Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Woordenlijst Beleid €16,16   Ajouter au panier

Autre

Woordenlijst Beleid

 4 vues  0 fois vendu

Dit document bevat alle woorden met definities die te kennen zijn voor het opleidingsonderdeel van beleid voor het academiejaar . Door het studeren van deze woordenlijst ken je al een groot deel van het examen. De samenvatting van dit vak verduidelijkt de woordenlijst en maakt duidelijk waar welke ...

[Montrer plus]

Aperçu 3 sur 23  pages

  • 9 août 2024
  • 23
  • 2021/2022
  • Autre
  • Inconnu
Tous les documents sur ce sujet (1)
avatar-seller
manonvde2002
Woordenlijst beleid
Deel 1: MESONIVEAU
De PO en beleid
Beleid Verwijst in onze opleiding meestal naar:
1. Regelgeving en organisatiestructuren in
voorzieningen  mesoniveau
2. (politieke) beslissingen en regelgeving 
macroniveau
Vlaamse Kwalificaties en verantwoordelijkheden per onderwijsniveau zijn
kwalificatiestructuur (VK) vastgelegd in een Vlaams kwalificatiestructuur.

Kwalificatie = wat je moet kunnen en kennen om je beroep uit
te oefenen.
Domeinspecifieke Specifieke competenties die een student moet behalen na het
leerresultaten volgen v/e opleiding op een bepaald niveau, in een bepaald
domein
Beleid op macroniveau Politieke beslissingen en regelgeving die door overheden
en hun administraties, die impact hebben op de cliënt +
hulpverlening + de ruimere samenleving.
Structureel probleem Een probleem dat niet op te lossen valt in de begeleiding van
de cliënt en zijn cliëntsysteem op microniveau. De oorzaak ligt
in beslissingen en regelgeving op macroniveau.

1. LET OP! Een structureel probleem kan zich ook
manifesteren ten aanzien van praktijkgericht
orthopedagogen. Ook zij kunnen een negatief effect
ondervinden van beleidsbeslissingen en regelgeving op
macroniveau.
2. LET OP! Een structureel probleem kan ook een oorzaak
hebben in de organisatie of het beleid van de
voorziening op mesoniveau van het grondplan.
Signaleren Het informeren van bevoegde/ verantwoordelijke personen en
instanties op macroniveau (vb.: agentschap opgroeien) of
mesoniveau (vb.: directie v/d voorziening), over negatieve
effecten v/h beleid op de cliënt of de PO.
De PO als deel van de organisatie
Organisatie Een voorziening.
Het is een samenwerkingsverband tussen meerdere personen
om een doel te bereiken (Curvers).

Missie Geeft de opdracht en de identiteit van de voorziening weer. Het
is een stabiel/ ongewijzigd gegeven.

Waarden Geven richting aan het gedrag van de medewerkers v/d
voorziening.
- Vb.: vertrouwen: men wil dat medewerkers elkaar
vertrouwen en ze niet onnodig en voortdurend
controleren. Die controle kost tijd en energie
Visie Geeft het toekomstbeeld en de lange termijnambities v/d
voorziening weer. Dynamisch, het is voor een bepaalde periode.

,Opdrachtverklaring Voorzieningen schrijven hun doelen op in een
opdrachtverklaring. Het is een verklaring die bestaat uit de:
- De missie + visie + waarden v/d organisatie.
- Het heeft 5 functies
Kadergevende functie Helpt de organisatie prioriteiten te stellen.
Cultuurvormende functie Een voorziening wil een klimaat van vertrouwen, want men
gelooft dat dit motiverend en versterkend werkt. De organisatie
wil dat medewerkers elkaar vertrouwen en geloven in elkaars
capaciteiten. Want collega’s die vertrouwen uitspreken en
uitstralen zorgen voor een klimaat of cultuur van vertrouwen in
de voorziening.
Onderscheidende functie Geeft de voorziening een imago t.a.v. andere organisaties.
Evaluerende functie Gaat de werking, beslissingen en gedrag v/d organisatie
evalueren.
Motiverende functie Als de waarden, missie en visie aansluiten bij die v/d
medewerkers.
Organisatiestructuur De taakverdeling in de organisatie. De structuur hangt af van:
1. De keuze die het management maakt:
managementkeuzes
a. De organisatiestructuur en de functies daarbinnen
hangen deels af van de management keuzes v/d
organisatie
2. De ondernemingsvorm:
a. Vb.: vzw, stichting… hebben een andere structuur
b. De Federale overheid bepaalt voor elke
ondernemingsvorm andere basisregels  andere
structuren.
Vzw Vereniging Zonder Winstoogmerk
Is een groep personen die een belangeloos doel nastreeft,
zoals vb.: hulpverlening organiseren voor kinderen met een
beperking.
Statuten Een grondwet voor de vzw, die gepubliceerd worden bij het
staatsblad bij oprichting v/d vzw.

