Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien 4.2 TrustPilot
logo-home
Resume

Biochemie Samenvatting Handboek Diabetes Mellitus

Note
-
Vendu
2
Pages
21
Publié le
31-10-2019
Écrit en
2019/2020

Samenvatting Biochemie DAW 3.1 Diabetes Mellitus handboek: - Hoofdstuk 1 - Hoofdstuk 2 - Hoofdstuk 13 - Hoofdstuk 24

Établissement
Cours










Oups ! Impossible de charger votre document. Réessayez ou contactez le support.

Livre connecté

École, étude et sujet

Établissement
Cours
Cours

Infos sur le Document

Livre entier ?
Non
Quels chapitres sont résumés ?
H1, h2, h13, h24
Publié le
31 octobre 2019
Nombre de pages
21
Écrit en
2019/2020
Type
Resume

Sujets

Aperçu du contenu

Biochemie
Samenvatting
Handboek diabetes mellitus



Hoofdstuk 1. Regulatie van de normale
glucosestofwisseling
1. Inleiding
Menselijk lichaam continue behoefte aan toevoer van vooral glucose en vetzuren voor energie in de
vorm van ATP. De substraten (glucose en vetzuren) kunnen worden opgeslagen of geoxideerd.
Glycolyse en bètaoxidatie produceren Acetyl-CoA  cofactor in citroenzuurcyclus  proces in
ademhalingsketen dat noodzakelijk is om ATP te produceren. Normale glucosehomeostase  twee
uitersten: postprandiale (gevoede) toestand en postabsorptieve (langer gevaste) toestand.


2. De glucosestofwisseling in postprandiale toestand
2.1 Verwerking van koolhydraten uit de maaltijd
Koolhydraten opgenomen via dunne darm en naar bloed getransporteerd. Wanneer extracellulaire
glucoseconcentratie stijgt  glucose via glucosetransporter-2 (GLUT2) opgenomen in bètacel
pancreas  leidt tot productie secretie insuline.
Stroom nutriënten door dunne darm zorgt tevens voor secretie darmhormonen  incretinen
(glucagon-like peptide-I, GLP-1 en glucoseafhankelijk insulinetroop polypeptide, GIP)  rol
verwerking glucose, vet en eiwit door insulinesecretie te stimuleren. Beide hormonen na bereiken
van plasma snel geïnactiveerd door dipeptidylpeptidase (DPP-4).

2.2 Insulinerespons op koolhydraten
Bij gezonde mensen  stijging extracellulair glucose boven 5mmol/l leidt tot opname glucose in
bètacel via GLUT2. Plasma-insulineconcentratie verdubbelt bij plasmaglucose stijging van 0.6mmol/l.
na opname glucose in cel door enzym glucokinase gefosforyleerd tot glucose-6-fosfaat. Dan
genereert glycolyse in cytoplasma ATP  sluiting stroom. Stijging intracellulaire calciumconcentratie
resulteert in fusie van secretoire granulae met plasmamembraan en exocytose insuline, C-peptide en
pro-insuline. Secretie insuline postprandiaal gestimuleerd door invloed van autonome zenuwstelsel
op de bètacel en is glucoseafhankelijk.
Aminozuren (arganine, leucine) en vetzuren  stimulatoren insulinesecretie. Secretie eerste piek
vooral door glucose, tweede door incretinen, aminozuren en vetzuren. Naast secretie uit granulae is
gelijktijdige stimulatie van synthese van insuline noodzakelijk voor optimale reactie voedselinname
die wordt bewerkstelligd door inwerking glucose en GLP-1, die expressie insulinegen aanzetten. Na
secretie extracellulair  eerste insulineklaring in lever  80% endogene insulinesecretie geklaard.
Dan bereikt insuline de systemische circulatie en kan zijn metabole anabole effecten uitoefenen

, 2.3 Glucagonrespons op koolhydraten
Glucagonsecretie uit alfacellen is geremd (postprandiaal)  door paracriene effecten via insuline,
GLP-1 en somatostatine. Aanwezigheid van GLP-1-receptor op alfacel en deels indirect via autonome
zenuwstelsel en stimulatie van insulinesecretie. Somatostatine  remt glucagonsecretie door
verlaging van cyclisch adenosinemenofosfaat (cAMP). Glucose wordt via GLUT1 de cel ingebracht.
Glucose remt de glucagonsecretie ook indirect, namelijk via stimulatie van insulinesecretie.
2.4 De anabole effecten van insuline
Opslag energie met name in vorm triglyceriden en in mindere mate als glycogeen.

