Les 1: (2) Wat is psychologie?
Psychologie
→ Wetenschappelijke studie vd menselijke natuur, de menselijke geest en het menselijk gedrag
Interessegebieden voor psychologen
→ Hersenen
→ Perceptie
→ Cognitie
→ Emotie
→ Persoonlijkheid
→ Ontwikkeling
→ Sociale interactie
→ Psychopathologie
Wanneer en hoe begon de psychologische wetenschap?
→ Mens is nieuwsgierig naar zichzelf en wereld om ons heen
→ Moderne psychologie langs voorgeschiedenis
o Socrates, Plato en Aristoteles
→ Officiele geboorte psychologie als wetenschappelijke discipline
o 1879 – Wilhelm Wundt
6 perspectieven
1. Biologisch perspectief (Decartes)
2. Cognitief perspectief
→ Wetenschappelijke methode kan gebruikt worden om de geest te bestuderen
→ Gedrag wordt bepaald door iemand unieke patroon van waarnemingen, interpretaties,
verwachtingen, overtuigingen en herinneringen
,→ Structuralisme
o Sleutelfiguur
o E. Titchener
o Eind 19e eeuw
o Idee
o Gelooft dat het bewustzijn kon worden afgebroken en dat de delen konden
worden bestudeerd
o Methode om dit te doen was mensen te betrekken bij zelfreflexieve introspectie
o Wat klopt niet?
o Introspectie vereist slimme, verbale mensen
o Bleek onbetrouwbaar
o Resultaten variëren van persoon tot persoon en ervaring tot ervaring
o We weten vaak niet waarom we voelen wat we voelen en doen wat we doen
o Herinnering van mensen dwaalt vaak
o Naarmate de introspectie afnam, nam ook het structuralisme af
→ Functionalisme
o Sleutelfiguur
o W. James
o Idee
o Hoe onze mentale en gedragsprocessen functioneren
o En hoe ze ons in staat stellen ons aan te passen, te overleven, en te bloeien
o Inspiratie van Charles Darwin
o Maar waarom?
o Bewustzijn dient een functie
▪ Stelt ons in staat om na te denken over het verleden
▪ Ons aanpassen aan huidige situatie
▪ Plannen maken voor toekomst
o Focus op stroom van bewustzijn en emoties
→ Gestaltpsychologie
o Sleutelfiguur
o K. Lewin
o Idee
o Subjectieve manier bestuderen waarop een object id geest van mensen verschijnt
→ Cognitivisme
o Het cognitivisme is een leertheorie en beschrijft hoe mensen kennis verwerven, ordenen
en gebruiken in hun gedrag. Er wordt bij het cognitivisme vooral gekeken naar het
waarnemen en verwerken van informatie. Ook geeft het cognitivisme inzicht in de
verwerkingsprocessen die in de hersenen van mensen plaatsvinden.
,3. Behavioristisch perspectief (Skinner)
→ Definitie
o Gedrag wordt bepaald door de prikkels in onze omgeving, en de consequenties van
ons gedrag
→ Sleutelfiguren
o J. Watson en Skinner
→ Idee
o Heimelijke gedragingen/mentale processen kunnen niet worden gezien/bestudeerd
o Nadruk moet liggen op openlijk en waarneembaar gedrag
o Bedrag wordt begrepen door de beloningen en straffen id omgeving vh organisme te
onderzoeken
→ De fout
o Houdt geen rekening met cognitie, denken en voelen (zijn van belang voor
menselijke ervaring)
4. Mens als geheel (Holistisch denkproces, Freud)
→ Psychoanalyse
o Sleutelfiguur
o Freud
o Idee
o Bestudeerde niet alleen bewust gedachte, maar geloofde dat hij heimelijke
gedragingen kon bestuderen
o Dook met zijn hoofd in het onbewuste
o Vergeleek menselijke psyche met een ijsberg: slechts een klein deel is zichtbaar,
het grootste deel (onbewuste) ligt onder het oppervlak
o Gedrag werd bepaald door processen in onze onbewuste geest
o Fout
o Schiet tekort om wetenschappelijk te zijn
o Concepten zijn niet testbaar
→ Humanistische psychologie
o Sleutelfiguur
o C. Rogers
o Idee
o Deterministische visie van psychoanalyse en behaviorisme
o Beweerden een positieve kijk en zagen mensen als vrije agenten die in staat
waren hun eigen leven te beheersen en keuzes te maken
o Nadruk op menselijke groei en potentieel (niet op psychische stoornissen)
o Waren ervan overtuigd dat onze innerlijke processen even belangrijk zijn als
prikkels uit de omgeving
, 5. Ontwikkelingsperspectief (Nature & Nurture)
→ Mensen veranderen als gevolg van interactie tussen erfelijke eigenschappen en omgeving
→ Lichamelijk
o Ontwikkeling is te zien in voorspelbare processen
o Vb. groei, puberteit en menopauze
→ Psychisch
o Waarneembaar in het verwerven van taal, logisch denken
en het aannemen van verschillende rollen op verschillende
tijdstippen in het leven
6. Sociocultureel perspectief (Context)
→ Idee van sociale invloed staat centraal
→ Stellen dat sociale en culturele invloeden de invloed overstemmen van alle andere factoren
die gedrag beinvloeden -> want volgens hun bepaald door situatie
→ Vb. Stanley Milgram, Philip zimbardo (stanford prison experiment), …
Psychologie
→ Wetenschappelijke studie vd menselijke natuur, de menselijke geest en het menselijk gedrag
Interessegebieden voor psychologen
→ Hersenen
→ Perceptie
→ Cognitie
→ Emotie
→ Persoonlijkheid
→ Ontwikkeling
→ Sociale interactie
→ Psychopathologie
Wanneer en hoe begon de psychologische wetenschap?
