FH – Patho – college – circulatiestoornissen
2 systemen:
- Het vaatstelsel
- Het lymfestelsel
Het vaatsysteem/ Tractus circulatorius
Atherosclerose:
Ophoping van vetachtige stoffen, bondweefsel en kalk in de binnenwand van slagaders, wordt ook
wel aderverkalking genoemd.
LDL hoopt zich op in de aders, normaal moet dan heet HDL deze vetten weer afbreken en brengen
naar de lever waar het wordt afgebroken. Wanneer er te veel LDL is blijft dit zich ophopen en
ontstaat er ader verkalking.
Risicofactoren:
- ROKEN
- Stress
- Hypertensie
- Inactiviteit/ overgewicht
- Diabetes
- Erfelijke factoren
Klinische consequenties van atherosclerose:
- Bloeddruk
Hypertensie: systolgische waarde boven de 140 en/ of diastolgische waarde boven de 90.
Door hypertensie artherosclerose, en door artherosclerose hypertensie.
Hypertensie zorgt voor een rigide vaatwand met gevolg een hogere bloeddruk. Dit werkt ook
andersom: een hogere bloeddruk zorgt voor een rigide vaatwand en dit versneld het
atherosclerotisch proces. De plaque zal eerst naar buiten willen ‘groeien’, maar als de
vaatwand niet elastisch is en niet kan uitzetten, zal de plaque naar binnen groeien.
- Trombose
Intravitaal, intravasculair stollingsproces dat leidt tot een bloedstolsel.
In het been, vrij snel optredende zwelling n het been, rode of blauwachtige verkleuringen,
zwaar gevoel of pijn in het been.
Oorzaken:
o Afname van kwaliteit van de vaatwand
o Verandering samenstelling bloed
o Vertraging van de bloedstroom
Longembolie, als een trombus losraakt kan deze vastlopen in een kleiner bloedvat:
pulmonale arterie. Dit kan leiden tot een longembolie. Herhaaldelijke longembolieën kunnen
het longvaatbed verkleinen waardoor pulmonale hypertensie kan optreden.
Infarct: Een gebied van ischemische necrose in een orgaan als gevolg van onvoldoende
doorbloeding. Afsluiting (occlusie) van de aanvoerende arterie of afvoerende vene, of een te
lage arteriële bloeddruk bij arterosclerotische vernauwende arterieën.
- Aneurysma
Vaatwand zwakte, vaak geen klinische verschijnselen, wordt vaak per toeval ontdekt.
Meestal geen behandeling, indicatie operatieve ingreep bij een diameter van meer dan 5,5
cm.
, - Ischemie
Onvoldoende doorbloeding. Een bekende vorm van ischemie is het PAV oftewel claudicatio
intermittens of op z’n nederlands: etalagebenen.
Spataderen:
Verwijde aders door kleppendysfunctie, bloed stroomt hierdoor terug. Zichtbare kluwen van vaten,
bruinige verkleuring van de huid, zwelling van onderbeen/ enkel vooral na langer staan. Niet pijnlijk
maar eerder ongemakkelijk.
PAV:
Anamnese:
- Toenemende pijn in het been (meestal kuitspieren) bij het lopen of sporten
- Directe afname van de pijn bij vermindering of stoppen van de activiteit.
Eerste diagnose bij de huisarts of medische centrum: Enkel-arm index.
Lokalisatie van de pijn is afhankelijk van de positie van de vernauwing/ afsluiting.
Behandelmogelijkheden:
1. Leefstijlinterventie met loopbandtraining onder begeleiding van gecertificeerde
fysiotherapeut
2. Dotteren met eventueel een stent
3. Bypass operatie
Het lymfestelsel:
Oedeem:
Definitie, abnormale ophoping van vocht in de interstitiële ruimte.
Oorzaken zijn verhoging van hydrostatische druk en dysbalans colloïd – osmotische druk.
Verhoging hydrostatische druk:
Intravasculaire druk. Vocht wordt in een capillairbed naar buiten geperst.
Oorzaken:
- Hartfalen
- Instroombeperking van het hart
- Blokkade linker ventrikel hart, hierdoor ophoping in de longen (longoedeem)
- Falen van rechterventrikel, hierdoor ophoping in perifere weefsels zoals enkeloedeem.
Dysbalans colloïd- osmotische druk
Door een hogere eiwitconcentratie intravasculait vindt er osmose plaats (vocht treedt van buiten
naar binnen).
Verlaging colloïd osmotische druk: verminderd eiwitgehalte door b.v. leverfalen of nierziekten
Verhoging: Verhoogd natriumgehalte door b.v. nierziekten
Lymfe afvoerbelemmering:
- Tumoren
- Chirurgische ingrepen of bestraling
- Ontstekingsproces.