Lever
Stijging insuline- en glucoseconcentratie ten gevolge van toevoer exogene energie resulteert in
anabole toestand. Endogene glucoseproductie (EGP) door lever moet geremd worden (door insuline,
glucose, vrije vetzuren, aminozuren, centrale zenuwstelsel). Insuline  remming via directe route
(remming glycogenolyse) en indirecte route (verlagende effecten voorlopers gluconeogenese,
namelijk glycerol, vrije vetzuren aminozuren via remming lipolyse en proteolyse).
Remmende effecten door glucose-6-fosfaat, door glycogenolyse in lever aangemaakt, niet in glucose
wordt omgezet maar in lactaat.
Centraal zenuwstelsel rol in onderdrukking van EGP in postprandiale toestand 
insulinesignaaltransductie in hypothalamus van belang, die verandering in neurale beïnvloeding van
lever teweegbrengt.
Glucose kan worden opgeslagen als glycogeen. Hogere glucoseconcentratie in combinatie met
hogere portale insulineconcentratie na maaltijd leidt tot glucoseopname in de hepatocyten.
Opgenomen glucose met glucokinase gefosforyleerd tot glucose-6-fosfaat  stimuleert
glycogeensynthase en brengt glycogeensynthese op gang.
Glucoseopname lever ook afhankelijk van verschil tussen portale en arteriële concentratie.

De skeletspier
Na orale toediening glucose wordt er 30% opgenomen in lever en spieren. Rest wordt via niet-
insulinegemedieerde processen opgenomen in andere organen en in de erytrocyten.
Gezonde endotheelfunctie en microcirculatie zijn essentieel om voldoende insuline en glucose aan
spiercellen te bieden. Binding insuline  fosforylering van aantal eiwitten uiteindelijk resulteert in
translocatie van glucosetransporter GLUT4 naar celmembraan. Nadat glucose in spiercel is
opgenomen  via hexokinase gefosforyleerd tot glucose-6-fosfaat  opgeslagen of meteen gebruikt
afhankelijk van status.

, Vetweefsel
Meeste energie ligt opgeslagen in vetweefsel. Insuline  schakel tussen triglyceridenafbraak
(lipolyse) en triglyceridenaanmaak, via opname van glucose en vetzuren in vetcel. Bouwstenen
triglyceriden:
- Glycerol-3-fosfaat  gemaakt uit intracellulair glucose, dat postpradniaal onder invloed van
insuline via GLUT4 de adipocyt in getransporteerd wordt.
- Geactiveerde vetzuren  bereiken cel via vetzuurtransporters in membraan adipocyt.
Opslag triglyceriden in adipocyten is belangrijk voor behouden glucosehomeostase (anders glucose-
intolerantie).
€2,99
Accéder à l'intégralité du document:

Garantie de satisfaction à 100%
Disponible immédiatement après paiement
En ligne et en PDF
Tu n'es attaché à rien


Document également disponible en groupe

Faites connaissance avec le vendeur

Seller avatar
Les scores de réputation sont basés sur le nombre de documents qu'un vendeur a vendus contre paiement ainsi que sur les avis qu'il a reçu pour ces documents. Il y a trois niveaux: Bronze, Argent et Or. Plus la réputation est bonne, plus vous pouvez faire confiance sur la qualité du travail des vendeurs.
bentebrandsma Hanzehogeschool Groningen
S'abonner Vous devez être connecté afin de suivre les étudiants ou les cours
Vendu
104
Membre depuis
7 année
Nombre de followers
77
Documents
57
Dernière vente
3 année de cela

3,3

12 revues

5
1
4
3
3
7
2
1
1
0

Récemment consulté par vous

Pourquoi les étudiants choisissent Stuvia

Créé par d'autres étudiants, vérifié par les avis

Une qualité sur laquelle compter : rédigé par des étudiants qui ont réussi et évalué par d'autres qui ont utilisé ce document.

Le document ne convient pas ? Choisis un autre document

Aucun souci ! Tu peux sélectionner directement un autre document qui correspond mieux à ce que tu cherches.

Paye comme tu veux, apprends aussitôt

Aucun abonnement, aucun engagement. Paye selon tes habitudes par carte de crédit et télécharge ton document PDF instantanément.

Student with book image

“Acheté, téléchargé et réussi. C'est aussi simple que ça.”

Alisha Student

Foire aux questions