Hoofdstuk 3: energiemetabolisme
Gewicht = massa X valversnelling
Massa= de massa’s van alle atomen in een lichaam bij elkaar, het verandert niet, is overal
gelijk -> maat voor hoeveelheid atomen in een voorwerp
Gewicht = hoeveel kracht een weegschaal op jouw 60kg moet uitoefenen om je op je plek te
houden -> maat voor de kracht
1 calorie= hoeveelheid warmte nodig om de temp van 1g water met 1°C te doen stijgen
Ideale vorm van transport: cirkel!
Hebben een groot opp en kleine omtrek (bloedvaten, urinebuis,…)
Bolvorm: kleine opp-volume verhouding (bv. Iglo, foetus,…)
Inleiding
Verschillende vormen van licht kunnen alle in warmte worden omgezet
Planten, dieren, mensen kunnen zelf geen energie produceren of laten verdwijnen –> maar
kunnen energie vd ene in de andere vorm omzetten
de opgenomen chemische energie van de voeding na vertering en verbranding -> om naar
biologisch bruikbare energie (ATP) gebruikt voor:
- Spierarbeid
- Onderhoud acitiviteit organen
- Behoud lichaamstemp
- Bevorderen groei door synthese nieuwe weefsels
Si- eenheid energie= Joule
1 calorie = 4,186J
1kcal = 4,186 kJ
1 kJ = ¼,186 = 0,24kcal
1e wet van de thermodynamica
= wet van behoud van energie
energie kan niet gecreërd of vernietigd worden maar kan alleen maar overgaan van de
ene naar de andere vorm
Globale energiebalans of energieflux:
Energie inname – energieverbuik = Δ energievoorraad
ΔE = 0 hoeveelheid energie die wordt ingenomen = hoeveelheid energie die wordt
verbruikt
ΔE negatief gebruik van lichaamsreserves
ΔE positief toename van vetvoorraad
, 2e wet van de thermodynamica
= wet van toename van entropie (warmteverlies)
Bij de omzetting van ingenomen energierijke verbindingen naar ATP gaat steeds een deel
verloren onder de vorm van warmte
Voorkomen van energie in de voeding
Macronutriënten leveren het lichaam energie
Beschikbare KH eerst verbrand, dan (gestockeerde) lipiden en in nood ook eiwitten
Alcohol levert ook energie
Citraat, lactaat, acetaat een kleine verwaarloosbare hoeveelheid energie
Chemische energie in voeding -> gemeten met bomcalorimeter
meet de hoeveelheid warmte die vrijkomt bij verbranding van gedroogd voedsel of van
gezuiverde voedselbestanddelen
Gewicht = massa X valversnelling
Massa= de massa’s van alle atomen in een lichaam bij elkaar, het verandert niet, is overal
gelijk -> maat voor hoeveelheid atomen in een voorwerp
Gewicht = hoeveel kracht een weegschaal op jouw 60kg moet uitoefenen om je op je plek te
houden -> maat voor de kracht
1 calorie= hoeveelheid warmte nodig om de temp van 1g water met 1°C te doen stijgen
Ideale vorm van transport: cirkel!
Hebben een groot opp en kleine omtrek (bloedvaten, urinebuis,…)
Bolvorm: kleine opp-volume verhouding (bv. Iglo, foetus,…)
Inleiding
Verschillende vormen van licht kunnen alle in warmte worden omgezet
Planten, dieren, mensen kunnen zelf geen energie produceren of laten verdwijnen –> maar
kunnen energie vd ene in de andere vorm omzetten
de opgenomen chemische energie van de voeding na vertering en verbranding -> om naar
biologisch bruikbare energie (ATP) gebruikt voor:
- Spierarbeid
- Onderhoud acitiviteit organen
- Behoud lichaamstemp
- Bevorderen groei door synthese nieuwe weefsels
Si- eenheid energie= Joule
1 calorie = 4,186J
1kcal = 4,186 kJ
1 kJ = ¼,186 = 0,24kcal
1e wet van de thermodynamica
= wet van behoud van energie
energie kan niet gecreërd of vernietigd worden maar kan alleen maar overgaan van de
ene naar de andere vorm
Globale energiebalans of energieflux:
Energie inname – energieverbuik = Δ energievoorraad
ΔE = 0 hoeveelheid energie die wordt ingenomen = hoeveelheid energie die wordt
verbruikt
ΔE negatief gebruik van lichaamsreserves
ΔE positief toename van vetvoorraad
, 2e wet van de thermodynamica
= wet van toename van entropie (warmteverlies)
Bij de omzetting van ingenomen energierijke verbindingen naar ATP gaat steeds een deel
verloren onder de vorm van warmte
Voorkomen van energie in de voeding
Macronutriënten leveren het lichaam energie
Beschikbare KH eerst verbrand, dan (gestockeerde) lipiden en in nood ook eiwitten
Alcohol levert ook energie
Citraat, lactaat, acetaat een kleine verwaarloosbare hoeveelheid energie
Chemische energie in voeding -> gemeten met bomcalorimeter
meet de hoeveelheid warmte die vrijkomt bij verbranding van gedroogd voedsel of van
gezuiverde voedselbestanddelen