Algemene vergadering Bepaalt de algemene beleidslijnen en heeft de hoogste
macht in de voorziening. Hier zetelen stichtende leden.
Bestuursorgaan Gaat de algemene beleidslijnen uitvoeren (trapje lager dan
algemene vergadering). Zetelen bestuurders.

Dagelijks bestuur Staan op dagelijkse basis in voor het bestuur v/d vzw. De
directie maakt hier deel van uit.

Feitelijke vereniging Is net zoals een VZW een overeenkomst tussen twee of
meer personen. Zij streeft een belangeloos doel na door
activiteiten te organiseren om dit doel te bereiken. De feitelijke
vereniging mag net zoals de VZW geen winst uitkeren.
(Kenmerken p.5)
Stichting Een ondernemingsvorm die net als een vzw een belangeloos
doel nastreeft én geen winst mag uitkeren aan de stichters
of bestuursleden. Een stichting heeft een
rechtspersoonlijkheid. Er zijn 2 types stichting:
- Stichting van openbaar nut

, - Private stichtingen
Vennootschap Een ondernemingsvorm met een commercieel doel. Ze willen
vennoten of oprichters een aandeel geven in de vennootschap.
Bij winst ontvangen vennoten winstuitkering. Ze hebben een
rechtspersoonlijkheid.
Eenmanszaak Het is opgericht door één natuurlijke persoon. De
onderneming heeft dus geen rechtspersoonlijkheid, de
persoon is dus onbeperkt aansprakelijk is voor de daden en
mogelijke financiële verliezen van de eenmanszaak.
- LET OP! Een eenmanszaak is in principe geen
‘organisatie’, WANT een organisatie is een
samenwerkingsverband tussen meerdere personen om
specifieke doelen te bereiken.
Organigram Visuele weergave van de organisatiestructuur. Omschrijft
de verschillende functies in de organisatie + de wijze waarop
deze zich ten opzichte van elkaar verhouden.
Er zijn verschillende soorten weergaven: lijnstructuur,
staforganisatie, collegiale organisatiestructuur, functionele- en
divisionele organisatiestructuur
Functie Een geheel van taken, bevoegdheden en
verantwoordelijkheden.
Lijnstructuur 1 leidinggevende die rechtstreeks verantwoordelijk is voor de
medewerkers én alle facetten v/d organisatie.
- Plus: handig voor kleine organisaties
- Min: grote druk voor directeur

Staforganisatie In een staforganisatie zijn er stafmedewerkers die een aantal
taken van de leidinggevende overnemen en die de
leidinggevende adviseren.
Stafmedewerker - Neemt taken over v/d directie.
- Kan de leidinggevende advies verlenen.
o Leidinggevende neemt wel de eindbeslissing
Collegiale Meerdere gelijkwaardige leidinggevende.
organisatiestructuur - Plus: ze vinden steun bij elkaar
- Min: vertraagde besluitvaardigheid bij verschillende visies
- Min: kan voor onduidelijkheid zorgen bij medewerkers

Functionele 1 algemene directeur die de eindeverantwoordelijkheid heeft,
organisatiestructuur in combinatie met directeurs die een verantwoordelijkheid
dragen voor afdelingen met specifieke functies i/d organisatie.
- Directeur heeft impact op de hele voorziening en niet
enkel over hun afdeling.

Divisionele Bouwt verdere op de functionele organisatiestructuur.
organisatiestructuur Bij de divisionele organisatiestructuur zijn er:
- Enkele functionele afdelingen, met functionele
directeurs vb.: de pedagogische directeur die
verantwoordelijkheid dragen voor de hele voorziening.
- Divisie = is een afscheiding in de organisatie die meer
autonoom werkt en die instaat voor een afgebakend
takenpakket. De directeur heeft enkel
verantwoordelijkheid over zijn divisie en NIET over de
hele organisatie.

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur manonvde2002. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €16,16. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

85169 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€16,16
  • (0)
  Ajouter