelfde stof gekregen en is dezelfde
leeftijd. In dit geval staat het lezen centraal. Dat betekent dat leerling A niet op hetzelfde niveau kan
lezen als haar mede klasgenoten.
Daarnaast komt natuurlijk de vraag: ‘’Hoe weet ik of er een achterstand is?’’
Op school kan het gesignaleerd worden door middel van observaties, methode-toetsen,
leerlingvolgsysteemtoetsen (bijv. CITO) en hoe het kind in de klas is. Soms kan het zijn dat een kind
alsnog een achterstand kan inhalen. Pas op het punt dat er wordt gezien dat het kind dit niet
zelfstandig kan doen, wordt er ingegrepen. Het is dus belangrijk dat de juf of meester er verstand van
heeft en het kind goed in de gaten houdt.
Ten slotte nog de vraag: ‘’Hoe kan een achterstand ontstaan?’’
Er zijn een paar factoren, die de achterstand kunnen bevorderen:
- De school: een kind krijgt niet goed les (bijv. niet genoeg aandacht en moeite die in de
ondersteuning wordt gestopt)
- Het kind: persoonlijkheid, motivatie of concentratieproblemen
- De achtergrond van het kind: ouders, vrienden, de buurt waar hij/zij woont.
Bron 2: https://www.onderwijsconsument.nl/leerachterstand/
