Beroepsproduct:
Kunstzinnige oriëntatie
1. Visie
De Blijberg
Kinderen geven op een autonome manier vorm aan de wereld. Ieder ervaart dit vanuit zijn of haar eigen beleving.
De opgedane ervaring kan een verbaal gebeuren zijn, maar kan ook op een creatieve manier ervaren worden.
De Blijberg school benadrukt de creatieve manier met de vrijdag vieringen. Op deze wijze wordt het einde van de
schoolweek door de hele school gevierd. Er wordt uitgebreid belangstelling getoond aan creatieve expressie en
talenten ontwikkeling, welke heel erg gewaardeerd worden. De kinderen mogen dit op geheel eigen wijze invullen.
Dit wordt ook wel autonome vormgeving genoemd en wordt geuit met drama, dans, poëzie, voorlezen en
poppenkast. Het stimuleert de experimentele en onderzoekende houding van het kind. Tevens zet het aan tot
persoonlijke ontwikkeling, zelfbeeld, identiteitsvorming en burgerschapsvorming.
,De onderwijsdoelen op het gebied van kunstzinnige oriëntatie, hebben altijd te maken met tijd, cultuur,
maatschappij en de onderwijsvisie van de school. De visie van de school is een overkoepelend gegeven, die invloed
heeft op de kunstzinnige oriëntatie. De Blijberg werkt vanuit de Jenaplan visie. Het is een bijzondere werkwijze,
namelijk het werken in stamgroepen. Er wordt uitgegaan, dat kinderen heel verschillend zijn, maar ze kunnen veel
van elkaar leren. Daarom worden ze in stamgroepen geplaatst, die bestaan uit kinderen van verschillende leeftijden.
De visie loopt door in het kunstonderwijs van de Blijberg. Kinderen maken kennis met kunstzinnige en culturele
aspecten, oftewel leren de verschillen in hun omgeving en leren elkaar waarderen op deze verschillen. Net als het
karakter van de stamgroepen.
Mijn visie
Algemeen:
Naar mijn mening heeft kunstonderwijs te maken met alle aspecten van het leven. In het leven krijg je te maken
met verschillende culturen, opvattingen en beelden. Beïnvloed door belevingen, interesses en omgeving van het
individu. Om hier mee om te kunnen gaan is het kunstonderwijs een aanwinst. Aangezien emoties en gedachtes
vaak ontastbaar zijn maar door creatieve uitingen tastbaar worden met behulp van het kunstonderwijs. Door de
creatieve uitwerking leren de kinderen sociale competenties en democratisch burgerschap. De kinderen voelen zich
verantwoordelijk voor elkaar en de gemeenschap en staan open voor de verschillen tussen mensen.
Een aantal jaar geleden ben ik afgestudeerd aan de kunstacademie Rotterdam. Het was een kunstinnige zoektocht
naar persoonlijke groei, waarbij zelfreflectie op eigen werk en reflecteren naar anderen centraal stond. Tevens heeft
het maken van kunst geholpen grip te krijgen op de wereld. Kunst maken en kunst ervaren hebben zo een functie
voor kinderen, namelijk ook grip krijgen op de eigen wereld én handvaten krijgen om grip te krijgen op die wereld.
Het ondersteunt bij persoonlijke ontwikkeling bij de kinderen en het zelfbewustzijn wat een waardevol aspect in de
samenleving.
Doelgroep en vakgericht:
Beeldend vormen: Het ontdekkend leren is een essentiële competentie binnen het kunstonderwijs. Het proces
staat bovenaan en daarna pas het eindproduct. De tastervaring en kennismaking met verschillende materialen
(het proces) is belangrijk. Voor kleuters is beeldend vormgeven aanvankelijk een sensorpathisch spel met
materiaal. De kinderen leren zich te uiten, doormiddel van kunstzinnige domeinen en materiaal onderzoek aan de
hand van de aspecten kleur, vorm, ruimte, textuur en compositie. Het proces is de beleving en ontdekking voor het
jonge kind en het eindproduct wordt gereflecteerd op eigen werk, maar ook van anderen want de beelden kunnen
ook emoties laten zien. Een tekening kan dus narratief zijn; het eindproduct vertelt een verhaal, zonder woorden te
gebruiken.
