SYSTEEM EN HET IMMUUNSYSTEEM
1. HET LYMFESTELSEL
1.1 BESTAAT UIT:
- Lymfe
- Lymfevaten
- Lymfocyten (WBC)
- Lymfoïde organen en weefsels
o Milt
o Rode beenmerg
o Tonsillen
o Thymus
o Lymfeknopen
1.2 FUNCTIES
1. Regelen van immuniteit
2. Regelen vochtbalans in de weefsels
3. Absorptie van vet uit spijsverteringstelsel onder vorm van chylomicronen
, 2. LYMFEVATEN EN LYMFE
2.1 LYMFEVORMING
Elke dag stroomt 30 liter bloed in capillairen. 27 liter verlaat de capillairen.
3 liter wordt als gevolg van capillaire bloeddruk doorheen wand van bloedvaten
geperst naar de weefsels.
Weefselvocht
Wordt verzameld door lymfecapillairen en terug naar bloedbaan gebracht.
Lymfe = plasma + stoffen uit weefsels (enzymen, hormonen, …).
2.2 LYMFECIRCULATIE
Lymfevaatstelsel = lymfevaten + lymfeknopen
Lymfecapillairen beginnen ‘blind’
Absorberen weefselvocht
Vervoeren weefselvocht naar grotere lymfevaten
Passeert doorheen lymfeknopen
Stroom tot in 1 van deze 2 grote verzamelvaten
o Ductus lymfaticus dexter (sluit aan op rechter vena sublavia)
o Ductus thoracicus (sluit aan op linker vena subclavia)
Brengen lymfe terug naar bloedbaan
Bloedcirculatie in venen versus lymfecirculatie in lymfevaten:
Verschil:
lymfe wordt niet actief rondgepompt door hart, bloed wel.
Anatomie Pagina 2 van 11