Beroepsrollen in sociaal werk
Deel 1: Fundamenten van Sociaal werk
Globale definitie Sociaal werk
Sociaal werk = een praktijkgericht beroep
= academische discipline
= beroep waarbij haalbare doelen geformuleerd worden in
samenspraak met
belanghebbenden
4 doelen van SW => sociale cohesie,
sociale verandering en ontwikkeling,
empowerment,
bevrijding van mensen (= onderdrukking of privileges
bestrijden)
4 waarden van SW => sociale rechtvaardigheid (= gelijke kansen en uitkomsten)
(≠ solidariteit),
mensenrechten,
collectieve verantwoordelijkheid,
respect voor diversiteit
Einddoel van SW => levensuitdagingen en problemen aanpakken en welzijn
bevorderen
Sociaal- agogisch handelen
= gericht op interactie tussen individu en omgeving
= steeds tijdelijk
Sociaal doel = menswaardig bestaan
Agogisch doel = sociale verandering
-> ontwikkelingsgericht op basis van dialoog
-> ‘samen met’
Duurzaamheid
= Gericht op structurele verandering
Holistische insteek: - ecologisch
- sociaal
- economisch
Sociaal werk als sociaal beroep
Positie tussen individu en samenleving
Relationeel denken en handelen
Sociale rechtvaardigheid
Sociale grondrechten onder druk
Responsabilisering -> in bepalen van grondrechten meer
verantwoordelijkheid bij
individu gelegd
1
, Conditionalisering -> afnemen van grondrechten voorwaardelijk en 1st
moet worden
voldaan aan plichten
Criminalisering -> afnemen van grondrechten wordt ingezet als straf bij
bepaald
gedrag
Deel 2: De 7 beroepsrollen
1) Communicator
= in dialoog gaan met belanghebbenden en actief luisteren naar verhalen,
= doorvragen en in kaart brengen welke hulpvraag/vragen gesteld worden
= SW’er treed op als interpersoonlijke of als maatschappelijke
communicator
2) Medevormgever aan sociaal beleid
= vervult politieke opdracht van SW
= SW’er is opmerkzaam voor situaties van onrecht(vaardigheden) en gaat
deze signaleren
en politiseren op een participatieve manier om zo mee vorm te geven
aan sociaal beleid
3) Tolk
= handelt op snijpunt van leefwereld en systeemwereld
leefwereld is eerder informeel en menselijk
systeemwereld is formeel, vaak schriftelijk, abstract en complex
= SW’er tolkt en verbindt tussen burger (leefwereld) en maatschappelijke
instanties
(systeemwereld)
4) Sociale innovator
= zoekt nieuwe wegen en oplossingen om te komen tot meer sociale
rechtvaardigheid
= handelt proactief, flexibel en dynamisch
= gaat actief op zoek naar nieuwe kansen voor de organisatie en
doelgroep
= SW’er treedt hierbij buiten de eigen ‘comfortzone’ en buiten de grenzen
van de
organisatie
5) Frontliniewerker
= staat heel dicht bij de burgers, is gemakkelijk aanspreekbaar en handelt
zelfstandig
= dienstverlening bieden vanuit de 1e lijn en wordt vaak als 1e met
problemen van burgers
geconfronteerd
= zit in een scharnierpositie tussen individu en systeem en heeft hier een
discretionaire
handelingsruimte
6) Netwerkbouwer
= bouwt mee aan persoonlijke, sociale en professionele netwerken
2
, = bevordert persoonlijk netwerk van belanghebbende bij aanpakken van
de problematiek
= bouwt mee aan sociale netwerken (buurtwerkingen,
samenlevingsopbouw, …) om
mensen uit hun isolement te halen, de sociale cohesie te versterken of
op te komen
voor gemeenschappelijke belangen en rechten
= versterkt het professionele netwerk in functie van actieve, warme en
gerichte
doorverwijzing
7) Organisatieontwikkelaar
= zet in op verhogen van kwaliteit en welzijn van eigen organisatie op 3
niveaus
organisatie-, team- en individueel niveau
= SW’er formuleert een missie en visie van de organisatie geënt op de
fundamenten van
SW
=creëert en faciliteert een organisatiebeleid waarbij alle 7 beroepsrollen
van SW
aandacht krijgen
tussen deze beroepsrollen kan complementariteit en/of spanning
optreden
Deel 3: Beroepsrollen onder de loep
3.1. Frontliniewerker
= SW’ers, ambtenaren en dienstverleners die werken als scharnier
tussen de
wereld van instanties (= systeemwereld) & de leefwereld van mensen
die op hun
diensten zijn aangewezen
Frontliniewerkers staan dicht bij burgers:
Gemakkelijk aanspreekbaar, face-to-face contact
Vaak als 1e geconfronteerd met problemen van burgers + luisteren,
overleggen en
vraagverheldering doen
Signaalfunctie + geven aan hoe beleidsvoornemens worden omgezet in de
praktijk
Spanningsveld --> tussen vragen en noden van belanghebbende(n) & het
bureaucratisch
systeem
Discretionaire ruimte = ruimte om te handelen zonder beperkt te worden door
protocollen en
regels, maar wel rekening houdend met de
wettelijke context
= hoe interpreteert de frontliniewerker de wetgeving