Dans: Tijdens dans is het belangrijk dat er aansluiting is bij de factoren: natuurlijke bewegingsdrang,
verbeeldingskracht, fantasie, creëren, experimenteren en het uiten van emoties bij de kinderen. Zij doen dit op een
, ontdekkende, speelse en onderzoekende manier. Door dans leren de jonge kinderen van en over zichzelf, de ander
en hun omgeving; dans kan tevens de band tussen de leerkracht en kind verstevigen. Ook leren zij nieuwe en
eigen dansbewegingen ontwikkelen of leren bestaande dansbewegingen ( op een andere manier ) toe te passen.
Drama: De nadruk ligt meer op het fysieke spel dan op het talige spel. Door zelf met de leerlingen te spelen/ praten
binnen een bepaald thema, kan met behulp van de leerkracht de woordenschat op spelendende wijze uitgebreid
worden.
Drama komt dagelijks voor. Het is namelijk een natuurlijke behoefte van kleuters, mede door hun nieuwsgierigheid,
de wereld spelenderwijs om zich heen te willen ontdekken. Ze spelen dagelijks allerlei rollenspelen en zijn zeer
associatief. Zij krijgen hierdoor inzichten in eigen spelkwaliteit en die van een ander. Maar ook persoonlijke
ontwikkelingen komen aan bod: samenwerken, inlevingsvermogen, experimenteren, respect, emoties en fantasie
en creativiteit te activeren. Kleuters kennen geen duidelijk onderscheid tussen spel/fantasie en werkelijkheid.
Vanuit deze beginsituatie is te concluderen, dat de kinderen op een natuurlijke manier oftewel zonder doelen,
ervaring hebben met drama binnen het onderwijs. De lat kan hoger gelegd worden met gerichte doelen (Tule) op
het gebied van drama. Bijvoorbeeld: Kinderen spelen op basis van een gegeven rolbeschrijving of spel waarbij
kinderen elkaars bewegingen gelijktijdig en spiegelbeeldig volgen en nadoen.
Muziek: Muziek kan op verschillende manieren ontwikkeld worden: muziek maken, lezen en op muziek bewegen.
Kinderen vinden het luisteren naar muziek erg prettig. Het is een sociaal gebeuren want ze luisteren naar eigen
muziek maar ook naar dat van anderen. Ze krijgen ook te maken met muziek uit verschillende stijlperiodes of
culturen. Wederom ontstaat er waardering voor verschillen. Tevens vinden jonge kinderen klanken van
voorwerpen fascinerend. Door de explorerende aard van kleuters leren ze de mogelijkheden van de materialen en
instrumenten kennen en leren klanken te onderscheiden. Het is een muzikale verkenning van diverse
onderwerpen uit de directe omgeving. De muzieklessen kunnen vormgegeven worden in luister, beweeg, spelend
of zingende activiteiten. Het lezen en noteren van muziek wordt in de onderbouw niet zo gauw toegepast, gezien
de leeftijd van deze doelgroep.
Kinderen, muziek en beweging hebben een verband. Wanneer de muziek aangaat gaan kinderen dansen, aangezien
de bewegingsbehoefte van kleuters erg hoog is. Dus bewegen op muziek of bewegingen uitbeelden door gebruik te
maken van muzikale klanken is dus erg betekenisvol voor het jonge kind.
2. Ontwerp en uitvoering
Planning:
Thema: Het thema Dierentuin:
- Beeld vormen: de slang ( 8 kinderen nemen deel)
- Dans, drama, muziek: de leeuwen (
Groep: 1 en 2
Aantal: 25 kinderen
Leeftijd: 4 -6 jaar
School: OBS Blijberg
Datum: 04-06-2018
Ochtend kring 9.00 – 9.30
Introductie van het thema: Dierentuin. Prentenboek wordt voorgelezen, thema wordt besproken en de dagritme
en de kunstzinnige activiteiten worden doorgenomen.
Kleine gymzaal 9.30 – 10. 30
Dans/drama (muziek) activiteit.
