Hoofdstuk: gedrag
Paragraaf: communicatie
Iets duidelijk maken
Met taal beïnvloeden dieren het gedrag van hun soortgenoten.
Gedrag: alles wat een mens of dier doet of nalaat.
Prikkels: veranderingen in de omgeving, beïnvloeden het gedrag van mens en dieren.
Gedrag heeft ook sociale functies. Je praat en lacht met anderen. Dat zorgt voor sociale
contacten.
Met je leeftijd verandert je gedrag.
Ritueel gedrag
Ritueel gedrag: gedrag dat bedoeld is om spanning tussen soortgenoten te verminderen.
Dat gedrag bestaat uit een handeling in een bepaalde volgorde. We vinden het normaal dat
bij de eerste les iemand voor de klas gaat staan, zijn hand omhoog doet, wacht tot het stil is
en vervolgens iets zegt. De situatie bepaalt het ritueel.
Ieder mens en dier heeft een persoonlijke ruimte. De grootte van de persoonlijke ruimte
verschilt per situatie.
Persoonlijke ruimte: de ruimte waarover je zelf de controle wilt hebben.
Aanzien
Signalen: prikkels met informatie voor soortgenoten.
Meisjes of jongens die zich volwassener gedragen krijgen meer aandacht. De signalen die
daarbij komen kijken zijn de manieren hoe ze zich volwassen gedragen. Denk daarbij aan niet
irritant zijn.
Dominante wolven houden in de roedel hun staart hoog, ondergeschikte wolven houden
hem laag. Aan de hoogte van de staart valt de rangorde te bepalen.
Rangorde: de sociale plaats van een dier of mens in een groep.
Samenleven
Een rangorde in de groep brengt voordeel voor de roedel en voor het individu. Iedereen
heeft zo zijn eigen taak en samen kunnen zij de prooi overmeesteren. Uiteindelijk heeft
iedereen iets te eten. De taakverdeling ligt niet vast. Als er een welp geboren is, wisselen de
wolven signalen uit dat zorgt voor voedsel en bescherming voor de welp. Zo is er een goede
communicatie.
Communicatie: uitwisselen van signalen.
Territorium
Dieren gebruiken allerlei signalen om hun territorium te verdedigen. Dat kunnen zichtbare
signalen zijn.
Territorium: gebied waarin één of meer dieren van een soort voorkomen en wat ze
verdedigen tegen soortgenoten.
Ook geluidssignalen kunnen territoriumgrenzen aangeven, zoals vogelzang. Andere dieren,
bijvoorbeeld wolven, gebruiken geursignalen.
Een territoriumroep van een mannetje is kilometers ver te horen. Met die roep lokken ze
bronstige vrouwtjes, vrouwtjes die in hun vruchtbare periode zijn.
, Paren of dreigen
Signalen zijn belangrijk bij baltsgedrag.
Baltsgedrag: ritueel gedrag ter voorbereiding van een paring.
De balts is bedoeld om te bereiken dat de partner dicht in de persoonlijke ruimte komt.
Door de territoriumroep vermijden orang-oetans confrontaties met andere mannetjes. Als
ze elkaar toch ontmoeten vertonen ze dreiggedrag.
Dreiggedrag: vertonen van een agressieve houding om aan te geven wie de baas is.
Dreiggedrag is bedoeld om een gevecht te voorkomen.