DIVERSITEIT (DIDIER & KATRIEN)
LES 7 – MAATSCHAPPELIJKE FUNCTIES VAN KINDEROPVANG
VBJK: Vernieuwing in de Basisvoorzieningen voor Jonge Kinderen
• Basisvoorzieningen voor Jonge Kinderen
• Inspireren en sensibiliseren
• Actie-onderzoek
• Internationaal uitwisselen en samenwerken
• Beleid ondersteunen
7.1 EIGEN BEELD KINDEROPVANG
=>Tewerkstelling, taal, socialisering, …
In Vlaanderen gaat 1 op 2 naar de kinderopvang
7.2 POPULAIRE BEELDVORMING KINDEROPVANG
Wat negatief: tekorten, mishandeling, crisis, …
Laatste 2 jaar -> publieke verontwaardiging, maar problemen waren er altijd al
Erkend door Kind & Gezin -> dus ouders kunnen het vertrouwen (denken ze)
Iedereen kan een kinderopvang starten -> meer professionalisering nodig
Kwetsbare sector -> fantastische praktijken en gedreven mensen, die onderbetaald worden
Te weinig aanbod en overheid investeert er niet in -> ze rekenen op zelfstandigen
Ouders die geen opvang hebben door sluitingen kinderopvang, maar beter sluiten dan slechte opvang!
=> Goed dat Kind & Gezin opvangen sluit, want het is er soms niet veilig
Realiteit: mensen denken vaak we gaan een opvang openen, want er zijn tekorten. Stoppen hier dan vaak snel
mee, want is moeilijker dan gedacht. Ze hebben er geen opleiding voor, het is te zwaar, …
7.3 KINDEROPVANG EN SOCIAAL WERK
Opvoeden is complexer dan vroeger
Veel ouders die hun brood verdienen met tips bv. slaapcoach, betalende Webinars/video’s op Facebook, …
Eigen instinct/intuïtie vertrouwen in opvoeding
SW werk definitie en beroepsrollen
1
, 7.4 GESCHIEDENIS VAN KINDEROPVANG
Kindbeelden in het hier en nu
• Het kind als burger: zie kinderrechtenverdrag en -beweging
• Het voorspelbare kind: vanuit onvoorspelbaarheid van het leven, toch vat willen hebben op
ontwikkeling van kinderen om zo een maakbare samenleving te hebben
• Het witte kind: alsof het doorsnee kind eentalig is naar voorbeeld van de natiestaat en sinds
generaties verankerd zit in christelijke traditie
• Het kind als risico: ‘kind in gevaar’ beschermen en ‘kind als gevaar’ voorkomen
• Het kind als held: kinderen worden gezien voor hun potentieel in het hier en nu, romantisch denken,
kinderen zijn rolmodellen, inventief, weerbaar, flexibel, onconventioneel en vrij
• Het kind als kapitaal: kind als investering in de toekomst, economisch denken, ‘terugverdieneffecten’
van opvoeding
1845: START VAN GEORGANISEERDE KINDEROPVANG
19e eeuw: industrialisatie
• Scheiding woning en werkplaats
• Enorme kloof tussen leidende bourgeoisie en arbeidersklasse
• Nood aan goede werkkrachten (vrouwen en kinderen)
• Extreem lage lonen en slechte arbeidsvoorwaarden en woonomstandigheden
• Hoge kindersterfte: 10 à 25% van de kinderen haalt eerste verjaardag niet
Kindersterfte als sociaal probleem herleid tot een louter pedagogisch probleem wat interventie vraagt:
• Statistiek: framing probleem van kindersterfte als een probleem van arbeidsvrouwen gezien link
kindersterfte en arbeidswijken en vrouwelijke tewerkstelling
• Eugenetica: legitimering overheidsinterventie gezien kindersterfte de Staat bedreigt en de Staat nood
heeft aan ‘een sterk en mooi ras’
• Focus op preventie in de wetenschappen: vertelt hoe dit probleem op te lossen, met name
voorlichting en civiliseren arbeidsvrouwen
Burgerlijk kerngezin als ideaal
• Moederschapsideologie
o Moeder verantwoordelijk voor het welzijn van het kind en plichten ten aanzien van de
samenleving
o Werkende moeders zijn verwaarlozende moeders
• Kindbeelden
o Kind als risico: frêle, kwetsbare kind dat bescherm moet worden
o Kind als kapitaal
o Voorspelbare kind
Context 19e eeuw: industrialisatie
• 1845: ontstaan eerste kinderdagverblijf in Brussel
• 1869: ontstaan eerste kinderdagverblijven in Gent
• Liefdadigheidsinitiatieven van plaatselijke industriëlen en notabelen
o Noodzakelijk in strijd tegen kindersterfte en opvoeden van de arbeidersklasse
o Te vermijden omdat het moeders aanzet om zich van hun moederlijke plicht te ontdoen
• Noodzakelijk kwaad
2