→ Mens is nieuwsgierig naar zichzelf en wereld om ons heen
→ Moderne psychologie langs voorgeschiedenis
o Socrates, Plato en Aristoteles
→ Officiele geboorte psychologie als wetenschappelijke discipline
o 1879 – Wilhelm Wundt
6 perspectieven
1. Biologisch perspectief (Decartes)
2. Cognitief perspectief
→ Wetenschappelijke methode kan gebruikt worden om de geest te bestuderen
→ Gedrag wordt bepaald door iemand unieke patroon van waarnemingen, interpretaties,
verwachtingen, overtuigingen en herinneringen
,→ Structuralisme
o Sleutelfiguur
o E. Titchener
o Eind 19e eeuw
o Idee
o Gelooft dat het bewustzijn kon worden afgebroken en dat de delen konden
worden bestudeerd
o Methode om dit te doen was mensen te betrekken bij zelfreflexieve introspectie
o Wat klopt niet?
o Introspectie vereist slimme, verbale mensen
o Bleek onbetrouwbaar
o Resultaten variëren van persoon tot persoon en ervaring tot ervaring
o We weten vaak niet waarom we voelen wat we voelen en doen wat we doen
o Herinnering van mensen dwaalt vaak
o Naarmate de introspectie afnam, nam ook het structuralisme af
→ Functionalisme
o Sleutelfiguur
o W. James
o Idee
o Hoe onze mentale en gedragsprocessen functioneren
o En hoe ze ons in staat stellen ons aan te passen, te overleven, en te bloeien
o Inspiratie van Charles Darwin
o Maar waarom?
o Bewustzijn dient een functie
▪ Stelt ons in staat om na te denken over het verleden
▪ Ons aanpassen aan huidige situatie
▪ Plannen maken voor toekomst
o Focus op stroom van bewustzijn en emoties
→ Gestaltpsychologie
o Sleutelfiguur
o K. Lewin
o Idee
o Subjectieve manier bestuderen waarop een object id geest van mensen verschijnt
→ Cognitivisme
o Het cognitivisme is een leertheorie en beschrijft hoe mensen kennis verwerven, ordenen
en gebruiken in hun gedrag. Er wordt bij het cognitivisme vooral gekeken naar het
waarnemen en verwerken van informatie. Ook geeft het cognitivisme inzicht in de
verwerkingsprocessen die in de hersenen van mensen plaatsvinden.
,3. Behavioristisch perspectief (Skinner)
→ Definitie
o Gedrag wordt bepaald door de prikkels in onze omgeving, en de consequenties van
ons gedrag
→ Sleutelfiguren
o J. Watson en Skinner
→ Idee
o Heimelijke gedragingen/mentale processen kunnen niet worden gezien/bestudeerd
o Nadruk moet liggen op openlijk en waarneembaar gedrag
o Bedrag wordt begrepen door de beloningen en straffen id omgeving vh organisme te
onderzoeken
→ De fout
o Houdt geen rekening met cognitie, denken en voelen (zijn van belang voor
menselijke ervaring)
4. Mens als geheel (Holistisch denkproces, Freud)
→ Psychoanalyse
o Sleutelfiguur
o Freud
o Idee
o Bestudeerde niet alleen bewust gedachte, maar geloofde dat hij heimelijke
gedragingen kon bestuderen
o Dook met zijn hoofd in het onbewuste
o Vergeleek menselijke psyche met een ijsberg: slechts een klein deel is zichtbaar,
het grootste deel (onbewuste) ligt onder het oppervlak
o Gedrag werd bepaald door processen in onze onbewuste geest
o Fout
o Schiet tekort om wetenschappelijk te zijn
o Concepten zijn niet testbaar
→ Humanistische psychologie
o Sleutelfiguur
o C. Rogers
o Idee
o Deterministische visie van psychoanalyse en behaviorisme
o Beweerden een positieve kijk en zagen mensen als vrije agenten die in staat
waren hun eigen leven te beheersen en keuzes te maken
o Nadruk op menselijke groei en potentieel (niet op psychische stoornissen)
o Waren ervan overtuigd dat onze innerlijke processen even belangrijk zijn als
prikkels uit de omgeving
, 5. Ontwikkelingsperspectief (Nature & Nurture)
→ Mensen veranderen als gevolg van interactie tussen erfelijke eigenschappen en omgeving
→ Lichamelijk
o Ontwikkeling is te zien in voorspelbare processen
o Vb. groei, puberteit en menopauze
→ Psychisch
o Waarneembaar in het verwerven van taal, logisch denken
en het aannemen van verschillende rollen op verschillende
tijdstippen in het leven
6. Sociocultureel perspectief (Context)
→ Idee van sociale invloed staat centraal
→ Stellen dat sociale en culturele invloeden de invloed overstemmen van alle andere factoren
die gedrag beinvloeden -> want volgens hun bepaald door situatie
→ Vb. Stanley Milgram, Philip zimbardo (stanford prison experiment), …