Ziekteleer:
cardiovasculaire
aandoeningen
Prof. F. Timmermans
1
,2
, Deel 1: introductie cardiale
anatomie & fysiologie
Ziek, uitgezet hart:
Verminderde hartpompfunctie
Contractiekracht ↓
Hart= groot geworden
met weinig kracht toch pompfunctie uitoefenen
genetisch/hartinfarct
Normaal pompend hart:
LV pompt > 52% vh linker einddiastolisch volume uit
fase op einde vd hartrelaxatie, na atriale contractie
diastole= relaxatie: ventrikels vullen met bloed
- isovolumetrische relaxatie: snelle drukval in ventrikels zonder verandering volume
- snelle vullingsfase: lediging v atria
- diastase= trage vulling
- extra vulling= drukopbouw: door atriale contractie
langer
verkort meer tijdens inspanning
systole= ejectiefase = kortdurend, 1/3 cardiale cyclus
verkort weinig als HF↑ (bij fysieke inspanning)
Atria: fungeren als reservoirs gevuld tijdens ventrikel systole
vult snel ventrikels opnieuw tijdens diastole
geen atria: te weinig tijd om ventrikels met bloed te vullen vanuit longaders
diastolische functie vd LV bepaald door passieve & actieve componenten ih myocardweefsel:
- veer-effect na contractie
- actieve relaxatie: ATP vereist om acto-myosine bruggen af te breken
- passieve relaxatie:
diastolische dysfunctie: ontstaat door cellulaire/extracellulaire wijzigingen
3
, 1. het hart & bloedvatstelsel
Ontstaan vanuit mesodermale voorlopercellen ih embryo
1.1. bloedvaten: gesloten circuit
vertakken tot capillairen/haarvaten
in contact met cellen
bekleed met endotheelcellen => diverse functies:
- vasomotore functie
gladde spiercellen vd tunica media aanzetten tot contractie
diameter ↓
weerstand ↑
- mantel vr bloedcellen
- hemostase: klontervorming, trombogeen
- angiogenese: produceren groeifactoren
- barrièrefunctie: virussen kù niet in weefsel binnendringen
- nieren: filterfunctie
- lymfeknopen: homing v witte bloedcellen
aorta: breedste bloedvat
hoe distaler nr eindorgaan, hoe dunner
essentiële functies:
- passieve conduit functie: afvoerbuis v bloed organen
- elastische reservoir functie zorgt vr optimale cardio-vasculaire efficiëntie
- drukbufferfunctie beschermt eindorganen v te hoge druk & te hoge pulsatie durk
buffering vd pulsatiele druk
beschermt eindorganen arteriolen & capillairen beschadig door hoge
pulsatiele druk
organen met hoge flow & lage weerstand= meest gevoelig hersenen, nieren
ejectie vh bloed tijdens systole zorgt vr drukgolf id wand vd aorta
plant zich voort via aortawand nr organen
weerkaatst op:
bifucatieplaatsen (=splitsing)
hoog resistente arteriolen vd eindorganen
eindorganen extra beschermd tegen excessieve pulsatiliteit
komen samen tot grotere golf terugkomt nr aortawortel tijdens late
systole & vroege diastole
DBD↑
Draagt bij tot coronaire perfusie id diastole
diastolische druk= veel hoger id aorta & id LV
alle arteriën pulseren
bij elke hartslag (systole): deel vd pulsatiele energie id aortawand opgeslagen
vrijgegeven door elastische vezels tijdens diastole
bloed blijft circuleren tijdens diastole
aorta niet pulseren: al het bloed nr eindorganen tijdens systole
hart genereert 3x normale BD
LV moet 3x meer arbeid leveren
transmurale aftakkingen vd coronairen:
doorbloed tijdens diastole
dichtgeknepen tijdens systole door hartspiercontractie
1.2. leeftijd & ziekte
elastische vezels degeneren id aortawand
breken af door proteolyse (afbraak v eiwitten)
afzetting v collageen
