Inhoudsopgave
1 Financiële opties en reële opties .......................................................................................... 2
1.1 Financiële optie ..................................................................................................................... 2
1.1.1 Definitie......................................................................................................................... 2
1.1.2 Financiële opties waarderen: Black-Scholes optiewaarderingsmodel ......................... 3
1.2 Reële optie ............................................................................................................................. 3
2 Marktefficiëntie ................................................................................................................... 5
3 Schuldbeleid ........................................................................................................................ 8
3.1 Modigliani-Miller (M&M) theorema ..................................................................................... 8
3.1.1 Modigliani-Miller I (M&MI) ........................................................................................... 8
3.1.2 Modigliani-Miller II (M&MII) ......................................................................................... 9
3.2 Theorieën over kapitaalstructuur .......................................................................................... 9
3.3 Hoeveel schuld is te veel schuld .......................................................................................... 10
CHAPTER 10: EFFICIENT VERSUS BEHAVIOURAL MARKETS 1 van 10
, CHAPTER 10: Efficient versus behavioural markets
1 Financiële opties en reële opties
1.1 Financiële optie
1.1.1 Definitie
- Een financiële optie is een product/contract afgeleid van een onderliggend actief waarbij de
optiehouder het recht heeft om de onderliggende waarde te kopen (call) of te verkopen (put) tegen
een vastgestelde prijs op een afgesproken moment van/aan de schrijver van de optie
(bv. Iemand koopt een optie op een aandeel ⇒ dan heeft men het recht om dat aandeel aan te schaffen tegen een
vastgestelde prijs ergens in de toekomst)
om zich in te dekken tegen toekomstige prijsstijgingen
- Opties worden gekocht om een bepaald risico af te dekken (= hedging) of voor speculatie
- Een financiële optie is een asymmetrisch product = Winst en verlies is niet symmetrisch
Als de optie wordt uitgeoefend duikt er een bepaalde winst op, maar als ze niet wordt
uitgeoefend dan is er geen al dusdanig verlies voor de optiehouders (die heeft enkel de fee te betalen)
- Call optie is een optie om een actief aan te schaffen tegen een vastgestelde prijs ergens in de
toekomst (oefent de optie uit wanneer de waarde van het actief op dat moment gestegen is)
• Long-call positie: Partij die een call optie koopt
• Short-call positie: Partij die een call optie verkoopt (= geschreven)
- Put optie is het recht om een actief te verkopen tegen een vastgestelde prijs (oefent de optie uit
wanneer de waarde van het actief lager noteert dan de strike prijs)
• Long-put optie: Partij die een put optie koopt
• Short-put optie: Partij die een put optie verkoopt (= geschreven)
• Afdekking van risico (= hedging): Bedrijf wil zich beschermen tegen stijgende kosten van
voorraden en grondstoffen
Long call positie
• Speculatie: “Ik geloof niet dat de leveringskosten zullen stijgen”
Short call positie
CHAPTER 10: EFFICIENT VERSUS BEHAVIOURAL MARKETS 2 van 10
1 Financiële opties en reële opties .......................................................................................... 2
1.1 Financiële optie ..................................................................................................................... 2
1.1.1 Definitie......................................................................................................................... 2
1.1.2 Financiële opties waarderen: Black-Scholes optiewaarderingsmodel ......................... 3
1.2 Reële optie ............................................................................................................................. 3
2 Marktefficiëntie ................................................................................................................... 5
3 Schuldbeleid ........................................................................................................................ 8
3.1 Modigliani-Miller (M&M) theorema ..................................................................................... 8
3.1.1 Modigliani-Miller I (M&MI) ........................................................................................... 8
3.1.2 Modigliani-Miller II (M&MII) ......................................................................................... 9
3.2 Theorieën over kapitaalstructuur .......................................................................................... 9
3.3 Hoeveel schuld is te veel schuld .......................................................................................... 10
CHAPTER 10: EFFICIENT VERSUS BEHAVIOURAL MARKETS 1 van 10
, CHAPTER 10: Efficient versus behavioural markets
1 Financiële opties en reële opties
1.1 Financiële optie
1.1.1 Definitie
- Een financiële optie is een product/contract afgeleid van een onderliggend actief waarbij de
optiehouder het recht heeft om de onderliggende waarde te kopen (call) of te verkopen (put) tegen
een vastgestelde prijs op een afgesproken moment van/aan de schrijver van de optie
(bv. Iemand koopt een optie op een aandeel ⇒ dan heeft men het recht om dat aandeel aan te schaffen tegen een
vastgestelde prijs ergens in de toekomst)
om zich in te dekken tegen toekomstige prijsstijgingen
- Opties worden gekocht om een bepaald risico af te dekken (= hedging) of voor speculatie
- Een financiële optie is een asymmetrisch product = Winst en verlies is niet symmetrisch
Als de optie wordt uitgeoefend duikt er een bepaalde winst op, maar als ze niet wordt
uitgeoefend dan is er geen al dusdanig verlies voor de optiehouders (die heeft enkel de fee te betalen)
- Call optie is een optie om een actief aan te schaffen tegen een vastgestelde prijs ergens in de
toekomst (oefent de optie uit wanneer de waarde van het actief op dat moment gestegen is)
• Long-call positie: Partij die een call optie koopt
• Short-call positie: Partij die een call optie verkoopt (= geschreven)
- Put optie is het recht om een actief te verkopen tegen een vastgestelde prijs (oefent de optie uit
wanneer de waarde van het actief lager noteert dan de strike prijs)
• Long-put optie: Partij die een put optie koopt
• Short-put optie: Partij die een put optie verkoopt (= geschreven)
• Afdekking van risico (= hedging): Bedrijf wil zich beschermen tegen stijgende kosten van
voorraden en grondstoffen
Long call positie
• Speculatie: “Ik geloof niet dat de leveringskosten zullen stijgen”
Short call positie
CHAPTER 10: EFFICIENT VERSUS BEHAVIOURAL MARKETS 2 van 10