Naam: Manon Mossel
Studentnummer: 4784592
Datum: 03-09-2023
Opleidingsinstituut: NCOI
Opleiding: HBO Bachelor pedagogiek profiel
jeugd
www.kansrijkedamvolendam.nl
Integrale opdracht HBO Bachelor
Pedagogiek fase 3
,Voorwoord
Mijn naam is Manon Mossel, ik ben 24 jaar oud en ik zit in het 4e jaar en laatste jaar van mijn HBO
opleiding Pedagogiek profiel jeugd. Sinds september 2021 loop ik stage bij Stichting De
Kindertelefoon te Amsterdam. Vanaf 2023 is mijn functie hier veranderd naar die van vrijwilliger en
officemanager. Vanwege de anonimiteit en het ontbreken van fysiek en frequent contact vanuit mijn
organisatie heb ik mijn integrale opdracht uit fase 2 uitgevoerd via een organisatie in mijn omgeving,
namelijk als vrijwilliger voor Club- en Buurthuiswerk te Volendam. In deze derde fase neem ik de
uitwerkingen van mijn vorige fase als uitgangspunt, dus zal ik voortborduren op mijn rol als vrijwilliger
bij het CBW. Deze moduleopdracht wordt daarom gemaakt voor desbetreffende organisatie, alsook in
opdracht van het NCOI. Het verslag bevat vanaf de inleiding tot het begin van de literatuurlijst een
ruime pagina te veel. Wanneer je hier de tabellen en witregels vanaf haalt, voldoet het alsnog aan de
regels zoals beschreven in de exameninformatie.
Deze opdracht heeft vooral als doel om een plan te maken volgens de plancyclus van Fontaine dat
bijdraagt aan een probleemsituatie. Je bent bezig met doelen formuleren, methoden kiezen en een
werkplan maken. Deze opgedane kennis en vaardigheden vormen een belangrijke basis in mijn
toekomstige loopbaan, waarbij je in het werkveld tegen problemen aan zult lopen die je op eenzelfde
wijze zult gaan aanpakken.
, Samenvatting
Een groep van vier jongens vertonen verschillende vormen van agressief gedrag tijdens de
muziekactiviteit van het Club en Buurthuiswerk Edam- Volendam. Dit gebeurt op het moment dat ze
geen duidelijke taak of regel opgelegd krijgen, als ze overprikkelt raken en negatief worden
toegesproken. Het gedrag vindt het meest plaats in de aanwezigheid van de begeleiders die hen
negeren, negatief begrenzen en mee in discussie gaan. De begeleiders die zich hiervoor vrijwillig
inzetten hebben een probleem, omdat op deze manier het begeleiden en organiseren van de
activiteiten wordt bemoeilijkt. De overige jongeren die deelnemen hebben last van de jongeren
doordat zij worden afgeleid en uitgelachen door het viertal. De rebellerende jongeren lopen de kans
om weggestuurd te worden. Actie ondernemen is dus wenselijk.
Er worden SMART handelingsdoelen opgesteld voor deze situatie:
- Binnen 2 maanden hebben de begeleiders van het CBW die zich inzetten tijdens de activiteit
Muziekfabriek samen met de 4 jongens duidelijke afspraken en opdrachten bedacht om uit te voeren
tijdens de activiteit.
- Binnen 3 maanden hebben alle begeleiders van het CBW die zich inzetten tijdens de activiteit
Muziekfabriek een cursus ‘Praten met kinderen’ gevolgd.
- Aan het begin van elke maand wordt in samenwerking met een pedagogisch adviseur van het
Centrum Jeugd en Gezin voor 6 maanden een onlinemeeting gehouden waarin begeleiders kunnen
vragen naar advies over probleemgedrag van de jongeren.
Om in te schatten of het plan realistisch en haalbaar is, wordt er een analyse van de haalbaarheid
gemaakt. De bevorderende factoren zijn onder andere de mogelijkheid tot advies en ondersteuning
van een pedagogisch adviseur, motivatie voor verbetering bij begeleiders, normale intelligentie van de
groep jongens, en het gewenste gedag dat al eens is opgemerkt. De belemmerende factoren zijn
onder meer de weinig positieve bekrachtiging, geen duidelijke afspraken en structuur, snel overprikkelt
zijn en het agressieve gedrag. In het geval van de jongens zie je dat er een goede basis ligt om te
werken aan het probleemgedrag. Er is pedagogische ondersteuning en een grote motivatie aanwezig.
