samenvatting vermogensplanning Hilde Dhont

Vermogensplanning

Inleiding: doel

Doelstelling 1 = regelen (niet-fiscaal)
= afwijken van
Wettelijk "standaardmodel"
= gemoedsrust
= denk goed na: Wat? Aan wie? Wanneer? Hoeveel? Voorwaarden?

Voorbeeld 1: Laura heeft een onderneming (vorm = BV)
Zij heeft 4 kinderen.
Eén van de kinderen werkt mee in het bedrijf; de andere kinderen zijn helemaal niet
geïnteresseerd in deze onderneming.
Laura wil dat de onderneming op termijn kan worden verdergezet door het
meewerkende kind, zonder dat deze te veel ‘last’ heeft van de anderen?
 VRAAG: Kan dat?  Ja het kan
 Wat kan Laura eventueel doen?
 Je kan al het geld aan 1 kind geven, maar dit kan niet zonder risico.
Volgens de wet heeft elk kind recht op een stukje geld

Voorbeeld 2:
Luc heeft 3 kinderen.
Eén van de kinderen gaat bouwen/ een onderneming oprichten… en Luc wil dat kind
financieel bijspringen zonder op dit moment evenveel aan de anderen te geven.
 VRAAG: Kan dat?  Ja het kan
 VRAAG: Hoe?  Overschrijven op rekening van kind ‘bankgift’ >< ‘handgift’
(roerende goederen die je materieel kan verplaatsen)
 VRAAG: Kan dat onbeperkt?  Ja dat mag


Doelstelling 2 = fiscaal optimaliseren: waarom? Hoe?  Vermijden
TIP 1 = verminder omvang van de nalatenschap/ vermogen
Hoe?  Geld opdoen (geen schenking)

Wat wel klopt: schenken is goedkoper dan erven!!!
Ter vergelijking: overdracht door broer aan zus: 100.000 EUR geld

Overdracht Belasting
Bij overlijden: erfbelasting 34.500
Handgift/ bankgift 0
Geregistreerde schenking 7.000




1

,TIP 2 = houdt rekening met hoedanigheid van de erfgenaam
Reden: rechte lijn + partner wordt doorgaans goedkoper belast
Ter vergelijking

100.000 Rechte lijn/ partner Andere
Schenkbelasting 3% 7%
roerend
Schenkbelasting 3% 10%
onroerend (basis)
Erfbelasting 50.000 x 3% 35.000 x 25%
50.000 x 9% 40.000 x 30/ 45%
25.000 x 55%

TIP 3 = vermeerder het aantal "erfgenamen “/ begunstigden
Voorbeeld:
Marc heeft drie kinderen. Elk van deze kinderen heeft kinderen, dus kleinkinderen
van Marc (in totaal 6). Vermogen van Marc = roerend 450.000 EUR

Berekening erfbelasting


Vererving aan de kinderen Per kind = 150.000 x TI
= (50.000 x 3%) + (100.000 x 9%)
Totaal = 10.500 x 3 = 31.500
Vererving aan kinderen + Per kleinkind: 50.000 x 3%
kleinkinderen (50.000 per KK) Per kind: 50.000 x 3%
Totaal = 9 x 1.500 = 13.500



TIP 4 = verminder het aantal "erfovergangen"




2

,Stappenplan voor een goede vermogensplanning
Stap 1: Inventarisatie van het vermogen
Opmaak van een inventaris op van de huidige situatie:
Zowel familiaal als patrimoniaal,
Inclusief gezinssamenstelling,
Roerende en onroerende goederen in België en het buitenland, huwelijkscontract,
testament, schenkingsakte, enz.
Stap 2: Huidige gevolgen & vooruitzichten
Op basis van de inventaris gebeurt een grondige analyse van het vermogen en
nalatenschap, en wordt de impact op fiscaal en juridisch gebied bepaald van de
huidige situatie
Stap 3: Oplossingen & kansen
Onderzoek van verdere mogelijkheden tot verbetering, rekening houdende met
wensen en factoren zoals de leeftijd van kinderen of beroepsactiviteit
Stap 4: Uitvoering van het plan
Uitvoering = validering van de ontwerpakten + uitvoering van onmiddellijk
toepasselijke technieken (bijv. bankgift)
Stap 5: Voortdurende herevaluatie
Permanente opvolging van uw vermogen en planning in functie van de evolutie van
uw situatie en uw specifieke behoeften.

Is vermogensplanning nuttig?
1. Fiscaal
2. Erfenissen komen te laat (bejaarde “kinderen”)
 Oplossing: Schenking, erfenissprong, generation skipping
3. Familievrede of … "erfenis" i.p.v. ergernis
 Eén van de oudste processen is een 30 jaar aanslepende erfeniszaak uit het oude
Egypte, na de dood van farao Ahmozes.
4. Continuïteit van de familieonderneming = de juiste man op de juiste plaats

Deel 1: erfrecht

Wie erft? (Wettelijk erfrecht)
- Bloedverwanten
- LLE/ partner
Kan ik alle erfgenamen volledig onterven?
Mag ik een erfenis geheel/ gedeeltelijk weigeren?

1.1. Inleidende begrippen




3

, 1.2. Vereisten om te kunnen erven
A. Bestaan
 Vanaf wanneer?
 Levensvatbaar geboren worden
 Samen sterven
 Rechtspersoon
B. Niet onwaardig zijn
 “Bloedige hand erft niet”
 Laster
 Niet-aangifte doodstraf
 Gevolgen: onwaardige erft niet + wel ‘plaatsvervulling”

1.3. Wettelijk erfrecht

1.3.1 Vindplaats
Burgerlijk Wetboek (afgekort BW): OPGELET: GEWIJZIGD MET INGANG VAN 01-09-2022
BOEK IV: "Nalatenschappen, schenkingen en testamenten" van het Burgerlijk Wetboek

A. Wie erft in het wettelijk erfrecht als er geen partner is?
Enkel bloedverwanten behorend tot orde 1 tot 4; en beperkt tot de vierde graad (behoudens
plaatsvervulling)
Syllabus: 1.3.

B. Toe te passen werkwijze om te bepalen wie wat erft – deel 1: geen echtgenoot/ partner
(TIP: volg dit schema en je kunt niet in de fout gaan)
Stap 1: bepaal de ORDE waartoe een erfgenaam behoort (orde 1/ 2/ 3/ 4) = MAAK EEN
SOORT STAMBOOM OP en bepaal per persoon de orde:
- Enkel de erfgenamen in de hoogste orde erven (orde 1 is de hoogste; orde 4 de
laagste)
- In principe erven binnen deze orde alle erfgenamen een gelijk deel.
 Uitzonderingen
- Als er enkel erfgenamen zijn in de 3de en/of 4de orde: “kloving”
- Als er in de 2de orde halfbroers of halfzussen zijn: “kleine kloving”
Stap 2: binnen een bepaalde orde erven enkel de erfgenamen die het dichtste in GRAAD
zijn.
§ Graadbepaling in rechte lijn <-> zijlijn
§ Houd wel rekening met “plaatsvervulling” als één van de erfgenamen overleden is/
onbekwaam is/ verwerpt.
§ Graad bepalen




4