Didactiek FR Samenvatting
Visie op Frans in het basisonderwijs
• Doelgerichte communicatie in betekenisvolle situaties → situaties die in het echte leven
voorkomen, zinvolle en realistische opdrachten, authentieke situatie benaderen
Bouwstenen voor communicatie
• Mondelinge vaardigheden: luisteren,
mondelinge interactie en spreken
• Schriftelijke vaardigheden:
lezen en schrijven
• Receptieve vaardigheden:
lezen en luisteren
• Productieve vaardigheden: schrijven,
spreken en mondelinge interactie
• Vaardigheden verwerven = een proces: stapsgewijze aanpak + oefeningen met ↑
moeilijkheidsgraad
o Vb. Wat vraagt inzichtelijk het meest? Orden van ‘gemakkelijk’ naar ‘moeilijk’:
1. Dialoog zoals op het mondeling examen FR
2. Dialoog uit het hoofd opzeggen
3. Onvoorbereide dialoog zonder leidraad
4. Dialoog vertalen of dialoog als invuloefening
→ 2-4-1-3
Belang van strategieën
• Strategieën = technieken die ervoor zorgen dat de communicatie niet stilvalt, wanneer je iets
niet helemaal begrijpt/kan verwoorden
• Doen lln niet automatisch, dus moet expliciet aangeleerd worden: stapsgewijze aanpak met
driefasenmodel:
1. Sterke sturing: modeling + scaffolding
2. Gedeelde sturing: lln past strategie bewust toe + vaak met ondersteuning
3. Losse sturing: lln past strategie zelfstandig toe + lkr observeert en geeft
aanwijzingen of koppelt klassikaal terug
1
, Didactiek FR Samenvatting
Doeltaal = voertaal
• Basisinstructies zeker in juist FR. Grammatica uitleg niet in het FR. Wel zoveel mogelijk
context creëren in het FR.
• Voordelen:
o Onbewust nieuwe woorden/zinsconstructies leren
o Strategieën inzetten
o Oefenen op luistervaardigheid en mondelinge interactie
o Lln horen lkr FR spreken: meer spreekdurf
o Helpt op vlak van uitspraak
o Automatisme: lln weten dat er FR gesproken wordt
o …
• Aandachtspunten
o Doorzetten, eerste maanden zijn de moeilijkste
o Klasinstructies in het FR = absolute minimum!
▪ Lln helpen: visuele ondersteuning bieden, expressie lkr, één van de lln het
laten uitleggen in het NL, herhaling ook buiten les FR en spelvormen
o Uitleg grammatica en begripsvragen bij lees-/luistertekst: NL
• Mogelijke moeilijkheden
o Lkr: spreekdurf/eigen taalvaardigheid (op voorhand nadenken)
o Lln: haken af
• Stapsgewijs opbouwen: eerst meest frequente instructies en dan geldelijk uitbreiden + eerst
met hulpmiddelen (gebaren, voordoen …) en daarna zonder
Breinvriendelijke activiteiten: 4 basisprincipes
1. Herhalen, herhalen en herhalen: geregelde tijdstrippen + over lj/activiteiten heen
2. Voortbouwen op voorkennis: eerst opfrissen + meer verbanden leggen
3. Variatie: zintuiglijk rijk (vb. lied, prentenboek, spelvorm, bewegingsactiviteit …)
4. Positieve emotionele betrokkenheid: lln uitdagen maar fouten maken mag
Tekst
• In de les Frans, werken we met een ‘tekst’ = alles wat de lln beluisteren en lezen, maar ook
schrijven en zeggen → breed begrip + kan ook gewoon een woord/korte zin zijn.
• Authentieke teksten: bestaan effectief in Franstalige gebieden → uit het echte leven.
