WETENSCHAPSMODELLEN
Wat maakt ons werk tot wetenschap?
1 Wat is wetenschap
1) Empirisch
Feitelijk bestaande gegevens die op 1 of andere manier geobserveerd k w
2) Onpartijdig, ‘objectief’
a. + betekenis: niet blijven staan bij onmiddellijke evidentie, eerder werkelijkheid in
verborgen samenhang vatten
b. - geformuleerd: afstand eigen subj, persoonlijke vertekeningen (‘bias’) vermijden
(eis v repliceerbaarheid of onpartijdigheid)
3) Kritische en systematische houding
a. –: eis om spontane en onmiddellijke evidenties volgen
b. +: wil om systematisch, methodisch te werken in functie doel (de onderzoeksvraag)
4) Gericht op verklaringen (orde, causaliteit)
‘Wetten’ en theorieën opstellen ter verklaring v/d waargenomen verschijnselen
5) Provisoir, voorlopig
Conclusies k steeds weerlegd w door nieuwe inzichten
2 Wetenschappelijke en niet-wetenschappelijke kennis
hoe weten dat de kennis die we doorheen systematische observatie vergaren betrouwbaar is?
enkele antw v wetenschapsfilosofen
2.1 Logisch positivisme
2.1.1 De empirische cyclus: het standaardbeeld v/d wetenschappen
I. Empirische basis Inductie
Toets
(singuliere (generalisati
en
waarnemingsuitspraken) e)
IV. Nieuwe II. Empirische
hypothesen wetten
(universele (universele
waarnemingsuitsprak waarnemingsuitsprak
en) en)
III Theorie
Deducti (theoretisch
e systeem) Mechanismen
(afleide zoeken achter
n) de wetten
, 2.1.2 Logisch empirisme: inductieve opbouw v/d wetenschap
- Begint en eindigt bij empirische verschijnselen
- Empirische waarneming inductie (inductieve generalisatie) veralgemeningen
(=emipirische wetten)
- Deterministisch:
- Statistisch
enkel gerechtvaardigd na confirmatie/waarschijnlijkheid v feitenmateriaal
- Empirische regelmatigheden theorie: verklaring manifestaties v. processen, op dieper,
niet-waarneembaar niveau
- uit theorie nieuwe hypotheses (deductie) voorspellingen
Wat indien de hypothesen niet uitkomen?
1) Waarnemer hft zich N als ‘normale’ waarnemer gedragen
2) Theorie zelf bevat een fout
STANDAARDMODEL= Wiener Keiser (1925)
- Manifest:“Wissenschaftliche Weltauffassung”
- Kern van het logisch positivisme of logisch empirisme
- Empirische cyclus van logica en feiten is de basis van alle kennis
2.2 Kritisch Rationalisme
2.2.1 Probelemen met de inductieve opbouw van wetenschap
1) Onmogelijkheid van zuiver neutrale of ‘objectieve’ waarneming
o Elke waarneming: vooronderstellingen over het waarnemningsinstrument
2) G éénduidige band ts theorie en empirie
o Alleen witte zwanen zien, garandeert N dat er G zwarte zijn
3) Probleem v/d rechtvaardiging van inductie
o Observeert steeds met bepaalde impliciete verwachtingen
2.2.2 Kritisch rationalisme: de hypothetisch-deductieve opvatting
Oplossing: ^ van Popper (‘The Logic of Scientific Discovery’)
- Wet hypothesen: (w N ontdekt al logisch-noodzakelijk resultaat v toepassen v regels op observaties)
resultaat v creatief werk = 1st theorie dan pas toetsing
- Observatie: veronderstelt hypothesen en kennis
- Theorie: N alleen voorschrijven, ook verbieden + bekritiseerbaar zijn vanuit de feiten
N-wet ideën: k nadenken van wetenschappers stimuleren
Vb:
Wat maakt ons werk tot wetenschap?
1 Wat is wetenschap
1) Empirisch
Feitelijk bestaande gegevens die op 1 of andere manier geobserveerd k w
2) Onpartijdig, ‘objectief’
a. + betekenis: niet blijven staan bij onmiddellijke evidentie, eerder werkelijkheid in
verborgen samenhang vatten
b. - geformuleerd: afstand eigen subj, persoonlijke vertekeningen (‘bias’) vermijden
(eis v repliceerbaarheid of onpartijdigheid)
3) Kritische en systematische houding
a. –: eis om spontane en onmiddellijke evidenties volgen
b. +: wil om systematisch, methodisch te werken in functie doel (de onderzoeksvraag)
4) Gericht op verklaringen (orde, causaliteit)
‘Wetten’ en theorieën opstellen ter verklaring v/d waargenomen verschijnselen
5) Provisoir, voorlopig
Conclusies k steeds weerlegd w door nieuwe inzichten
2 Wetenschappelijke en niet-wetenschappelijke kennis
hoe weten dat de kennis die we doorheen systematische observatie vergaren betrouwbaar is?
enkele antw v wetenschapsfilosofen
2.1 Logisch positivisme
2.1.1 De empirische cyclus: het standaardbeeld v/d wetenschappen
I. Empirische basis Inductie
Toets
(singuliere (generalisati
en
waarnemingsuitspraken) e)
IV. Nieuwe II. Empirische
hypothesen wetten
(universele (universele
waarnemingsuitsprak waarnemingsuitsprak
en) en)
III Theorie
Deducti (theoretisch
e systeem) Mechanismen
(afleide zoeken achter
n) de wetten
, 2.1.2 Logisch empirisme: inductieve opbouw v/d wetenschap
- Begint en eindigt bij empirische verschijnselen
- Empirische waarneming inductie (inductieve generalisatie) veralgemeningen
(=emipirische wetten)
- Deterministisch:
- Statistisch
enkel gerechtvaardigd na confirmatie/waarschijnlijkheid v feitenmateriaal
- Empirische regelmatigheden theorie: verklaring manifestaties v. processen, op dieper,
niet-waarneembaar niveau
- uit theorie nieuwe hypotheses (deductie) voorspellingen
Wat indien de hypothesen niet uitkomen?
1) Waarnemer hft zich N als ‘normale’ waarnemer gedragen
2) Theorie zelf bevat een fout
STANDAARDMODEL= Wiener Keiser (1925)
- Manifest:“Wissenschaftliche Weltauffassung”
- Kern van het logisch positivisme of logisch empirisme
- Empirische cyclus van logica en feiten is de basis van alle kennis
2.2 Kritisch Rationalisme
2.2.1 Probelemen met de inductieve opbouw van wetenschap
1) Onmogelijkheid van zuiver neutrale of ‘objectieve’ waarneming
o Elke waarneming: vooronderstellingen over het waarnemningsinstrument
2) G éénduidige band ts theorie en empirie
o Alleen witte zwanen zien, garandeert N dat er G zwarte zijn
3) Probleem v/d rechtvaardiging van inductie
o Observeert steeds met bepaalde impliciete verwachtingen
2.2.2 Kritisch rationalisme: de hypothetisch-deductieve opvatting
Oplossing: ^ van Popper (‘The Logic of Scientific Discovery’)
- Wet hypothesen: (w N ontdekt al logisch-noodzakelijk resultaat v toepassen v regels op observaties)
resultaat v creatief werk = 1st theorie dan pas toetsing
- Observatie: veronderstelt hypothesen en kennis
- Theorie: N alleen voorschrijven, ook verbieden + bekritiseerbaar zijn vanuit de feiten
N-wet ideën: k nadenken van wetenschappers stimuleren
Vb: