Organische chemie 3
Hoofdstuk 1: Radicalaire reacties
1. Radicalaire halogenering van alkanen
➔ Alkanen zijn verzadigd, hebben geen leaving groep en zijn onreactief.
➔ Bromering en chlorering
Kan plaats vinden bij hoge temperatuur of onder bestraling van licht met een gepaste
golflengte.
➔ Heterolytische en homolytische splitsing
➔ Mechanisme chlorering:
Een overmaat aan alkaan moet gebruikt worden om dichlorering en trichlorering, etc
te vermijden.
1
, ➔ Mechanisme bromering:
➔ Stabiliteit van radicalen
Minder sterk verschil dan bij carbokationen
2. Regioselectiviteit van radicalaire chlorering
De chlorering van alkanen is regioselectief: 1 structuurisomeer wordt meer gevormd dan het
andere.
Bijvoorbeeld: chlorering van n-butaan:
- 6/10 H’s op CH3: 60% statistische kans op 1-chloorbutaan
- 4/10 H’s op CH2: 40% statistische kans op 2-chloor butaan, MAAR:
➔ Makkelijker om secundair radicaal te vormen dan primair radicaal
2
, ➔ Berekening regioselectiviteit
➔ Radicalaire chlorering van alkanen zorgt ervoor dat onreactieve alkanen worden omgezet
naar reactieve haloalkanen.
3. Regioselectiviteit van radicalaire bromering
Radicalaire bromering is meer regioselectief dan radicalaire chlorering.
4. Regioselectiviteit voor radicalaire halogenering
➔ De transitietoestand bij bromering lijkt meer op het radicaal en daarom zal het meest
stabiele radicaal dus makkelijker gevormd worden.
3
, ➔ Vanwege de beperkte selectiviteit van radicalaire chlorering is deze enkel bruikbaar als er
slechts 1 product kan gevormd worden.
5. Vorming van explosieve epoxides bij ether
➔ Mechanisme epoxide:
6. Radicalaire additie van HBr aan alkenen
➔ In aanwezigheid van een peroxide zal niet het product van een elektrofiele additie
gevormd worden:
➔ Mechanisme peroxide:
4
Hoofdstuk 1: Radicalaire reacties
1. Radicalaire halogenering van alkanen
➔ Alkanen zijn verzadigd, hebben geen leaving groep en zijn onreactief.
➔ Bromering en chlorering
Kan plaats vinden bij hoge temperatuur of onder bestraling van licht met een gepaste
golflengte.
➔ Heterolytische en homolytische splitsing
➔ Mechanisme chlorering:
Een overmaat aan alkaan moet gebruikt worden om dichlorering en trichlorering, etc
te vermijden.
1
, ➔ Mechanisme bromering:
➔ Stabiliteit van radicalen
Minder sterk verschil dan bij carbokationen
2. Regioselectiviteit van radicalaire chlorering
De chlorering van alkanen is regioselectief: 1 structuurisomeer wordt meer gevormd dan het
andere.
Bijvoorbeeld: chlorering van n-butaan:
- 6/10 H’s op CH3: 60% statistische kans op 1-chloorbutaan
- 4/10 H’s op CH2: 40% statistische kans op 2-chloor butaan, MAAR:
➔ Makkelijker om secundair radicaal te vormen dan primair radicaal
2
, ➔ Berekening regioselectiviteit
➔ Radicalaire chlorering van alkanen zorgt ervoor dat onreactieve alkanen worden omgezet
naar reactieve haloalkanen.
3. Regioselectiviteit van radicalaire bromering
Radicalaire bromering is meer regioselectief dan radicalaire chlorering.
4. Regioselectiviteit voor radicalaire halogenering
➔ De transitietoestand bij bromering lijkt meer op het radicaal en daarom zal het meest
stabiele radicaal dus makkelijker gevormd worden.
3
, ➔ Vanwege de beperkte selectiviteit van radicalaire chlorering is deze enkel bruikbaar als er
slechts 1 product kan gevormd worden.
5. Vorming van explosieve epoxides bij ether
➔ Mechanisme epoxide:
6. Radicalaire additie van HBr aan alkenen
➔ In aanwezigheid van een peroxide zal niet het product van een elektrofiele additie
gevormd worden:
➔ Mechanisme peroxide:
4