• Semi-authentieke teksten: nagemaakt obv bestaande vb’en → voor schoolse doeleinden
o Motiveert: ander materiaal dan handboek
o Buitenwereld in de klas: leefwereld francofonie
o Authentieke uitspraak
o Relevante bronnen en verschillende media
2
Visie op Frans in het basisonderwijs
• Doelgerichte communicatie in betekenisvolle situaties → situaties die in het echte leven
voorkomen, zinvolle en realistische opdrachten, authentieke situatie benaderen
Bouwstenen voor communicatie
• Mondelinge vaardigheden: luisteren,
mondelinge interactie en spreken
• Schriftelijke vaardigheden:
lezen en schrijven
• Receptieve vaardigheden:
lezen en luisteren
• Productieve vaardigheden: schrijven,
spreken en mondelinge interactie
• Vaardigheden verwerven = een proces: stapsgewijze aanpak + oefeningen met ↑
moeilijkheidsgraad
o Vb. Wat vraagt inzichtelijk het meest? Orden van ‘gemakkelijk’ naar ‘moeilijk’:
1. Dialoog zoals op het mondeling examen FR
2. Dialoog uit het hoofd opzeggen
3. Onvoorbereide dialoog zonder leidraad
4. Dialoog vertalen of dialoog als invuloefening
→ 2-4-1-3
Belang van strategieën
• Strategieën = technieken die ervoor zorgen dat de communicatie niet stilvalt, wanneer je iets
niet helemaal begrijpt/kan verwoorden
• Doen lln niet automatisch, dus moet expliciet aangeleerd worden: stapsgewijze aanpak met
driefasenmodel:
1. Sterke sturing: modeling + scaffolding
2. Gedeelde sturing: lln past strategie bewust toe + vaak met ondersteuning
3. Losse sturing: lln past strategie zelfstandig toe + lkr observeert en geeft
aanwijzingen of koppelt klassikaal terug
1
, Didactiek FR Samenvatting
Doeltaal = voertaal
• Basisinstructies zeker in juist FR. Grammatica uitleg niet in het FR. Wel zoveel mogelijk
context creëren in het FR.
• Voordelen:
o Onbewust nieuwe woorden/zinsconstructies leren
o Strategieën inzetten
o Oefenen op luistervaardigheid en mondelinge interactie
o Lln horen lkr FR spreken: meer spreekdurf
o Helpt op vlak van uitspraak
o Automatisme: lln weten dat er FR gesproken wordt
o …
• Aandachtspunten
o Doorzetten, eerste maanden zijn de moeilijkste
o Klasinstructies in het FR = absolute minimum!
▪ Lln helpen: visuele ondersteuning bieden, expressie lkr, één van de lln het
laten uitleggen in het NL, herhaling ook buiten les FR en spelvormen
o Uitleg grammatica en begripsvragen bij lees-/luistertekst: NL
• Mogelijke moeilijkheden
o Lkr: spreekdurf/eigen taalvaardigheid (op voorhand nadenken)
o Lln: haken af
• Stapsgewijs opbouwen: eerst meest frequente instructies en dan geldelijk uitbreiden + eerst
met hulpmiddelen (gebaren, voordoen …) en daarna zonder
Breinvriendelijke activiteiten: 4 basisprincipes
1. Herhalen, herhalen en herhalen: geregelde tijdstrippen + over lj/activiteiten heen
2. Voortbouwen op voorkennis: eerst opfrissen + meer verbanden leggen
3. Variatie: zintuiglijk rijk (vb. lied, prentenboek, spelvorm, bewegingsactiviteit …)
4. Positieve emotionele betrokkenheid: lln uitdagen maar fouten maken mag
Tekst
• In de les Frans, werken we met een ‘tekst’ = alles wat de lln beluisteren en lezen, maar ook
schrijven en zeggen → breed begrip + kan ook gewoon een woord/korte zin zijn.
• Authentieke teksten: bestaan effectief in Franstalige gebieden → uit het echte leven.
• Semi-authentieke teksten: nagemaakt obv bestaande vb’en → voor schoolse doeleinden
o Motiveert: ander materiaal dan handboek
o Buitenwereld in de klas: leefwereld francofonie
o Authentieke uitspraak
o Relevante bronnen en verschillende media
2