Aan de belemmerende factoren kan gewerkt worden en een plan voor worden gemaakt. Dit maakt
daarom dat het doel als haalbaar wordt gezien.
Voor deze casus zijn de volgende tussendoelen geformuleerd:
- De begeleiders zetten samen met de jongens op papier op welke momenten tijdens de activiteit ze
zich goed voelen, en op welke momenten slecht.
- De begeleiders praten over hun samenwerking en welke waarden en normen zij hanteren tijdens hun
werk.
- De begeleiders betrekken de ouders in het proces en de gemaakte afspraken.
- De begeleiders geven de jongens positieve feedback en houden hierbij de Roos van Leary in acht.
De volgende methodes gaan ingezet worden:
- Praten met kinderen: doel is het verbeteren van de communicatie, en het vergroten van de
vaardigheden om het op te lossen
- Reflectieoefening ‘De Hand’: een reflectiemethode voor de begeleiders
- Psycho-educatie over emotieregulering: via de professional van het CJG kunnen ouders en de
jongens terecht over het omgaan met emoties.
- Motiverende gespreksvoering: een techniek die kan worden ingezet om iemand te motiveren tot
verandering.
Om het plan te laten slagen zijn de begeleiders nodig, een professional, de jongens en hun ouders.
Het vindt plaats in het CBW en er worden moment ingepland voor een evaluatie. Qua materiaal zijn er
computers, boeken, ruimtes, schrijfgerei en mankracht voor nodig. Beperkte tijd en samenwerking kan
een obstakel vormen. Om de kansen om de plannen te laten slagen te vergroten, wordt er een goede
voorbereiding te troffen. Er is een planningsschema gemaakt waarin elke week kleine stapjes worden
gezet. Hierbij is er bewust gekozen voor rust en ruimte, om te voorkomen dat je achterop raakt.
Studentnummer: 4784592
Datum: 03-09-2023
Opleidingsinstituut: NCOI
Opleiding: HBO Bachelor pedagogiek profiel
jeugd
www.kansrijkedamvolendam.nl
Integrale opdracht HBO Bachelor
Pedagogiek fase 3
,Voorwoord
Mijn naam is Manon Mossel, ik ben 24 jaar oud en ik zit in het 4e jaar en laatste jaar van mijn HBO
opleiding Pedagogiek profiel jeugd. Sinds september 2021 loop ik stage bij Stichting De
Kindertelefoon te Amsterdam. Vanaf 2023 is mijn functie hier veranderd naar die van vrijwilliger en
officemanager. Vanwege de anonimiteit en het ontbreken van fysiek en frequent contact vanuit mijn
organisatie heb ik mijn integrale opdracht uit fase 2 uitgevoerd via een organisatie in mijn omgeving,
namelijk als vrijwilliger voor Club- en Buurthuiswerk te Volendam. In deze derde fase neem ik de
uitwerkingen van mijn vorige fase als uitgangspunt, dus zal ik voortborduren op mijn rol als vrijwilliger
bij het CBW. Deze moduleopdracht wordt daarom gemaakt voor desbetreffende organisatie, alsook in
opdracht van het NCOI. Het verslag bevat vanaf de inleiding tot het begin van de literatuurlijst een
ruime pagina te veel. Wanneer je hier de tabellen en witregels vanaf haalt, voldoet het alsnog aan de
regels zoals beschreven in de exameninformatie.
Deze opdracht heeft vooral als doel om een plan te maken volgens de plancyclus van Fontaine dat
bijdraagt aan een probleemsituatie. Je bent bezig met doelen formuleren, methoden kiezen en een
werkplan maken. Deze opgedane kennis en vaardigheden vormen een belangrijke basis in mijn
toekomstige loopbaan, waarbij je in het werkveld tegen problemen aan zult lopen die je op eenzelfde
wijze zult gaan aanpakken.