Kunstzinnige oriëntatie
1. Visie
De Blijberg
Kinderen geven op een autonome manier vorm aan de wereld. Ieder ervaart dit vanuit zijn of haar eigen beleving.
De opgedane ervaring kan een verbaal gebeuren zijn, maar kan ook op een creatieve manier ervaren worden.
De Blijberg school benadrukt de creatieve manier met de vrijdag vieringen. Op deze wijze wordt het einde van de
schoolweek door de hele school gevierd. Er wordt uitgebreid belangstelling getoond aan creatieve expressie en
talenten ontwikkeling, welke heel erg gewaardeerd worden. De kinderen mogen dit op geheel eigen wijze invullen.
Dit wordt ook wel autonome vormgeving genoemd en wordt geuit met drama, dans, poëzie, voorlezen en
poppenkast. Het stimuleert de experimentele en onderzoekende houding van het kind. Tevens zet het aan tot
persoonlijke ontwikkeling, zelfbeeld, identiteitsvorming en burgerschapsvorming.
,De onderwijsdoelen op het gebied van kunstzinnige oriëntatie, hebben altijd te maken met tijd, cultuur,
maatschappij en de onderwijsvisie van de school. De visie van de school is een overkoepelend gegeven, die invloed
heeft op de kunstzinnige oriëntatie. De Blijberg werkt vanuit de Jenaplan visie. Het is een bijzondere werkwijze,
namelijk het werken in stamgroepen. Er wordt uitgegaan, dat kinderen heel verschillend zijn, maar ze kunnen veel
van elkaar leren. Daarom worden ze in stamgroepen geplaatst, die bestaan uit kinderen van verschillende leeftijden.
De visie loopt door in het kunstonderwijs van de Blijberg. Kinderen maken kennis met kunstzinnige en culturele
aspecten, oftewel leren de verschillen in hun omgeving en leren elkaar waarderen op deze verschillen. Net als het
karakter van de stamgroepen.
Mijn visie
Algemeen:
Naar mijn mening heeft kunstonderwijs te maken met alle aspecten van het leven. In het leven krijg je te maken
met verschillende culturen, opvattingen en beelden. Beïnvloed door belevingen, interesses en omgeving van het
individu. Om hier mee om te kunnen gaan is het kunstonderwijs een aanwinst. Aangezien emoties en gedachtes
vaak ontastbaar zijn maar door creatieve uitingen tastbaar worden met behulp van het kunstonderwijs. Door de
creatieve uitwerking leren de kinderen sociale competenties en democratisch burgerschap. De kinderen voelen zich
verantwoordelijk voor elkaar en de gemeenschap en staan open voor de verschillen tussen mensen.
Een aantal jaar geleden ben ik afgestudeerd aan de kunstacademie Rotterdam. Het was een kunstinnige zoektocht
naar persoonlijke groei, waarbij zelfreflectie op eigen werk en reflecteren naar anderen centraal stond. Tevens heeft
het maken van kunst geholpen grip te krijgen op de wereld. Kunst maken en kunst ervaren hebben zo een functie
voor kinderen, namelijk ook grip krijgen op de eigen wereld én handvaten krijgen om grip te krijgen op die wereld.
Het ondersteunt bij persoonlijke ontwikkeling bij de kinderen en het zelfbewustzijn wat een waardevol aspect in de
samenleving.
Doelgroep en vakgericht:
Beeldend vormen: Het ontdekkend leren is een essentiële competentie binnen het kunstonderwijs. Het proces
staat bovenaan en daarna pas het eindproduct. De tastervaring en kennismaking met verschillende materialen
(het proces) is belangrijk. Voor kleuters is beeldend vormgeven aanvankelijk een sensorpathisch spel met
materiaal. De kinderen leren zich te uiten, doormiddel van kunstzinnige domeinen en materiaal onderzoek aan de
hand van de aspecten kleur, vorm, ruimte, textuur en compositie. Het proces is de beleving en ontdekking voor het
jonge kind en het eindproduct wordt gereflecteerd op eigen werk, maar ook van anderen want de beelden kunnen
ook emoties laten zien. Een tekening kan dus narratief zijn; het eindproduct vertelt een verhaal, zonder woorden te
gebruiken.
