TWEEDE ACADEMIEJAAR, EERSTE SEMESTER
Inhoud
0. Inleiding.................................................................................................... 3
0.1 Spanningsvelden....................................................................................................... 3
1. Ethiek........................................................................................................ 4
1.1 Invalshoeken.......................................................................................................... 4
1.2 Sociaal werk is een ethisch beroep.........................................................................4
2. Descriptieve ethiek....................................................................................6
2.1 Inleiding, belang van mensbeeld...............................................................................6
2.1.1 Ethiek als descriptie............................................................................................. 6
2.1 Wantrouwend mensbeeld.......................................................................................... 7
2.1.1 Wantrouwen in de psychologie (micro niveau)....................................................7
2.1.2 Wantrouwen in de sociologie (meso/macro niveau).............................................8
2.1.3 Wantrouwen in de filosofie..................................................................................8
3.1.4 Wat te doen met te wantrouwen medemens?.....................................................9
2.2. Vertrouwensvol mensbeeld.....................................................................................10
2.2.1 Rousseau: vrije en goede mensen.....................................................................10
2.2.2 Niets dierlijks is ons vreemd..............................................................................10
2.2.3 Waarom domineren mensen de wereld?...........................................................10
2.2.4 De mens is door en door sociaal:.......................................................................10
2.2.5 Wat met Stanford Prison en Milgram??..............................................................11
2.3 De context doet ertoe.............................................................................................. 12
2.3.1 Descriptieve ethiek in economie/psychologie....................................................12
2.3.2 Hoe deugdzaam is de mens?.............................................................................13
2.3.3 Context maakt of breekt de socialiteit...............................................................13
2.3.4 De context maken wij........................................................................................13
2.3.5 Ethiek van de sociaal werker.............................................................................13
3. Prescriptieve ethiek..................................................................................15
3.1 Inleiding................................................................................................................... 15
3.1.1 Ethiek als prescriptie Focus op principes, kennis en analysekaders..................15
3.1.2 Hoe eigen maken?............................................................................................. 15
3.1.3 Algemene ethische bedenkingen bij sociaal werk..............................................15
3.1.4 Actuele ethische discussie: solidariteit in sociaal werk......................................15
3.2 Duiding ethische stromingen...................................................................................18
3.2.1 Utilitarisme: bereken de gevolgen voor iedereen (gevolgethiek)......................18
, 3.2.2 Trolleydilemma.................................................................................................. 19
3.2.3 Kants plichtethiek of deontologie......................................................................19
3.3 Actuele ethiek in sociaal werk.................................................................................21
3.3.1 Zorgethiek......................................................................................................... 21
3.3.2 Mensenrechtenethiek........................................................................................25
3.3.3 Capability approach........................................................................................... 27
Pagina 2 van 32
,0. INLEIDING
Voorbeeld:
Mens steekt mes in konijn
Versus
Jachtluipaard vermoord hertje
Verschil is niet zichtbaar (dier mag het wel doen, mens niet)
0.1 SPANNINGSVELDEN
Ethiek toont zich in dilemma’s er is geen makkelijke oplossing = zorgt voor spanning
Voorbeelden:
- Euthanasie
Helpen ‘doden’ van een ander
- Abortus
‘doden’ van een kind
- Trolley-dilemma
1 mens overrijden of 5 mensen overrijden met trein
- Maximiliaanpark
OH verbiedt hulp aan gestrande vluchtelingen >< gezinnen elven in winterse
omstandigheden op straat
- Beroepsgeheim als SOW
Vervallen bij ernstige dreiging >< wat met vertrouwensrelatie?
- Regelgeving
Je mag persoon volgens wet niet helpen >< persoon zit in noodsituatie
Belangrijkste spanningsvelden in de leerstof:
- Koude, lauwe en warme solidariteit (waar willen we SOW zien?)
- Wantrouwend en vertrouwensvol mensbeeld
- Zorgethische en mensenrechtenethische benadering SOW
- Empowerment en collectieve sociale verantwoordelijkheid
Pagina 3 van 32
, 1. ETHIEK
Wat onderscheidt mensen van andere dieren?
Hoe zie je dat waarden en normen in het spel zijn, het is onzichtbaar?!
reactie van anderen toont dit aan
Éthos = gewoonte of gebruik
Kleine gewoonten (tafelgewoonten)
Grote gewoonten (geen seks met minderjarigen, ook geen beelden)
(Ab)normaal/norm = dwingend
Belang van normen te relativeren!
Ethiek = normen en waarden, hoe het zou ‘moeten’ zijn
- Onzichtbare van de filosofie
- We verwachten dat de ander vriendelijk, beleefd, oprecht,.. is
1.1 INVALSHOEKEN
2 invalshoeken!!
1. Prescriptief = voorschrijven, verplichtingen, regels, richtlijnen
2. Descriptief = hoe doen we het feitelijk
Descriptief perspectief:
Soms discours: iedereen sjoemelt als de kans zich voordoet
is de prescriptieve ethiek een poging die tot mislukking gedoemd is
leidt dit er dan toe dan prescriptieve ethiek nutteloos is? Of juist hoogstnoodzakelijk
Voorbeeld: als we weten waar de flitspaal staat dan zijn we ‘braaf’ op dat moment
trajectcontroles invoeren maar hier hetzelfde probleem
1.2 SOCIAAL WERK IS EEN ETHISCH BEROEP
- Onrecht van een individu of groep in de samenleving
Onrechtvaardigheid het ‘zou’ anders ‘moeten’ (er is een norm)
- Opdrachten zijn niet ethisch neutraal
Controlerende rol, als de persoon ‘dat’ niet gedaan heeft krijgen ze ‘het ander’
niet = mensen in een normatief keurslijf dwingen
- Methoden zijn niet ethisch neutraal
Empowerment
Waarschuwing!!
Pagina 4 van 32