interventie
I. De uitgangspunten van de persoonsgerichte methoden van de criminologische
interventie
1. Werken op de grens tussen justitie en hulpverlening
1. Relatie: forensisch welzijnswerk
Andere doelen, focus, tegenstrijdige belangen → regelgeving en samenwerkingsinitiatieven
Controle → recht op hulp
2. Spanningsveld
a. Doelstellingen
Justitie Hulpverlening
Sociale vrede, rust en veiligheid → conflicten vermijden en mee omgaan Ontwikkeling en welzijn cliënt
Maatschappelijk belang Individueel belang, ten dienste van cliënt
Hulpmiddelen: politie (handhaving), straftoemeting en strafuitvoering
Controlerend, normerend en bestraffend Sociale integratie
Initiatieven op raakvlak bv. rehabilitatie
b. Het sturend mensbeeld
Samenwerking vereist gedeelde mensvisie
Justitie Hulpverlening
Vrije wil = actus Evolutie (PLHC)
reus
Psychoanalyse = handelen vanuit onbewuste, geen vrije wil
Intentie = mens
Leerpsychologie = onobserveerbaar, geen uitspraak mogelijk
rea
Humanistische psychologie = motivatie sleutelbegrip, waarom handelen mensen, om
→
aan zelfverwezenlijking doen
verantwoordelijkheid
vaststellen Cognitieve psychologie = mensen zijn informatieverwerkers en nemen rationele
beslissingen om interne doelen te bereiken (doelbewust, rationeel)
c. Waardengebonden >< waardenvrij
Justitie Hulpverlening
Prescriptief = schrijft toekomstig handelen voor Descriptief = beschrijven, uitzoeken
Normerend Beschrijvend (vrij van waarden en normen)
Waardendebat centrale plaats In praktijk niet volledig waardenvrij
Afweging maatschappelijk en individueel belang
d. Waarheid
Persoonsgerichte methoden van criminologische interventie 1
, Justitie Hulpverlening
Waarheidsbevinding Inzicht in ervaringen cliënt
Verzameling en bescherming feitenmateriaal Cliënt op woord geloven
Objectieven waarheid is secundair
Zorg is secundair →
Contaminatie van informatie = tijdens gesprekken verhaal beïnvloed door bv. therapeut
Vals-positief = onterecht veroordelen Vals-negatief = niet kunnen vaststellen stoornis / oorzaak
Bij twijfel→ geen veroordeling Bij twijfel → toch behandelen
e. Vrijwillig >< verplicht
Justitie Hulpverlening
Afgedwongen maatregelen + controle Vrijwillig
Externe dwang: conflict individuele normen en die van
Interne motivatie + externe druk
maatschappij / recht
Aard, duur en intesiteit bepaald Controle over eigen interventie
f. Beroepsgeheim en ambtsgeheim
Beroepsgeheim
Privaat en algemeen belang
Zwijgplicht, maar niet absoluut (recht + plicht) bv. noodtoestand / zelfverdediging
Ambtsgeheim / discretieplicht
In functie van dienst of ambt
Enkel tegenover derden die vreemd zijn aan ambt (buiten organisatie)
Geen zwijgrecht tov justitie
Verwarring
Dubbele rol: hulpverlenend + controle/toezicht
Samenwerking in specifieke casus
In de praktijk niet altijd duidelijk welk, wanneer, wie, wat … → wegwijzers uitgewerkt
Bv. CO3 familiaal geweld
2. De positie en specificiteit van de criminoloog
1. De criminoloog in het werkveld
Interdisciplinair = integratie perspectieven uit verschillende disciplines
Transdisciplinair = integratie onderzoek en praktijk
2. De identiteit van de criminoloog
Typeringen criminoloog (BBB)
Bastaard
Sociale plaag als studieobject
(On)afhankelijke wetenschap
Buitenstaander
Persoonsgerichte methoden van criminologische interventie 2
, Outsiders bestuderen
Geen recht, psychologie, sociologie
Bruggenbouwer
Nuanceren, contextualiseren
Succesvolle mislukking
Succes
Studenten en afgestudeerden
Criminologisch relevante jobs
Boeken, tijdschriften, congressen
Mislukking
Impact politiek en beleid
Sociale verantwoordelijkheid criminoloog
3. Persoonsgerichte criminologische interventies
Aspecten
1. Doel interventie
Probleem oplossen
Aard probleem = normoverschrijdend gedrag
Conflict partijen
Oplossing: discrepantie tussen huidige en gewenste toestand wegwerken
Tegenstrijdige interpretaties en belangen
2. Theorie voor interventie
Totstandkoming probleem
Aanpak probleem
Criminologie = geïntegreerd inter- en miltidisciplinair perspectief
Vaak geen specifieke theorie voor concrete probleemsituatie
Andere gevallen: waaier theorieën uitkiezen
Belang academische fundering
3. Methodes voor bereiken doel
a. Diagnostische activiteit = informatie winnen
b. Gedragsbeïnvloedende activiteit = huidige → gewenste situatie
Voorwaarden:
1. Opportuniteiten tot cognitief en affectief leren
2. Stimulatie leren en veranderen
3. Reduceren negatieve emoties
Tijdstip ingrijpen
1. Primair = preventief
2. Secundair = tijdens gedrag
3. Tertiair = na de feiten
Focus
Persoon: gedrag
Persoonsgerichte methoden van criminologische interventie 3