BIOMOLECULEN
Hoofdstuk 1: inleiding
Begrippen
• Bouwelementen: 99,95% van 11 elementen (O, C, H, N, Ca, P, K, S, Na, Cl, en Mg) waaruit een
organisme bestaat
• Spoorelementen: 0,05% van een organisme
• Oligo-elementen: Noodzakelijke spoorelementen voor het normaal functioneren van een
organisme, criteria:
o Gebrek aan oligo-elementen -> gebrekziekte, dit verdwijnt bij het
opnieuw toevoegen
o Noodzakelijke verbinding voor het orangisme => oligo-elementen
o Belangrijk voor specifieke enzymatische activiteiten, bij een
overdosis -> vergiftigingssymptomen
elementen => I, Fe, Cu, Zn, Mn, Mo en Co
• Toevallige spoorelementen: geen nut, toevallig in het organisme
• Bio-elementen: bouwelementen + oligo-elementen
• Condensatiereactie: vormen door afsplitsing van water
• Hydrolysereactie: splitsing met water
4 polymeren
• Vetten uit vetzuren
• Eiwitten uit nucleïnezuren
• Suikers uit monosachariden
• Nucleïnezuren uit nucleotiden
Vitaminen
• Vetoplosbare -> vitamine ADEK
• Wateroplosbare -> B-groep en vitamine C
Hormonen --- = (isopreen) terpeen
• -> signaalmoleculen --- = steroïd
• Vetten of eiwitten
1
, Hoofdstuk 2: vetten/ lipiden
5 vetzuren
• Palmitinezuur (C16:0)
• Stearinezuur (C18:0)
• Oliezuur (C18:1d9)
• Linolzuur (C18:2d9, 12)
• Linoleenzuur (C18:3d9, 12, 15)
• Triglyceride (glycerol-ester) basis:
• Redeneren met smeltpunt:
o Hoe korter de keten hoe lager
o hoe meer dubbele bindingen hoe lager
o cis (knik) heeft een lagere smelttemperatuur dan trans (geen knik)
2
Hoofdstuk 1: inleiding
Begrippen
• Bouwelementen: 99,95% van 11 elementen (O, C, H, N, Ca, P, K, S, Na, Cl, en Mg) waaruit een
organisme bestaat
• Spoorelementen: 0,05% van een organisme
• Oligo-elementen: Noodzakelijke spoorelementen voor het normaal functioneren van een
organisme, criteria:
o Gebrek aan oligo-elementen -> gebrekziekte, dit verdwijnt bij het
opnieuw toevoegen
o Noodzakelijke verbinding voor het orangisme => oligo-elementen
o Belangrijk voor specifieke enzymatische activiteiten, bij een
overdosis -> vergiftigingssymptomen
elementen => I, Fe, Cu, Zn, Mn, Mo en Co
• Toevallige spoorelementen: geen nut, toevallig in het organisme
• Bio-elementen: bouwelementen + oligo-elementen
• Condensatiereactie: vormen door afsplitsing van water
• Hydrolysereactie: splitsing met water
4 polymeren
• Vetten uit vetzuren
• Eiwitten uit nucleïnezuren
• Suikers uit monosachariden
• Nucleïnezuren uit nucleotiden
Vitaminen
• Vetoplosbare -> vitamine ADEK
• Wateroplosbare -> B-groep en vitamine C
Hormonen --- = (isopreen) terpeen
• -> signaalmoleculen --- = steroïd
• Vetten of eiwitten
1
, Hoofdstuk 2: vetten/ lipiden
5 vetzuren
• Palmitinezuur (C16:0)
• Stearinezuur (C18:0)
• Oliezuur (C18:1d9)
• Linolzuur (C18:2d9, 12)
• Linoleenzuur (C18:3d9, 12, 15)
• Triglyceride (glycerol-ester) basis:
• Redeneren met smeltpunt:
o Hoe korter de keten hoe lager
o hoe meer dubbele bindingen hoe lager
o cis (knik) heeft een lagere smelttemperatuur dan trans (geen knik)
2