Water
Water ‘turgor’ in cellen -> geeft spanning aan weefsels -> structuur en vorm ah lichaam
De waterbalans = homeostase steunt op 3 basisbegrippen:
Lichaamswater vormt een eenheid, die ter plaatse gehouden wordt door membranen
en een buitenomhulsel waarbinnen het water zich kan verplaatsen via osmose en
diffusie.
Binnen deze eenheid zijn er verschillende compartimenten, gescheiden door
capillaire membranen en celmembranen.
In deze waterige oplossing zijn partikels aanwezig, waarvan de concentratie en
verdeling verantwoordelijk zijn voor de globale waterbalans en interne
waterverschuivingen
Voorkomen van water in het menselijk lichaam
Totale lichaamswater bij volwassenen
TBW = 60% vh lichaamsgewicht
Afh van het vetgehalte:
- Vetvrije weefsels bestaan voor 60-80% van hun gewicht uit water
- Vet in vetcellen bevat geen water
Watergehalte is hoger bij M dan V
Watergehalte neemt af met leeftijd
Watergehalte neemt af bij toenemende obesitas
Totale lichaamswater bij kinderen
Baby’s : > 70% vh lichaamsgewicht
Watergehalte vd vetvrije massa: bij geboorte 80%
Verschillende compartimenten van het lichaamswater
TBW : 2 compartimenten gescheiden door capillair membraam
ICF = intracellulair water : water in de cellen (2/3e van TBW)
ECF = extracellulair water : plasma in bloedvaten + interstitieel water (1/3 e van TBW)
ICF en ECF hebben eigen, vast elektrolytenpatroon met belangijke fysiologische gevolgen:
Elektrochemische neutraliteit
Per compartiment zijn hoeveelheden anionen en kationen gelijk
Osmose
Waterverschuivingen door verdeling van elektrolyten
Waterbalans is basis voor verschillende weefselfuncties
Bv. Rustpotentiaal en actiepotentiaal
, ECF = ‘verdund zeewater’
- Vooral Na+ en CL-
regelt osmolariteit
- Kleinere
hoeveelheden
HCO3- , Mg2+, K+,
Ca2+
ICF bestaat vooral uit:
- Zouten van kalium,
organische fosfaten
en veel proteïnen
- Kleinere hoeveelheid
Na+, Mg2+, HCO3-,
Cl- en Ca2+
Grote verschillen in
ionensamenstelling
Grootste verschil : Na+ en K+
door actief transport die constant Na+ uit cellen pompen en K+ in cellen pompen (3/2)
Deze verplaatsingen van natrium en kalium over celmembraan -> waterfluxen
- Water met daarin opgeloste ingrediënten volgt kalium in cel
- Water met gevormde afvalproducten volgt natrium uit cel
Totale osmolariteit in 3 compartimenten ong gelijk = 290mosm/kg water = isotoon
Concentratie eiwitten in plasmacompartiment en interstitieel compartiment is sterk
verschillend
Enkel plasma: extracellulaire proteïnen
Deze eiwitten hebben wateraanzuigende kracht = colloïd osmotische druk
Colloid osmotische druk en hydrostatische druk zorgen samen voor waterstroom doorheen
de weefsels
Water ‘turgor’ in cellen -> geeft spanning aan weefsels -> structuur en vorm ah lichaam
De waterbalans = homeostase steunt op 3 basisbegrippen:
Lichaamswater vormt een eenheid, die ter plaatse gehouden wordt door membranen
en een buitenomhulsel waarbinnen het water zich kan verplaatsen via osmose en
diffusie.
Binnen deze eenheid zijn er verschillende compartimenten, gescheiden door
capillaire membranen en celmembranen.
In deze waterige oplossing zijn partikels aanwezig, waarvan de concentratie en
verdeling verantwoordelijk zijn voor de globale waterbalans en interne
waterverschuivingen
Voorkomen van water in het menselijk lichaam
Totale lichaamswater bij volwassenen
TBW = 60% vh lichaamsgewicht
Afh van het vetgehalte:
- Vetvrije weefsels bestaan voor 60-80% van hun gewicht uit water
- Vet in vetcellen bevat geen water
Watergehalte is hoger bij M dan V
Watergehalte neemt af met leeftijd
Watergehalte neemt af bij toenemende obesitas
Totale lichaamswater bij kinderen
Baby’s : > 70% vh lichaamsgewicht
Watergehalte vd vetvrije massa: bij geboorte 80%
Verschillende compartimenten van het lichaamswater
TBW : 2 compartimenten gescheiden door capillair membraam
ICF = intracellulair water : water in de cellen (2/3e van TBW)
ECF = extracellulair water : plasma in bloedvaten + interstitieel water (1/3 e van TBW)
ICF en ECF hebben eigen, vast elektrolytenpatroon met belangijke fysiologische gevolgen:
Elektrochemische neutraliteit
Per compartiment zijn hoeveelheden anionen en kationen gelijk
Osmose
Waterverschuivingen door verdeling van elektrolyten
Waterbalans is basis voor verschillende weefselfuncties
Bv. Rustpotentiaal en actiepotentiaal
, ECF = ‘verdund zeewater’
- Vooral Na+ en CL-
regelt osmolariteit
- Kleinere
hoeveelheden
HCO3- , Mg2+, K+,
Ca2+
ICF bestaat vooral uit:
- Zouten van kalium,
organische fosfaten
en veel proteïnen
- Kleinere hoeveelheid
Na+, Mg2+, HCO3-,
Cl- en Ca2+
Grote verschillen in
ionensamenstelling
Grootste verschil : Na+ en K+
door actief transport die constant Na+ uit cellen pompen en K+ in cellen pompen (3/2)
Deze verplaatsingen van natrium en kalium over celmembraan -> waterfluxen
- Water met daarin opgeloste ingrediënten volgt kalium in cel
- Water met gevormde afvalproducten volgt natrium uit cel
Totale osmolariteit in 3 compartimenten ong gelijk = 290mosm/kg water = isotoon
Concentratie eiwitten in plasmacompartiment en interstitieel compartiment is sterk
verschillend
Enkel plasma: extracellulaire proteïnen
Deze eiwitten hebben wateraanzuigende kracht = colloïd osmotische druk
Colloid osmotische druk en hydrostatische druk zorgen samen voor waterstroom doorheen
de weefsels