Project 3
Wicks-Nelson, R., Israel, A. C. Abnormal child and adolescent psychology with DSM-V
Updates (8th ed.). Upper Saddle River, NJ: Pearson Prentice Hall. Hoofdstuk 8 conduct
problems (tot verslaving)
DSM-5 criteria oppositionele-opstandige stoornis
A. Een patroon bestaand uit een boze/prikkelbare stemming, brutaal/ongehoorzaam
gedrag, of ontevredenheid, dat minstens 6 maanden duurt, zoals blijkt uit minstens vier
van de symptomen uit een van de volgende categorieën, en dat wordt vertoond tijdens
interacties met minstens één persoon zie geen broer of zus van de betrokkene is
1. Boze/prikkelbare stemming
- Verlies van kalmte
- Lichtgeraakt/snel geïrriteerd
- Vaak boos en ontevreden
2. Ruziezoekend/openlijk ongehoorzaam gedrag
- Maakt vaak ruzie met gezagsfiguren
- Verzet zich actief tegen regels
- Ergert zich aan anderen
- Geeft anderen schuld van eigen gedrag
3. Wraakzucht
- Is in de afgelopen 6 maanden minstens tweemaal hartelijk of wraakzuchtig
geweest
B. De verstoringen van persoon hebben negatieve invloed op omgeving
C. Het gedrag treed niet op in het beloop van een andere stoornis
Prevalentie: gemiddeld 3,3%. Iets vaker jongens.
Ontwikkeling/beloop: is al te zien in peuter en kleutertijd.
DSM-5 criteria periodiek explosieve stoornis (intermittent explosive disorder)
A. Recidiverende uitbarstingen van gedrag die een uiting zijn van niet kunnen
beheersen
1. Verbale agressie (gem 2 keer per week in een periode van 3 maande)
2. Fysieke agressie
3. Drie agressieve uitbarstingen binnen een periode van één jaar met schade aan
eigendommen, lichamelijke verwondingen als gevolg
B. Agressie is disproportioneel
C. Agressie is impulsief
D. Veroorzaakt lijdensdruk
E. Minimaal 6 jaar
F. Niet verklaard door een andere stoornis
Prevalentie: 2,7%. Vaker jongeren. Vaker jongens. Ontstaat bijna altijd wel voor 40 jaar.
DSM-5 criteria normoverschrijdend-gedragsstoornis (conduct disorder)
A. Een repetitief en persisterend gedragspatroon waarbij de grondrechten van anderen
geschonden worden. minstens 3 van de volgende criteria, in het afgelopen jaar,
minstens één criteria in de afgelopen 6 maanden
1. Agressie jegens mensen en dieren
, - Pesten
- Vechten
- Wapen gebruikt
- Mishandeling
- Dieren mishandelen
- Stelen
- Gedwongen tot seksuele handelingen
2. Vernieling van eigendommen
- Brand stichten met intentie om schade aan te brengen
- Eigendommen van anderen vernietigen
3. Bedrog of diefstal
- Ingebroken
- Liegen om goederen en gunsten te verkrijgen of verplichtingen te ontlopen
- Zonder directe confrontatie met slachtoffer waardevolle spullen gestolen
4. Ernstige overtredingen van regels
- Vanaf 13 jaar niet op tijd thuiskomen
- Minstens 2 keer weggelopen
- Spijbelen
B. Beperkingen in functioneren
C. 18 jaar of ouder: niet voldaan aan de criteria voor de antisociale-
persoonlijkheidsstoornis
De subtypen worden ingedeeld a.d.h.v. leeftijd. Begin kindertijdvaak ook ADHD.
Adolescentievaker minder agressief gedrag.
Prevalentie: 4%. Hoger bij jongens. ODD is vaak een voorbode voor CD. Symptomen
verergeren naar mate de kinderen ouder worden.
Onderscheid ODD: minder ernstig dan CD, geen geweld tegen mensen en dieren, vernieling
van eigendommen, of een patroon van diefstal en bedrog. Bij ODD is er ook sprake van
emotionele disregulatie, die niet bij CD voorkomen. Wel kunnen ook beide diagnoses tegelijk
gegeven worden.
Hoofdstuk 8
- Early childhoodnoncompliance/opstandigheid/uitbarstingenODD
- Middle childhoodpubliekelijk of afgesloten/anti-sociaal en relationele
agressieODD of CD
- Adolescentiedelinquent gedrag/middelenmisbruik/seksueel gedragCD
De diagnose antisocial personality disorder (APD) wordt gegeven wanneer de criteria voor
CD bij een leeftijd van 15 jaar is vastgesteld/was vastgesteld.
Empirically derived syndromes
- Externalizing: agressief, destructief en antisociaal. Hieronder vallen subtypes:
- Aggressive behavior: dingen vernielen, discussiëren en niet-luisteren
- Rule-breaking behavior: liegen, stelen)
De salient symptom distinction:
- Overt gedrag (vechten, uitbarstingen)
- Covert gedrag (anti-sociaal zoals iets in brand steken)
Geslachtverschillen
, Jongens vaker fysieke agressie en meisjes relationele agressie (een kind buitensluiten, pesten,
groep tegen iemand opzetten, lelijke dingen zeggen)
Geweld
Jeugdigen hebben nog (te) vaak te maken met geweld. Ook zijn ze vaak slachtoffer van
geweld.
Pesten
Een imbalans in macht, intentioneel en bewust iemand angst, pijn of stress aandoen. Mannen
zijn vaker zowel slachtoffer als pester.
Epidemiologie conduct problems
Jongens vaker dan meisjes ratio 3:1 of 4:1. Naarmate leeftijd vordert wordt de ratio meer
gelijk.
Komt vaak samen met ODD. Gemiddeld begin van ODD is 6 jaar en CD 9 jaar. Toch blijkt
75% van ODD niet door te zetten in CD.
Development course
Er wordt onderscheid gemaakt tussen:
- Childhood onset: komt minder vaak voor dan de adolescent-onset. Kinderen
hebben vaker ook meerdere problemen (school).
- Adolescence onset: komt vaker voor. Soms al tekenen van ODD in kindertijd.
Ontwikkelingspaden
Loeber’s three-pathway model:
- Een open pad beginnend met een beetje agressiefysiek vechtengeweld
- Een gesloten pad beginnend met kleine verborgen gedragingenschade aan
bezittingengemiddelde tot serieuze delinquentie
- Een autoriteiten-conflicten pad tot 12 jaar. Opstandig gedrag, en vermijden van
autoriteit.
Wicks-Nelson, R., Israel, A. C. Abnormal child and adolescent psychology with DSM-V
Updates (8th ed.). Upper Saddle River, NJ: Pearson Prentice Hall. Hoofdstuk 8 conduct
problems (tot verslaving)
DSM-5 criteria oppositionele-opstandige stoornis
A. Een patroon bestaand uit een boze/prikkelbare stemming, brutaal/ongehoorzaam
gedrag, of ontevredenheid, dat minstens 6 maanden duurt, zoals blijkt uit minstens vier
van de symptomen uit een van de volgende categorieën, en dat wordt vertoond tijdens
interacties met minstens één persoon zie geen broer of zus van de betrokkene is
1. Boze/prikkelbare stemming
- Verlies van kalmte
- Lichtgeraakt/snel geïrriteerd
- Vaak boos en ontevreden
2. Ruziezoekend/openlijk ongehoorzaam gedrag
- Maakt vaak ruzie met gezagsfiguren
- Verzet zich actief tegen regels
- Ergert zich aan anderen
- Geeft anderen schuld van eigen gedrag
3. Wraakzucht
- Is in de afgelopen 6 maanden minstens tweemaal hartelijk of wraakzuchtig
geweest
B. De verstoringen van persoon hebben negatieve invloed op omgeving
C. Het gedrag treed niet op in het beloop van een andere stoornis
Prevalentie: gemiddeld 3,3%. Iets vaker jongens.
Ontwikkeling/beloop: is al te zien in peuter en kleutertijd.
DSM-5 criteria periodiek explosieve stoornis (intermittent explosive disorder)
A. Recidiverende uitbarstingen van gedrag die een uiting zijn van niet kunnen
beheersen
1. Verbale agressie (gem 2 keer per week in een periode van 3 maande)
2. Fysieke agressie
3. Drie agressieve uitbarstingen binnen een periode van één jaar met schade aan
eigendommen, lichamelijke verwondingen als gevolg
B. Agressie is disproportioneel
C. Agressie is impulsief
D. Veroorzaakt lijdensdruk
E. Minimaal 6 jaar
F. Niet verklaard door een andere stoornis
Prevalentie: 2,7%. Vaker jongeren. Vaker jongens. Ontstaat bijna altijd wel voor 40 jaar.
