Samenvatting
Basiskennis
Geschiedenis
H1
–
Tijd
van
jagers
en
boeren
(tot
50
voor
Chr)
12.000
v
Chr
–
50
v
Chr:
12.000
v
Chr
=
Rendierjagers
+
begin
steentijd
10.000
v
Chr
=
Einde
van
de
ijstijd
5000
v
Chr
=
Eerste
boeren
in
Nederland
3000
v
Chr
=
Hunebedden
2000
v
Chr
=
Einde
steentijd
en
begin
van
bronstijd
800
v
Chr
=
Einde
bronstijd
en
begin
van
ijzertijd
50
v
Chr
=
Romeinen
in
Nederland
(eind
prehistorie)
Prehistorie:
Geen
geschreven
bronnen,
voor
Chr.
Steentijd:
-‐
De
naam
komt
van
de
rondtrekkende
rendierjagers:
zij
jaagde
op
rendieren
met
pijl
en
boog
(botten
en
vuursteen).
-‐
Naarmate
het
klimaat
warmer
werd
(10.000
v
Chr)
kwamen
jager-‐
verzamelaars
die
zaden,
vruchten
en
wortels
verzamelde.
Zij
trokken
niet
meer
rond,
maar
verhuisde
per
seizoen
naar
plek
waar
het
meeste
voedsel
was
(met
kano’s
van
boomstammen).
-‐
Later
kwamen
de
eerste
boeren
in
NL
(5000
v
Chr):
ze
begonnen
dieren
te
temmen
en
te
fokken,
planten
te
zaden
en
bleven
wonen
bij
de
akkers.
Zo
ontstonden
de
eerste
dorpen
in
Zuid-‐Limburg.
-‐
Volk:
Trechterbekervolk
(Drenthe)
en
Bandkeramiekers
(Limburg),
namen
komen
van
de
manier
waarop
ze
hun
aardewerk
versierden
(om
oogst
en
zaden
in
te
bewaren).
-‐
Trechterbekervolk
maakte
graven
van
grote
zwerfkeien:
Hunebedden
(3000
v
Chr).
Ze
namen
voedsel
en
geschenken
mee
naar
het
graf
en
geloofden
in
leven
na
de
dood.
Bronstijd:
-‐
Vanaf
2000v
Chr.
gebruikte
men
koper
en
brons
voor
het
maken
van
messen,
bijlen
en
sieraden.
Boeren
werden
beter
in
landbouw
en
verbouweden
granen,
groentes
en
hielden
vee.
-‐
Van
vlas
leerden
ze
kleding
maken.
Ze
woonden
in
boerderijen
gemaakt
van
leem
(soort
klei)
met
een
apart
gedeelte
voor
het
vee
(stal)
IJzertijd:
-‐
Vanaf
800
v
Chr.
werden
voorwerpen
uit
ijzer
gemaakt.
Er
vormden
volken
die
Germanen
werden
genoemd
(schriftloze
samenleving).
-‐
Germanen
geloofde
in
goden
welke
in
het
Walhalla
woonden.
Ook
dachten
ze
dat
mensen
die
dapper
hadden
geleefd,
na
hun
dood
in
het
Walhalla
kwamen.
-‐
De
dagen
van
de
week
zijn
genoemd
naar
hun
Goden.
Wodan
was
de
belangrijkste.
-‐
Germanen
vierde
feesten:
zonnewendefeest
om
te
vieren
dat
de
dagen
weer
langer
werden
en
met
oudjaar
verjoegen
ze
de
wintergeesten
met
vuren
en
veel
lawaai.
Romeinen
naar
NL:
-‐
Vanaf
50
v
Chr.
kwamen
de
Romeinen
naar
Nederland.
Zij
konden
schrijven
en
schreven
over
de
volkeren
hier.
Dat
betekent
het
einde
van
de
prehistorie.
Basiskennis
Geschiedenis
H1
–
Tijd
van
jagers
en
boeren
(tot
50
voor
Chr)
12.000
v
Chr
–
50
v
Chr:
12.000
v
Chr
=
Rendierjagers
+
begin
steentijd
10.000
v
Chr
=
Einde
van
de
ijstijd
5000
v
Chr
=
Eerste
boeren
in
Nederland
3000
v
Chr
=
Hunebedden
2000
v
Chr
=
Einde
steentijd
en
begin
van
bronstijd
800
v
Chr
=
Einde
bronstijd
en
begin
van
ijzertijd
50
v
Chr
=
Romeinen
in
Nederland
(eind
prehistorie)
Prehistorie:
Geen
geschreven
bronnen,
voor
Chr.
Steentijd:
-‐
De
naam
komt
van
de
rondtrekkende
rendierjagers:
zij
jaagde
op
rendieren
met
pijl
en
boog
(botten
en
vuursteen).
-‐
Naarmate
het
klimaat
warmer
werd
(10.000
v
Chr)
kwamen
jager-‐
verzamelaars
die
zaden,
vruchten
en
wortels
verzamelde.
Zij
trokken
niet
meer
rond,
maar
verhuisde
per
seizoen
naar
plek
waar
het
meeste
voedsel
was
(met
kano’s
van
boomstammen).
-‐
Later
kwamen
de
eerste
boeren
in
NL
(5000
v
Chr):
ze
begonnen
dieren
te
temmen
en
te
fokken,
planten
te
zaden
en
bleven
wonen
bij
de
akkers.
Zo
ontstonden
de
eerste
dorpen
in
Zuid-‐Limburg.
-‐
Volk:
Trechterbekervolk
(Drenthe)
en
Bandkeramiekers
(Limburg),
namen
komen
van
de
manier
waarop
ze
hun
aardewerk
versierden
(om
oogst
en
zaden
in
te
bewaren).
-‐
Trechterbekervolk
maakte
graven
van
grote
zwerfkeien:
Hunebedden
(3000
v
Chr).
Ze
namen
voedsel
en
geschenken
mee
naar
het
graf
en
geloofden
in
leven
na
de
dood.
Bronstijd:
-‐
Vanaf
2000v
Chr.
gebruikte
men
koper
en
brons
voor
het
maken
van
messen,
bijlen
en
sieraden.
Boeren
werden
beter
in
landbouw
en
verbouweden
granen,
groentes
en
hielden
vee.
-‐
Van
vlas
leerden
ze
kleding
maken.
Ze
woonden
in
boerderijen
gemaakt
van
leem
(soort
klei)
met
een
apart
gedeelte
voor
het
vee
(stal)
IJzertijd:
-‐
Vanaf
800
v
Chr.
werden
voorwerpen
uit
ijzer
gemaakt.
Er
vormden
volken
die
Germanen
werden
genoemd
(schriftloze
samenleving).
-‐
Germanen
geloofde
in
goden
welke
in
het
Walhalla
woonden.
Ook
dachten
ze
dat
mensen
die
dapper
hadden
geleefd,
na
hun
dood
in
het
Walhalla
kwamen.
-‐
De
dagen
van
de
week
zijn
genoemd
naar
hun
Goden.
Wodan
was
de
belangrijkste.
-‐
Germanen
vierde
feesten:
zonnewendefeest
om
te
vieren
dat
de
dagen
weer
langer
werden
en
met
oudjaar
verjoegen
ze
de
wintergeesten
met
vuren
en
veel
lawaai.
Romeinen
naar
NL:
-‐
Vanaf
50
v
Chr.
kwamen
de
Romeinen
naar
Nederland.
Zij
konden
schrijven
en
schreven
over
de
volkeren
hier.
Dat
betekent
het
einde
van
de
prehistorie.