, Samenvatting
Een groep van vier jongens vertonen verschillende vormen van agressief gedrag tijdens de
muziekactiviteit van het Club en Buurthuiswerk Edam- Volendam. Dit gebeurt op het moment dat ze
geen duidelijke taak of regel opgelegd krijgen, als ze overprikkelt raken en negatief worden
toegesproken. Het gedrag vindt het meest plaats in de aanwezigheid van de begeleiders die hen
negeren, negatief begrenzen en mee in discussie gaan. De begeleiders die zich hiervoor vrijwillig
inzetten hebben een probleem, omdat op deze manier het begeleiden en organiseren van de
activiteiten wordt bemoeilijkt. De overige jongeren die deelnemen hebben last van de jongeren
doordat zij worden afgeleid en uitgelachen door het viertal. De rebellerende jongeren lopen de kans
om weggestuurd te worden. Actie ondernemen is dus wenselijk.
Er worden SMART handelingsdoelen opgesteld voor deze situatie:
- Binnen 2 maanden hebben de begeleiders van het CBW die zich inzetten tijdens de activiteit
Muziekfabriek samen met de 4 jongens duidelijke afspraken en opdrachten bedacht om uit te voeren
tijdens de activiteit.
- Binnen 3 maanden hebben alle begeleiders van het CBW die zich inzetten tijdens de activiteit
Muziekfabriek een cursus ‘Praten met kinderen’ gevolgd.
- Aan het begin van elke maand wordt in samenwerking met een pedagogisch adviseur van het
Centrum Jeugd en Gezin voor 6 maanden een onlinemeeting gehouden waarin begeleiders kunnen
vragen naar advies over probleemgedrag van de jongeren.
Om in te schatten of het plan realistisch en haalbaar is, wordt er een analyse van de haalbaarheid
gemaakt. De bevorderende factoren zijn onder andere de mogelijkheid tot advies en ondersteuning
van een pedagogisch adviseur, motivatie voor verbetering bij begeleiders, normale intelligentie van de
groep jongens, en het gewenste gedag dat al eens is opgemerkt. De belemmerende factoren zijn
onder meer de weinig positieve bekrachtiging, geen duidelijke afspraken en structuur, snel overprikkelt
zijn en het agressieve gedrag. In het geval van de jongens zie je dat er een goede basis ligt om te
werken aan het probleemgedrag. Er is pedagogische ondersteuning en een grote motivatie aanwezig.
Aan de belemmerende factoren kan gewerkt worden en een plan voor worden gemaakt. Dit maakt
daarom dat het doel als haalbaar wordt gezien.
Voor deze casus zijn de volgende tussendoelen geformuleerd:
- De begeleiders zetten samen met de jongens op papier op welke momenten tijdens de activiteit ze
zich goed voelen, en op welke momenten slecht.
- De begeleiders praten over hun samenwerking en welke waarden en normen zij hanteren tijdens hun
werk.
- De begeleiders betrekken de ouders in het proces en de gemaakte afspraken.
- De begeleiders geven de jongens positieve feedback en houden hierbij de Roos van Leary in acht.
De volgende methodes gaan ingezet worden:
- Praten met kinderen: doel is het verbeteren van de communicatie, en het vergroten van de
vaardigheden om het op te lossen
- Reflectieoefening ‘De Hand’: een reflectiemethode voor de begeleiders
- Psycho-educatie over emotieregulering: via de professional van het CJG kunnen ouders en de
jongens terecht over het omgaan met emoties.
- Motiverende gespreksvoering: een techniek die kan worden ingezet om iemand te motiveren tot
verandering.
Om het plan te laten slagen zijn de begeleiders nodig, een professional, de jongens en hun ouders.
Het vindt plaats in het CBW en er worden moment ingepland voor een evaluatie. Qua materiaal zijn er
computers, boeken, ruimtes, schrijfgerei en mankracht voor nodig. Beperkte tijd en samenwerking kan
een obstakel vormen. Om de kansen om de plannen te laten slagen te vergroten, wordt er een goede
voorbereiding te troffen. Er is een planningsschema gemaakt waarin elke week kleine stapjes worden
gezet. Hierbij is er bewust gekozen voor rust en ruimte, om te voorkomen dat je achterop raakt.
