Verdieping in de theoretische
orthopedagogiek
Inleidende les
Orthopedagogiek als handelingswetenschap:
- Wisselwerking theorie – praktijk staat centraal
- Orthopedagogiek is voortdurend
4 wetenschapsfilosofische kaders / paradigma’s:
- Mens als kennis: empirisch – analytisch model
- Mens als verhaal: existentieel-fenomenologisch model
Mens zien als persoon en wat die al heeft meegemaakt.
- Mens als gerechtigheid: postmodern-kritisch model
- Mens als totaliteit: holistisch-integratief model
1
, Fenomenologisch – existentieel paradigma
(mens als verhaal)
- Haaks op de gedragstherapeutische benadering
Er wordt gestreefd naar betekenisvolle actie en begrijpen niet
zozeer het verklaren.
Mens wordt relationeel benaderd
= persoon met zijn verhaal wordt gesitueerd in de
ontmoeting met de ander
- Paradigma vindt vooral een weergave in de psychoanalyse
1.1.1.1. Fenomenologisch - existentieel
Existentieel
- Existentie = het leven, het bestaan
- Grote levensvragen
Mensen kunnen hiermee worstelen en geraken dan in de war,
daardoor gaan ze een bepaald gedrag stellen.
- Wie ben ik? Waarom ben ik hier? Wat is de reden van ons bestaan?
- Aandacht op de mens met wat hij voelt en wat hij werkelijk verlangt
Fenomenologisch
- Fenomenen = je kijkt naar een fenomeen = wat zich voordoet
Kijken naar wat er zich voordoet
- Ervaring en betekenis die mens eraan geeft als belangrijkste fenomeen
We ervaren een fenomeen persoonlijk, ieder zijn ervaring kan voor
iedereen anders zijn.
- Waarnemen, zonder oordeel
Je ziet niet altijd wat er bij iemand binnenin afspeelt.
“Het leven heeft a priori geen zin… Het is aan jou om het betekenis te geven en
waarde is niets anders dan de betekenis die jij kiest” J.P. Sartre
2.1.1.1. Psychoanalyse
2.1. Sigmund Freud
Sigmund Freud:
- 1856 -1939
- Neuroloog, Freud was een zenuwarts een neuroloog
- Wenen
- Grondlegger van de psychologie
- Grote invloed op alle vormen van psychotherapie
2
, - De 1ste die de theorie had dat hij door naar mensen te luisteren ze kon
helpen.
Visie van Freud:
- Analyse van het menselijk zijn met aandacht voor het onderbewuste.
Beschrijving van de driften
Driften/verlangen: levensdrift – doodsdrift – liefdesdrift (libido)
Es – Ich - Uber-ich
Oedipuscomplex: losmaken van verlangens van de ouders
Verdedigingsmechanismen (niet allemaal onthouden)
Verdringen
Zodanig wegduwen dat je het zelf niet beseft
Regressie
Met verschillende conflicten in de knoop zitten en
daardoor terug zakken naar de kinderlijke gewoonten.
(Vlucht, escapisme)
Niet perse letterlijk kan ook drinken, netflix,… zijn
(Rationalisatie)
(projectie), (sublimatie), (introjectie), (reactievorming), …
Behandeling met vrije associatie en droomverheldering
Droomverheldering: het idee dat je mensen in contact kan
brengen met wat ze werkelijk verlangen en dat dromen een
manier is om daarmee in contact te komen.
2.2. Vertegenwoordigers van psychoanalyse
Voornamelijk in Europa. Had de intentie om dit meer uit te zoeken maar door
oorlog is dit niet gelukt. Hij had aandacht voor vroege levenservaringen, voor het
eigen levensverhaal. Praten met, luisteren, ontmoeten, speltherapie. Ruimte
maken voor emoties, voor driften en verlangens, voor conflict.
= existentieel kader
- Fransoise Dolto
Praten met kinderen ipv over (niet enkel kinderen maar bv cliënten)
Kinderen begeleiden op hun weg naar autonomie met respect voor
hun particulier verlangen
- Melanie Klein
Speltherapie (ze liet kinderen spelen om zicht te krijgen wat er
vanbinnen speelt)
Observatie vrij van ethische en morele kritiek
Hoe minder oordeel hij minder iemand zich zal geremd
voelen.