in relatie tot de noden
3
Deel 1: Fundamenten van Sociaal werk
Globale definitie Sociaal werk
Sociaal werk = een praktijkgericht beroep
= academische discipline
= beroep waarbij haalbare doelen geformuleerd worden in
samenspraak met
belanghebbenden
4 doelen van SW => sociale cohesie,
sociale verandering en ontwikkeling,
empowerment,
bevrijding van mensen (= onderdrukking of privileges
bestrijden)
4 waarden van SW => sociale rechtvaardigheid (= gelijke kansen en uitkomsten)
(≠ solidariteit),
mensenrechten,
collectieve verantwoordelijkheid,
respect voor diversiteit
Einddoel van SW => levensuitdagingen en problemen aanpakken en welzijn
bevorderen
Sociaal- agogisch handelen
= gericht op interactie tussen individu en omgeving
= steeds tijdelijk
Sociaal doel = menswaardig bestaan
Agogisch doel = sociale verandering
-> ontwikkelingsgericht op basis van dialoog
-> ‘samen met’
Duurzaamheid
= Gericht op structurele verandering
Holistische insteek: - ecologisch
- sociaal
- economisch
Sociaal werk als sociaal beroep
Positie tussen individu en samenleving
Relationeel denken en handelen
Sociale rechtvaardigheid
Sociale grondrechten onder druk
Responsabilisering -> in bepalen van grondrechten meer
verantwoordelijkheid bij
individu gelegd
1
, Conditionalisering -> afnemen van grondrechten voorwaardelijk en 1st
moet worden
voldaan aan plichten
Criminalisering -> afnemen van grondrechten wordt ingezet als straf bij
bepaald
gedrag
Deel 2: De 7 beroepsrollen
1) Communicator
= in dialoog gaan met belanghebbenden en actief luisteren naar verhalen,
= doorvragen en in kaart brengen welke hulpvraag/vragen gesteld worden
= SW’er treed op als interpersoonlijke of als maatschappelijke
communicator
2) Medevormgever aan sociaal beleid
= vervult politieke opdracht van SW
= SW’er is opmerkzaam voor situaties van onrecht(vaardigheden) en gaat
deze signaleren
en politiseren op een participatieve manier om zo mee vorm te geven
aan sociaal beleid
3) Tolk
= handelt op snijpunt van leefwereld en systeemwereld
leefwereld is eerder informeel en menselijk
systeemwereld is formeel, vaak schriftelijk, abstract en complex
= SW’er tolkt en verbindt tussen burger (leefwereld) en maatschappelijke
instanties
(systeemwereld)
4) Sociale innovator
= zoekt nieuwe wegen en oplossingen om te komen tot meer sociale
rechtvaardigheid
= handelt proactief, flexibel en dynamisch
= gaat actief op zoek naar nieuwe kansen voor de organisatie en
doelgroep
= SW’er treedt hierbij buiten de eigen ‘comfortzone’ en buiten de grenzen
van de
organisatie
5) Frontliniewerker
= staat heel dicht bij de burgers, is gemakkelijk aanspreekbaar en handelt
zelfstandig
= dienstverlening bieden vanuit de 1e lijn en wordt vaak als 1e met
problemen van burgers
geconfronteerd
= zit in een scharnierpositie tussen individu en systeem en heeft hier een
discretionaire
handelingsruimte
6) Netwerkbouwer
= bouwt mee aan persoonlijke, sociale en professionele netwerken
2
, = bevordert persoonlijk netwerk van belanghebbende bij aanpakken van
de problematiek
= bouwt mee aan sociale netwerken (buurtwerkingen,
samenlevingsopbouw, …) om
mensen uit hun isolement te halen, de sociale cohesie te versterken of
op te komen
voor gemeenschappelijke belangen en rechten
= versterkt het professionele netwerk in functie van actieve, warme en
gerichte
doorverwijzing
7) Organisatieontwikkelaar
= zet in op verhogen van kwaliteit en welzijn van eigen organisatie op 3
niveaus
organisatie-, team- en individueel niveau
= SW’er formuleert een missie en visie van de organisatie geënt op de
fundamenten van
SW
=creëert en faciliteert een organisatiebeleid waarbij alle 7 beroepsrollen
van SW
aandacht krijgen
tussen deze beroepsrollen kan complementariteit en/of spanning
optreden
Deel 3: Beroepsrollen onder de loep
3.1. Frontliniewerker
= SW’ers, ambtenaren en dienstverleners die werken als scharnier
tussen de
wereld van instanties (= systeemwereld) & de leefwereld van mensen
die op hun
diensten zijn aangewezen
Frontliniewerkers staan dicht bij burgers:
Gemakkelijk aanspreekbaar, face-to-face contact
Vaak als 1e geconfronteerd met problemen van burgers + luisteren,
overleggen en
vraagverheldering doen
Signaalfunctie + geven aan hoe beleidsvoornemens worden omgezet in de
praktijk
Spanningsveld --> tussen vragen en noden van belanghebbende(n) & het
bureaucratisch
systeem
Discretionaire ruimte = ruimte om te handelen zonder beperkt te worden door
protocollen en
regels, maar wel rekening houdend met de
wettelijke context
= hoe interpreteert de frontliniewerker de wetgeving
in relatie tot de noden
3