Hoofdstuk 1: logica & argumentatie
1. Inleiding
Doel wijsgerige logica:
Methodes en principes ontwikkelen waarmee correct redeneren van incorrect redeneren kan
onderscheiden worden
Redeneren in allerlei specifieke contexten + in het dagelijkse leven
o Vb. wetenschap, geneeskunde, …
Kwaliteit eigen redeneren verbeteren
Gebreken in het redeneren van anderen identificeren
Resultaat:
Arsenaal aan middelen die je als wetenschapper (in de economie/andere academische
discipline) en in het dagelijkse leven kan toepassen
2 grote groepen:
1) Middelen die te maken hebben met de vorm (structuur) van argumenten; formele
logica
2) Middelen die behoren tot ‘de leer van drogredenen’
Verzameling van stereotiepe ondeugdelijke vormen van argumentatie
2. Formele logica
2.1. Deductieve redeneringen
Redenering
Geordend koppel van een eindige verzameling premissen en een conclusie
Alle redeneringen hebben een conclusie; premissen van een redenering kan leeg zijn
Deductieve redenering
- Onderzoeksmethode waarbij je op basis van generalisatie naar specifieke gevallen zoekt
- Als alle premissen waar zijn → conclusie zeker waar
o Garandeert waarheidsoverdracht: onmogelijk dat premissen waar zijn en conclusie
vals
Vb. deductieve redenering
, Vb. niet-deductieve redenering
MERK OP: premissen en conclusie kunnen vals zijn bij deductieve redenering
Bruikbaarheid:
- Overtuigend argumenteren
o Deductieve redeneringen gebruiken waarvan presmissen als waar worden aanvaard
- Argumenten ontkrachten (meningsverschil); duiden dat de redenering van de ander niet-
deductief is
Correcte van foutieve redeneervormen kunnnen onderscheiden
2.2. Correcte en foutieve redeneervormen
Redeneervorm: schematische letter voor zinnen gebruiken
Correcte redeneervorm
Redeneervorm waarvan alle instanties deductief zijn
Vb.
Foutieve redeneervorm
Redenering die er een instantie van is + niet deductief is
Vb.
2.5 en 2.6 → geen leerstof voor het examen
2.3. Eenvoudige correcte redeneervormen