3
, 4
orthopedagogiek
Inleidende les
Orthopedagogiek als handelingswetenschap:
- Wisselwerking theorie – praktijk staat centraal
- Orthopedagogiek is voortdurend
4 wetenschapsfilosofische kaders / paradigma’s:
- Mens als kennis: empirisch – analytisch model
- Mens als verhaal: existentieel-fenomenologisch model
Mens zien als persoon en wat die al heeft meegemaakt.
- Mens als gerechtigheid: postmodern-kritisch model
- Mens als totaliteit: holistisch-integratief model
1
, Fenomenologisch – existentieel paradigma
(mens als verhaal)
- Haaks op de gedragstherapeutische benadering
Er wordt gestreefd naar betekenisvolle actie en begrijpen niet
zozeer het verklaren.
Mens wordt relationeel benaderd
= persoon met zijn verhaal wordt gesitueerd in de
ontmoeting met de ander
- Paradigma vindt vooral een weergave in de psychoanalyse
1.1.1.1. Fenomenologisch - existentieel
Existentieel
- Existentie = het leven, het bestaan
- Grote levensvragen
Mensen kunnen hiermee worstelen en geraken dan in de war,
daardoor gaan ze een bepaald gedrag stellen.
- Wie ben ik? Waarom ben ik hier? Wat is de reden van ons bestaan?
- Aandacht op de mens met wat hij voelt en wat hij werkelijk verlangt
Fenomenologisch
- Fenomenen = je kijkt naar een fenomeen = wat zich voordoet
Kijken naar wat er zich voordoet
- Ervaring en betekenis die mens eraan geeft als belangrijkste fenomeen
We ervaren een fenomeen persoonlijk, ieder zijn ervaring kan voor
iedereen anders zijn.
- Waarnemen, zonder oordeel
Je ziet niet altijd wat er bij iemand binnenin afspeelt.
“Het leven heeft a priori geen zin… Het is aan jou om het betekenis te geven en
waarde is niets anders dan de betekenis die jij kiest” J.P. Sartre
2.1.1.1. Psychoanalyse
2.1. Sigmund Freud
Sigmund Freud:
- 1856 -1939
- Neuroloog, Freud was een zenuwarts een neuroloog
- Wenen
- Grondlegger van de psychologie
- Grote invloed op alle vormen van psychotherapie
2
, - De 1ste die de theorie had dat hij door naar mensen te luisteren ze kon
helpen.
Visie van Freud:
- Analyse van het menselijk zijn met aandacht voor het onderbewuste.
Beschrijving van de driften
Driften/verlangen: levensdrift – doodsdrift – liefdesdrift (libido)
Es – Ich - Uber-ich
Oedipuscomplex: losmaken van verlangens van de ouders
Verdedigingsmechanismen (niet allemaal onthouden)
Verdringen
Zodanig wegduwen dat je het zelf niet beseft
Regressie
Met verschillende conflicten in de knoop zitten en
daardoor terug zakken naar de kinderlijke gewoonten.
(Vlucht, escapisme)
Niet perse letterlijk kan ook drinken, netflix,… zijn
(Rationalisatie)
(projectie), (sublimatie), (introjectie), (reactievorming), …
Behandeling met vrije associatie en droomverheldering
Droomverheldering: het idee dat je mensen in contact kan
brengen met wat ze werkelijk verlangen en dat dromen een
manier is om daarmee in contact te komen.
2.2. Vertegenwoordigers van psychoanalyse
Voornamelijk in Europa. Had de intentie om dit meer uit te zoeken maar door
oorlog is dit niet gelukt. Hij had aandacht voor vroege levenservaringen, voor het
eigen levensverhaal. Praten met, luisteren, ontmoeten, speltherapie. Ruimte
maken voor emoties, voor driften en verlangens, voor conflict.
= existentieel kader
- Fransoise Dolto
Praten met kinderen ipv over (niet enkel kinderen maar bv cliënten)
Kinderen begeleiden op hun weg naar autonomie met respect voor
hun particulier verlangen
- Melanie Klein
Speltherapie (ze liet kinderen spelen om zicht te krijgen wat er
vanbinnen speelt)
Observatie vrij van ethische en morele kritiek
Hoe minder oordeel hij minder iemand zich zal geremd
voelen.
3
, 4