2 systemen:
- Het vaatstelsel
- Het lymfestelsel
Het vaatsysteem/ Tractus circulatorius
Atherosclerose:
Ophoping van vetachtige stoffen, bondweefsel en kalk in de binnenwand van slagaders, wordt ook
wel aderverkalking genoemd.
LDL hoopt zich op in de aders, normaal moet dan heet HDL deze vetten weer afbreken en brengen
naar de lever waar het wordt afgebroken. Wanneer er te veel LDL is blijft dit zich ophopen en
ontstaat er ader verkalking.
Risicofactoren:
- ROKEN
- Stress
- Hypertensie
- Inactiviteit/ overgewicht
- Diabetes
- Erfelijke factoren
Klinische consequenties van atherosclerose:
- Bloeddruk
Hypertensie: systolgische waarde boven de 140 en/ of diastolgische waarde boven de 90.
Door hypertensie artherosclerose, en door artherosclerose hypertensie.
Hypertensie zorgt voor een rigide vaatwand met gevolg een hogere bloeddruk. Dit werkt ook
andersom: een hogere bloeddruk zorgt voor een rigide vaatwand en dit versneld het
atherosclerotisch proces. De plaque zal eerst naar buiten willen ‘groeien’, maar als de
vaatwand niet elastisch is en niet kan uitzetten, zal de plaque naar binnen groeien.
- Trombose
Intravitaal, intravasculair stollingsproces dat leidt tot een bloedstolsel.
In het been, vrij snel optredende zwelling n het been, rode of blauwachtige verkleuringen,
zwaar gevoel of pijn in het been.
Oorzaken:
o Afname van kwaliteit van de vaatwand
o Verandering samenstelling bloed
o Vertraging van de bloedstroom
Longembolie, als een trombus losraakt kan deze vastlopen in een kleiner bloedvat:
pulmonale arterie. Dit kan leiden tot een longembolie. Herhaaldelijke longembolieën kunnen
het longvaatbed verkleinen waardoor pulmonale hypertensie kan optreden.
Infarct: Een gebied van ischemische necrose in een orgaan als gevolg van onvoldoende
doorbloeding. Afsluiting (occlusie) van de aanvoerende arterie of afvoerende vene, of een te
lage arteriële bloeddruk bij arterosclerotische vernauwende arterieën.
- Aneurysma
Vaatwand zwakte, vaak geen klinische verschijnselen, wordt vaak per toeval ontdekt.
Meestal geen behandeling, indicatie operatieve ingreep bij een diameter van meer dan 5,5
cm.
, - Ischemie
Onvoldoende doorbloeding. Een bekende vorm van ischemie is het PAV oftewel claudicatio
intermittens of op z’n nederlands: etalagebenen.
Spataderen:
Verwijde aders door kleppendysfunctie, bloed stroomt hierdoor terug. Zichtbare kluwen van vaten,
bruinige verkleuring van de huid, zwelling van onderbeen/ enkel vooral na langer staan. Niet pijnlijk
maar eerder ongemakkelijk.
PAV:
Anamnese:
- Toenemende pijn in het been (meestal kuitspieren) bij het lopen of sporten
- Directe afname van de pijn bij vermindering of stoppen van de activiteit.
Eerste diagnose bij de huisarts of medische centrum: Enkel-arm index.
Lokalisatie van de pijn is afhankelijk van de positie van de vernauwing/ afsluiting.
Behandelmogelijkheden:
1. Leefstijlinterventie met loopbandtraining onder begeleiding van gecertificeerde
fysiotherapeut
2. Dotteren met eventueel een stent
3. Bypass operatie
Het lymfestelsel:
Oedeem:
Definitie, abnormale ophoping van vocht in de interstitiële ruimte.
Oorzaken zijn verhoging van hydrostatische druk en dysbalans colloïd – osmotische druk.
Verhoging hydrostatische druk:
Intravasculaire druk. Vocht wordt in een capillairbed naar buiten geperst.
Oorzaken:
- Hartfalen
- Instroombeperking van het hart
- Blokkade linker ventrikel hart, hierdoor ophoping in de longen (longoedeem)
- Falen van rechterventrikel, hierdoor ophoping in perifere weefsels zoals enkeloedeem.
Dysbalans colloïd- osmotische druk
Door een hogere eiwitconcentratie intravasculait vindt er osmose plaats (vocht treedt van buiten
naar binnen).
Verlaging colloïd osmotische druk: verminderd eiwitgehalte door b.v. leverfalen of nierziekten
Verhoging: Verhoogd natriumgehalte door b.v. nierziekten
Lymfe afvoerbelemmering:
- Tumoren
- Chirurgische ingrepen of bestraling
- Ontstekingsproces.