DSM-5 criteria normoverschrijdend-gedragsstoornis (conduct disorder)
A. Een repetitief en persisterend gedragspatroon waarbij de grondrechten van anderen
geschonden worden. minstens 3 van de volgende criteria, in het afgelopen jaar,
minstens één criteria in de afgelopen 6 maanden
1. Agressie jegens mensen en dieren
, - Pesten
- Vechten
- Wapen gebruikt
- Mishandeling
- Dieren mishandelen
- Stelen
- Gedwongen tot seksuele handelingen
2. Vernieling van eigendommen
- Brand stichten met intentie om schade aan te brengen
- Eigendommen van anderen vernietigen
3. Bedrog of diefstal
- Ingebroken
- Liegen om goederen en gunsten te verkrijgen of verplichtingen te ontlopen
- Zonder directe confrontatie met slachtoffer waardevolle spullen gestolen
4. Ernstige overtredingen van regels
- Vanaf 13 jaar niet op tijd thuiskomen
- Minstens 2 keer weggelopen
- Spijbelen
B. Beperkingen in functioneren
C. 18 jaar of ouder: niet voldaan aan de criteria voor de antisociale-
persoonlijkheidsstoornis
De subtypen worden ingedeeld a.d.h.v. leeftijd. Begin kindertijdvaak ook ADHD.
Adolescentievaker minder agressief gedrag.
Prevalentie: 4%. Hoger bij jongens. ODD is vaak een voorbode voor CD. Symptomen
verergeren naar mate de kinderen ouder worden.
Onderscheid ODD: minder ernstig dan CD, geen geweld tegen mensen en dieren, vernieling
van eigendommen, of een patroon van diefstal en bedrog. Bij ODD is er ook sprake van
emotionele disregulatie, die niet bij CD voorkomen. Wel kunnen ook beide diagnoses tegelijk
gegeven worden.
Hoofdstuk 8
- Early childhoodnoncompliance/opstandigheid/uitbarstingenODD
- Middle childhoodpubliekelijk of afgesloten/anti-sociaal en relationele
agressieODD of CD
- Adolescentiedelinquent gedrag/middelenmisbruik/seksueel gedragCD
De diagnose antisocial personality disorder (APD) wordt gegeven wanneer de criteria voor
CD bij een leeftijd van 15 jaar is vastgesteld/was vastgesteld.
Empirically derived syndromes
- Externalizing: agressief, destructief en antisociaal. Hieronder vallen subtypes:
- Aggressive behavior: dingen vernielen, discussiëren en niet-luisteren
- Rule-breaking behavior: liegen, stelen)
De salient symptom distinction:
- Overt gedrag (vechten, uitbarstingen)
- Covert gedrag (anti-sociaal zoals iets in brand steken)
Geslachtverschillen
, Jongens vaker fysieke agressie en meisjes relationele agressie (een kind buitensluiten, pesten,
groep tegen iemand opzetten, lelijke dingen zeggen)
Geweld
Jeugdigen hebben nog (te) vaak te maken met geweld. Ook zijn ze vaak slachtoffer van
geweld.
Pesten
Een imbalans in macht, intentioneel en bewust iemand angst, pijn of stress aandoen. Mannen
zijn vaker zowel slachtoffer als pester.
Epidemiologie conduct problems
Jongens vaker dan meisjes ratio 3:1 of 4:1. Naarmate leeftijd vordert wordt de ratio meer
gelijk.
Komt vaak samen met ODD. Gemiddeld begin van ODD is 6 jaar en CD 9 jaar. Toch blijkt
75% van ODD niet door te zetten in CD.
Development course
Er wordt onderscheid gemaakt tussen:
- Childhood onset: komt minder vaak voor dan de adolescent-onset. Kinderen
hebben vaker ook meerdere problemen (school).
- Adolescence onset: komt vaker voor. Soms al tekenen van ODD in kindertijd.
Ontwikkelingspaden
Loeber’s three-pathway model:
- Een open pad beginnend met een beetje agressiefysiek vechtengeweld
- Een gesloten pad beginnend met kleine verborgen gedragingenschade aan
bezittingengemiddelde tot serieuze delinquentie
- Een autoriteiten-conflicten pad tot 12 jaar. Opstandig gedrag, en vermijden van
autoriteit.