H2: Bouwstenen - teken en het communicatieproces..............................................................................................2
Verschillende visies op het communicatieproces.................................................................................................6
Bouwstenen- vormen van communicatie.............................................................................................................6
De ontwikkeling van de communicatiewetenschappen als discipline......................................................................7
Paradigmatische strijd in de communicatiewetenschappen................................................................................8
Theoretische diversiteit in de communicatiewetenschappen..............................................................................9
H4: Coming of age – massamaatschappij en communicatiestudies.......................................................................11
Propaganda.........................................................................................................................................................12
Snelle opkomst en bloei van de communicatiewetenschappen: slingerbewegingen in het mainstreamparadigma
.................................................................................................................................................................................13
Een nieuwe context, een nieuwe impuls en leentjesbuur bij andere disciplines...............................................13
Media en publiek: van machtige media naar limited effects en weer terug......................................................17
Het alternatieve kritische paradigma......................................................................................................................20
Kritische theorie en Frankfurter Schule..................................................................................................................21
Politieke economie van communicatie...................................................................................................................23
Cultural studies........................................................................................................................................................25
Nieuwe tijden, nieuwe media en nieuwe theorieën?.............................................................................................28
Sociale verandering en de dubbele dimensie van media...................................................................................30
Communicatorstudies: een typologie.................................................................................................................32
Normatieve theorieën over media..........................................................................................................................34
Media en het algemeen belang...........................................................................................................................36
Content is king? Een inhoudelijk perspectief op de mediaboodschap en representatie.......................................37
Journalistiek en de objectiviteitskwestie............................................................................................................37
News values.........................................................................................................................................................37
News framing......................................................................................................................................................37
Stereotypering en categorisering........................................................................................................................38
Genre, medialogica en format............................................................................................................................38
Een publieksperspectief..........................................................................................................................................39
1
,H2: BOUWSTENEN - TEKEN EN HET COMMUNICATIEPROCES
TEKEN, SEMIOTIEK EN REPRESENTATIE
- Teken= basiselement van het communicatieproces/ betekenisvol communiceren
- Wetenschappelijk domein van de semiotiek/ semiologie= leer van de tekens, van het betekenisvol
gebruik van tekens.
o 3 centrale studiedomeinen waar semiologen zich op focussen
Tekens zelf en indeling in soorten
Codes (=stelsels) of systemen
Cultuur waarbinnen tekens en codes opereren
o Verschillende subdisciplines van semiotiek
Fonologie
Syntaxis
Pragmatiek
Semantiek
- Representatie= complex proces: waarbij betekenisgevende praktijken (=handelingen) lijken te staan
voor iets of iemand uit de ‘echte’ wereld, waarbij iets of iemand uit de ‘echte’ wereld wordt
voorgesteld.
o Twee processen of representatiesystemen:
Systeem dat objecten, mensen, gebeurtenissen verbindt aan een reeks concepten
of mentale representaties die we in ons hoofd meedragen
Talig systeem om een gedeelde conceptual ‘map’ (=conceptuele kaart) in een
gemeenschappelijke taal te vertalen
TEKENSYSTEMEN
1. Het tekensysteem van DE SAUSSURE (Taalkundige dimensie van het teken)
Ferdinand de Saussure (1857-1913)
Twee kernelementen:
o Betekenaar / signifiant / signifier
o Betekende / signifié / signified
referent
2. Het tekensysteem van PEIRCE (Filosofische en psychologische dimensie van het teken)
Charles Sanders Peirce (1839-1914)
Drie elementen:
o Object
o Representamen
o Interpretant
TEKENINDELING
• De bekendste is die van PEIRCE Peirce onderscheid drie types van tekens:
o Symbolische tekens
o Iconische tekens
o Indexicale tekens
2
,DE SEMIOTISCHE BENADERING VAN BARTHES (OOK EEN SEMIOTICUS)
- Verschillende betekenisniveaus van tekens (cf. Barthes)
DENOTATIE (primaire betekenisniveau)
CONNOTATIE (secundaire betekenisniveau)
o Evaluatieve lading
o Referentiële lading
IDEOLOGIE/MYTHES (tertiaire betekenisniveau)
HET COMMUNICATIEPROCES: DE BASISELEMENTEN OF BOUWSTENEN
- 5 basiselementen van het communicatieproces:
COMMUNICATOR
o Feedback/ feedforward
o Selectieprocessen
BOODSCHAP
o Referentiële/inhoudelijke aspect
(concrete) werkelijkheid (referentie) VS (abstracte)
begrippen (representatie)
o Expressieve of vormelijke aspect
o Relationele aspect
o Appelerende aspect
ENCODING/ DECODING
o Eenheden; Patronen; Digitale/conventionele code VS analoge/natuurlijke code
o Meaningful discourse
o Decodering: gemeenschappelijke taal en code
o Verschillende ‘lezingen’ of decoderingen:
Dominant / hegemonic / preferred reading
Negotiated reading
Oppositional / ‘counter-hegemonic’ reading
TRANSMISSIE, KANAAL, MEDIUM
o Ruis
Externe ruis
interne ruis
- Psychologische ruis
- Semantische ruis
- Mechanische / technische ruis
ONTVANGER
o Selectieprocessen bij ontvangst van communicatieboodschappen
Selectieve blootstelling
Selectieve waarneming
Selectief onthouden
Selectief aanvaarden
o Wanneer is communicatieproces geslaagd?
Effectiviteitscriterium; internationaliteitscriterium; interactiviteitscriterium
3
, BOUWSTENEN – COMMUNICATIEMODELLEN
M odel: gesimplificeerde (grafische) beschrijving van een deel van de werkelijkheid
o Structuur of proces weer en hun relaties
o Selectieve en systematische weergave van het dynamische massacommunicatieproces
o Beschrijving via reductie van complexiteit
Voordelen
o Organiserende functie
o Heuristische functie
o Formuleren van onderzoeksvragen en hypothesen,
aandachtspunten en methode
Nadelen en kritieken
o Oversimplificerend
o Verwarrend en verblindend tegenover realiteit (blind zijn)
➔ Geeft de essentiële elementen weer van het communicatieproces.
➔ Op basis van nadelen worden er nieuwe modellen gemaakt die meer
LINEAIRE (RECHTLIJNIG) OF CIRCULAIR zijn
COMMUNICATIEMODEL VAN LASSWELL (1948)
Kritieken op het model:
o Primair
o Simplistisch
o Kind van zijn tijd
COMMUNICATIEMODEL VAN SHANNON EN WEAVER (1949)
Problemen:
o Technisch
o Semantisch
o Effectiviteit
Relevantie:
o Introductie van het begrip ruis; Basis voor andere modellen
Kritiek:
o Onvolledig, statisch en lineair (weinig aandacht voor feedback en cirkelbewegingen)
o Slechts 1 kanaal; Eenrichtingsproces
o Weinig aandacht betekenis boodschap; wel aandacht besteed aan semantische ruis.
4