Dans: Tijdens dans is het belangrijk dat er aansluiting is bij de factoren: natuurlijke bewegingsdrang,
verbeeldingskracht, fantasie, creëren, experimenteren en het uiten van emoties bij de kinderen. Zij doen dit op een
, ontdekkende, speelse en onderzoekende manier. Door dans leren de jonge kinderen van en over zichzelf, de ander
en hun omgeving; dans kan tevens de band tussen de leerkracht en kind verstevigen. Ook leren zij nieuwe en
eigen dansbewegingen ontwikkelen of leren bestaande dansbewegingen ( op een andere manier ) toe te passen.
Drama: De nadruk ligt meer op het fysieke spel dan op het talige spel. Door zelf met de leerlingen te spelen/ praten
binnen een bepaald thema, kan met behulp van de leerkracht de woordenschat op spelendende wijze uitgebreid
worden.
Drama komt dagelijks voor. Het is namelijk een natuurlijke behoefte van kleuters, mede door hun nieuwsgierigheid,
de wereld spelenderwijs om zich heen te willen ontdekken. Ze spelen dagelijks allerlei rollenspelen en zijn zeer
associatief. Zij krijgen hierdoor inzichten in eigen spelkwaliteit en die van een ander. Maar ook persoonlijke
ontwikkelingen komen aan bod: samenwerken, inlevingsvermogen, experimenteren, respect, emoties en fantasie
en creativiteit te activeren. Kleuters kennen geen duidelijk onderscheid tussen spel/fantasie en werkelijkheid.
Vanuit deze beginsituatie is te concluderen, dat de kinderen op een natuurlijke manier oftewel zonder doelen,
ervaring hebben met drama binnen het onderwijs. De lat kan hoger gelegd worden met gerichte doelen (Tule) op
het gebied van drama. Bijvoorbeeld: Kinderen spelen op basis van een gegeven rolbeschrijving of spel waarbij
kinderen elkaars bewegingen gelijktijdig en spiegelbeeldig volgen en nadoen.
Muziek: Muziek kan op verschillende manieren ontwikkeld worden: muziek maken, lezen en op muziek bewegen.
Kinderen vinden het luisteren naar muziek erg prettig. Het is een sociaal gebeuren want ze luisteren naar eigen
muziek maar ook naar dat van anderen. Ze krijgen ook te maken met muziek uit verschillende stijlperiodes of
culturen. Wederom ontstaat er waardering voor verschillen. Tevens vinden jonge kinderen klanken van
voorwerpen fascinerend. Door de explorerende aard van kleuters leren ze de mogelijkheden van de materialen en
instrumenten kennen en leren klanken te onderscheiden. Het is een muzikale verkenning van diverse
onderwerpen uit de directe omgeving. De muzieklessen kunnen vormgegeven worden in luister, beweeg, spelend
of zingende activiteiten. Het lezen en noteren van muziek wordt in de onderbouw niet zo gauw toegepast, gezien
de leeftijd van deze doelgroep.
Kinderen, muziek en beweging hebben een verband. Wanneer de muziek aangaat gaan kinderen dansen, aangezien
de bewegingsbehoefte van kleuters erg hoog is. Dus bewegen op muziek of bewegingen uitbeelden door gebruik te
maken van muzikale klanken is dus erg betekenisvol voor het jonge kind.
2. Ontwerp en uitvoering
Planning:
Thema: Het thema Dierentuin:
- Beeld vormen: de slang ( 8 kinderen nemen deel)
- Dans, drama, muziek: de leeuwen (
Groep: 1 en 2
Aantal: 25 kinderen
Leeftijd: 4 -6 jaar
School: OBS Blijberg
Datum: 04-06-2018
Ochtend kring 9.00 – 9.30
Introductie van het thema: Dierentuin. Prentenboek wordt voorgelezen, thema wordt besproken en de dagritme
en de kunstzinnige activiteiten worden doorgenomen.
Kleine gymzaal 9.30 – 10. 30
Dans/drama (muziek) activiteit.