4
cardiovasculaire
aandoeningen
Prof. F. Timmermans
1
,2
, Deel 1: introductie cardiale
anatomie & fysiologie
Ziek, uitgezet hart:
Verminderde hartpompfunctie
Contractiekracht ↓
Hart= groot geworden
met weinig kracht toch pompfunctie uitoefenen
genetisch/hartinfarct
Normaal pompend hart:
LV pompt > 52% vh linker einddiastolisch volume uit
fase op einde vd hartrelaxatie, na atriale contractie
diastole= relaxatie: ventrikels vullen met bloed
- isovolumetrische relaxatie: snelle drukval in ventrikels zonder verandering volume
- snelle vullingsfase: lediging v atria
- diastase= trage vulling
- extra vulling= drukopbouw: door atriale contractie
langer
verkort meer tijdens inspanning
systole= ejectiefase = kortdurend, 1/3 cardiale cyclus
verkort weinig als HF↑ (bij fysieke inspanning)
Atria: fungeren als reservoirs gevuld tijdens ventrikel systole
vult snel ventrikels opnieuw tijdens diastole
geen atria: te weinig tijd om ventrikels met bloed te vullen vanuit longaders
diastolische functie vd LV bepaald door passieve & actieve componenten ih myocardweefsel:
- veer-effect na contractie
- actieve relaxatie: ATP vereist om acto-myosine bruggen af te breken
- passieve relaxatie:
diastolische dysfunctie: ontstaat door cellulaire/extracellulaire wijzigingen
3
, 1. het hart & bloedvatstelsel
Ontstaan vanuit mesodermale voorlopercellen ih embryo
1.1. bloedvaten: gesloten circuit
vertakken tot capillairen/haarvaten
in contact met cellen
bekleed met endotheelcellen => diverse functies:
- vasomotore functie
gladde spiercellen vd tunica media aanzetten tot contractie
diameter ↓
weerstand ↑
- mantel vr bloedcellen
- hemostase: klontervorming, trombogeen
- angiogenese: produceren groeifactoren
- barrièrefunctie: virussen kù niet in weefsel binnendringen
- nieren: filterfunctie
- lymfeknopen: homing v witte bloedcellen
aorta: breedste bloedvat
hoe distaler nr eindorgaan, hoe dunner
essentiële functies:
- passieve conduit functie: afvoerbuis v bloed organen
- elastische reservoir functie zorgt vr optimale cardio-vasculaire efficiëntie
- drukbufferfunctie beschermt eindorganen v te hoge druk & te hoge pulsatie durk
buffering vd pulsatiele druk
beschermt eindorganen arteriolen & capillairen beschadig door hoge
pulsatiele druk
organen met hoge flow & lage weerstand= meest gevoelig hersenen, nieren
ejectie vh bloed tijdens systole zorgt vr drukgolf id wand vd aorta
plant zich voort via aortawand nr organen
weerkaatst op:
bifucatieplaatsen (=splitsing)
hoog resistente arteriolen vd eindorganen
eindorganen extra beschermd tegen excessieve pulsatiliteit
komen samen tot grotere golf terugkomt nr aortawortel tijdens late
systole & vroege diastole
DBD↑
Draagt bij tot coronaire perfusie id diastole
diastolische druk= veel hoger id aorta & id LV
alle arteriën pulseren
bij elke hartslag (systole): deel vd pulsatiele energie id aortawand opgeslagen
vrijgegeven door elastische vezels tijdens diastole
bloed blijft circuleren tijdens diastole
aorta niet pulseren: al het bloed nr eindorganen tijdens systole
hart genereert 3x normale BD
LV moet 3x meer arbeid leveren
transmurale aftakkingen vd coronairen:
doorbloed tijdens diastole
dichtgeknepen tijdens systole door hartspiercontractie
1.2. leeftijd & ziekte
elastische vezels degeneren id aortawand
breken af door proteolyse (afbraak v eiwitten)
afzetting v collageen
4