Begrippen Psychomotorische ontwikkeling
Psychomotoriek
Psychomotoriek verwijst naar het motorisch – intentioneel bewegen. Het doelgericht
inzetten van het lichaam en de bewegingen om een specifiek, vooraf bepaald doel te
bereiken.
Dit vraagt niet alleen samenwerking in de motorische aspecten zoals de spieren
maar ook sociale aspecten en emotionele aspecten.
Psychomotorische ontwikkeling is de ontwikkeling van de motoriek in relatie tot de
cognitieve, sociaal-affectieve en zuivere motorische elementen
Cognitie
Cognitie is het geheel van die centrale processen die betrokken zijn bij het opnemen
en verwerken van informatie.
Die verwerking houdt in: het vergelijken met de aanwezige informatie, in samenhang
brengen met reeds aanwezige kennis, begrepen informatie opslaan en zo nodig weer
oproepen.
1
, Begrippen Psychomotorische ontwikkeling
Sociaal affectief
Sociaal affectief is hoe je omgaat met andere mensen, hoe je emoties zijn.
De sociaal affectieve ontwikkeling is de ontwikkeling van een eigen persoonlijkheid.
Bij sociaal affectief hoort onder andere het ontwikkelen van emoties, zelfbeeld en het
temperament van het kind.
Het sociaal gedeelte omvat het krijgen van begrip voor andere kinderen en het
ontwikkelen van positief gedrag ten opzichte van andere kinderen.
Het affectief gedeelte wil zeggen dat het kind kennis heeft van omgangsregels en
relaties tussen mensen. Het kind leert gevoelens van zichzelf en anderen begrijpen
om daar goed mee om te gaan.
Motoriek
De motoriek is het vermogen om te bewegen.
Motoriek is het functioneren van het bewegingsapparaat.
Ontwikkelingsveld
Gesell onderscheidt 5 ontwikkelingsvelden
- Adaptatie: toepassing van de motoriek in het dagelijkse leven en spel
- Fijne motoriek: ontwikkeling van kijken tot grijpen en manipuleren
- Grove motoriek: ontwikkeling van hoofdbalans tot lopen
- Spraak- en taalontwikkeling: ontwikkeling van communicatieve vaardigheden
- Ontwikkeling van de persoonlijkheid en sociale vaardigheden.
2
, Begrippen Psychomotorische ontwikkeling
Visuomotoriek
Het oog kijkt, de hand manipuleert en er is een planningscomponent en een
ruimtelijke redeneercomponent.
Het omzetten van visuele waarnemingen in een motorische handeling wordt
visuomotoriek genoemd.
Het geheel van deze visuomotorische vaardigheden ligt aan de basis van heel wat
deelprocessen van lezen, schrijven en rekenen.
Visueel-ruimtelijke perceptie
De visueel-ruimtelijke perceptie hebben we nodig om te weten waar je bent in de
ruimte ten opzichte van andere personen en of voorwerpen.
De visueel-ruimtelijke perceptie is ook belangrijk om informatie over afstanden,
groottes en maten goed te verwerken
Ontwikkeling
Ontwikkeling is een dynamisch proces dan continu aanwezig is.
Met ontwikkeling bedoelt men het veranderen van een aanwezige structuur.
Ontwikkeling is een levenslang proces en geen momentopname. Er is enkel sprake
van een geleidelijke verandering.
Ontwikkeling is een kwalitatieve verandering
Groei
Groei is een kwantitatieve verandering bestaande uit een vermeerdering van cellen
met als gevolg een toename van lichaamsafmetingen en een verandering van
lichaamsverhoudingen
3
Psychomotoriek
Psychomotoriek verwijst naar het motorisch – intentioneel bewegen. Het doelgericht
inzetten van het lichaam en de bewegingen om een specifiek, vooraf bepaald doel te
bereiken.
Dit vraagt niet alleen samenwerking in de motorische aspecten zoals de spieren
maar ook sociale aspecten en emotionele aspecten.
Psychomotorische ontwikkeling is de ontwikkeling van de motoriek in relatie tot de
cognitieve, sociaal-affectieve en zuivere motorische elementen
Cognitie
Cognitie is het geheel van die centrale processen die betrokken zijn bij het opnemen
en verwerken van informatie.
Die verwerking houdt in: het vergelijken met de aanwezige informatie, in samenhang
brengen met reeds aanwezige kennis, begrepen informatie opslaan en zo nodig weer
oproepen.
1
, Begrippen Psychomotorische ontwikkeling
Sociaal affectief
Sociaal affectief is hoe je omgaat met andere mensen, hoe je emoties zijn.
De sociaal affectieve ontwikkeling is de ontwikkeling van een eigen persoonlijkheid.
Bij sociaal affectief hoort onder andere het ontwikkelen van emoties, zelfbeeld en het
temperament van het kind.
Het sociaal gedeelte omvat het krijgen van begrip voor andere kinderen en het
ontwikkelen van positief gedrag ten opzichte van andere kinderen.
Het affectief gedeelte wil zeggen dat het kind kennis heeft van omgangsregels en
relaties tussen mensen. Het kind leert gevoelens van zichzelf en anderen begrijpen
om daar goed mee om te gaan.
Motoriek
De motoriek is het vermogen om te bewegen.
Motoriek is het functioneren van het bewegingsapparaat.
Ontwikkelingsveld
Gesell onderscheidt 5 ontwikkelingsvelden
- Adaptatie: toepassing van de motoriek in het dagelijkse leven en spel
- Fijne motoriek: ontwikkeling van kijken tot grijpen en manipuleren
- Grove motoriek: ontwikkeling van hoofdbalans tot lopen
- Spraak- en taalontwikkeling: ontwikkeling van communicatieve vaardigheden
- Ontwikkeling van de persoonlijkheid en sociale vaardigheden.
2
, Begrippen Psychomotorische ontwikkeling
Visuomotoriek
Het oog kijkt, de hand manipuleert en er is een planningscomponent en een
ruimtelijke redeneercomponent.
Het omzetten van visuele waarnemingen in een motorische handeling wordt
visuomotoriek genoemd.
Het geheel van deze visuomotorische vaardigheden ligt aan de basis van heel wat
deelprocessen van lezen, schrijven en rekenen.
Visueel-ruimtelijke perceptie
De visueel-ruimtelijke perceptie hebben we nodig om te weten waar je bent in de
ruimte ten opzichte van andere personen en of voorwerpen.
De visueel-ruimtelijke perceptie is ook belangrijk om informatie over afstanden,
groottes en maten goed te verwerken
Ontwikkeling
Ontwikkeling is een dynamisch proces dan continu aanwezig is.
Met ontwikkeling bedoelt men het veranderen van een aanwezige structuur.
Ontwikkeling is een levenslang proces en geen momentopname. Er is enkel sprake
van een geleidelijke verandering.
Ontwikkeling is een kwalitatieve verandering
Groei
Groei is een kwantitatieve verandering bestaande uit een vermeerdering van cellen
met als gevolg een toename van lichaamsafmetingen en een verandering van
lichaamsverhoudingen
3