ANATOMIE: SEM 2
Bovenste lidmaat = membrum superius
Schoudergordel bestaat uit:
- Art humeri
- Art acromioclavicularis
- Art sternoclavicularis
- Scapulathoracale vlak
Info:
- O = oorsprong
- Als spier samentrekt wordt die korter de oorsprong en inser>e gaan naar elkaar toe
• Mono-ar>culair: wanneer een spier over 1 gewricht loopt
• Bi- ar>culair: wanneer een spier over 2 gewrichten loopt
• Poly- ar>culair: wanneer een spier over meerdere gewrichten loopt
Musculatuur schouder + bovenarm
Extremiteitspieren van de thorax (= de ventrale spieren)
• M. pectoralis major
• M. pectoralis minor
• M. serratus anterior
• M. subclavius
è Deze termen geven aan waar we
ons situeren op torax
1: infraclaviculare
2: pectoriale
3: laterothoracale
4: infrathoracale
5: axillare
6: presternale
7: inframammaria
1
, M. Pectoralis Major
1: pars clavicularis ->O: extremitas sternalis claviculae
2: pars sternocostalis -> O: voorzijde van het sternum
M. + 1ste t/m 6de rib-kraakbeen
3: pars abdominialis ->O: voorblad van de vagina M. M.
M. rectus abdominis
1, 2, 3 inserKe: crista tuberculum major humeri
! Er is een twist in de spier
Func%e:
- Anteflexie
- AdducKe
- InspiraKe (de spier helpt mee met inademen)
Bv: opslag bij tennis, zwemmen
Extra:
- De delen van de spier zijn gekruid met elkaar zo kunnen ze krachten gemakkelijk
opvangen in verschillende richKngen
M pectoralis minor
1: M pectoralis minor ->O: voorzijde 3/2de t/m 5de m.
rib
InserKe: einde proccessus coracoideus scapulae
Func%e:
- Depressie, protracKe van de scapulae
- Depressie van de scapula, samen met de M.trapezius ( pars
ascendens) en de M. serratus anterior
- Helpt bij heffen van ribben
M. Subclavius
2: M subclavius ->O: boven 1ste rib, lateraal van m.
ligament costoclaviculareve
InserKe: extremitas acromialis claviculae + sulcus subclavius
FuncKe:
- Trekt clavicula naar beneden
2 de art.
! Als deze spier samentrekt heeZ die een stabiliserend effect op
Sternoclaviculae
, M. Serratus anterior
1: pars superior
2: pars intermedia 3:
pars inferior
O: laterale zijde 1ste t/m 8ste of 9de rib InserKe:
margo medialis scapulae (aan costalis zijde)
Func%e:
• abducKe scapulae
• opwaartse rotalie scapula
• Scapula fixeren
Bv: bowlen, bench press
Extra:
- Hecht niet aan op de 11de en 12de want dat zijn de zwevende ribben
- Alle spieren die op ribben aanhechten gaan helpen bij inspira6e
Al de spieren samen:
1: M serratus anterior
2: M pectoralis major
M. A: pars clavicularis
M. B: pars sternocostalis
M. C: pars abdominalis
3: M pectoralis minor
4: M subclavius
3
, Extremiteitspieren van de rug (= de dorsale spieren)
• M. laKssimus dorsi
• M. teres major
• M. subscapularis
• M. supraspinatus
• M. infraspinatus
• M. teres minor
è Deze termen geven aan waar we ons
situeren op de rug
1: Scapulare
2: Interscapulare
3: Vertebrale
4: Infrascapulare
M. La6ssimus dorsi
1: m laKssimus dorsi
O: Processus spinose Th7 t/m Th 12, L1-L5
tot sacrum, crista iliaca, achterste derde
gedeelte 9de t/m 12de rib
InerKe: crista Kberculi minoris humeri
FuncKe:
- Reteroflexie
- EndorotaKe
- AdducKe
4
Bovenste lidmaat = membrum superius
Schoudergordel bestaat uit:
- Art humeri
- Art acromioclavicularis
- Art sternoclavicularis
- Scapulathoracale vlak
Info:
- O = oorsprong
- Als spier samentrekt wordt die korter de oorsprong en inser>e gaan naar elkaar toe
• Mono-ar>culair: wanneer een spier over 1 gewricht loopt
• Bi- ar>culair: wanneer een spier over 2 gewrichten loopt
• Poly- ar>culair: wanneer een spier over meerdere gewrichten loopt
Musculatuur schouder + bovenarm
Extremiteitspieren van de thorax (= de ventrale spieren)
• M. pectoralis major
• M. pectoralis minor
• M. serratus anterior
• M. subclavius
è Deze termen geven aan waar we
ons situeren op torax
1: infraclaviculare
2: pectoriale
3: laterothoracale
4: infrathoracale
5: axillare
6: presternale
7: inframammaria
1
, M. Pectoralis Major
1: pars clavicularis ->O: extremitas sternalis claviculae
2: pars sternocostalis -> O: voorzijde van het sternum
M. + 1ste t/m 6de rib-kraakbeen
3: pars abdominialis ->O: voorblad van de vagina M. M.
M. rectus abdominis
1, 2, 3 inserKe: crista tuberculum major humeri
! Er is een twist in de spier
Func%e:
- Anteflexie
- AdducKe
- InspiraKe (de spier helpt mee met inademen)
Bv: opslag bij tennis, zwemmen
Extra:
- De delen van de spier zijn gekruid met elkaar zo kunnen ze krachten gemakkelijk
opvangen in verschillende richKngen
M pectoralis minor
1: M pectoralis minor ->O: voorzijde 3/2de t/m 5de m.
rib
InserKe: einde proccessus coracoideus scapulae
Func%e:
- Depressie, protracKe van de scapulae
- Depressie van de scapula, samen met de M.trapezius ( pars
ascendens) en de M. serratus anterior
- Helpt bij heffen van ribben
M. Subclavius
2: M subclavius ->O: boven 1ste rib, lateraal van m.
ligament costoclaviculareve
InserKe: extremitas acromialis claviculae + sulcus subclavius
FuncKe:
- Trekt clavicula naar beneden
2 de art.
! Als deze spier samentrekt heeZ die een stabiliserend effect op
Sternoclaviculae
, M. Serratus anterior
1: pars superior
2: pars intermedia 3:
pars inferior
O: laterale zijde 1ste t/m 8ste of 9de rib InserKe:
margo medialis scapulae (aan costalis zijde)
Func%e:
• abducKe scapulae
• opwaartse rotalie scapula
• Scapula fixeren
Bv: bowlen, bench press
Extra:
- Hecht niet aan op de 11de en 12de want dat zijn de zwevende ribben
- Alle spieren die op ribben aanhechten gaan helpen bij inspira6e
Al de spieren samen:
1: M serratus anterior
2: M pectoralis major
M. A: pars clavicularis
M. B: pars sternocostalis
M. C: pars abdominalis
3: M pectoralis minor
4: M subclavius
3
, Extremiteitspieren van de rug (= de dorsale spieren)
• M. laKssimus dorsi
• M. teres major
• M. subscapularis
• M. supraspinatus
• M. infraspinatus
• M. teres minor
è Deze termen geven aan waar we ons
situeren op de rug
1: Scapulare
2: Interscapulare
3: Vertebrale
4: Infrascapulare
M. La6ssimus dorsi
1: m laKssimus dorsi
O: Processus spinose Th7 t/m Th 12, L1-L5
tot sacrum, crista iliaca, achterste derde
gedeelte 9de t/m 12de rib
InerKe: crista Kberculi minoris humeri
FuncKe:
- Reteroflexie
- EndorotaKe
- AdducKe
4
