Algemene Psychologie
Geheugen
Begrippen
Geheugen informatieverwerkingssysteem dat constructief werkt om informatie te coderen, op
te slaan en zeer terug te halen → dat gebruiken we bij leren
Constructief Reconstructies van de werkelijkheid → interpretaties van de werkelijkheid
Coderen omzetten van de sensorische informatie (uit sensatie en perceptie) in een vorm die
geschikt is om terug gehaald te worden
Opslaan Het langdurig bewaren van gecodeerd materiaal
Terughalen Het lokaliseren en weer in het bewustzijn terugbrengen van informatie uit het
geheugen
Elaboratie koppeling van nieuwe info aan reeds opgeslagen info = verankering
Sensorisch geheugen Eerste van de drie geheugen stadia, waarin de sensorische indrukken van stimuli
korte tijd worden bewaard of geregistreerd
Werkgeheugen Tweede van de drie geheugenstadia met een weer beperkte capaciteit. Zonder
repeteren worden indrukken over een gebeurtenissen max 1 minuut bewaard
Centrale bestuurder Richt aandacht op belangrijke sensorische info en belangrijke info in LT-geheugen
Fonologische lus tijdelijk opslaan van geluiden, akoestische codering van talige info in geluidspatronen
Schetsboek Tijdelijk opslaan van visuele beelden, situering van objecten in een mentale kaart
Consolidatie proces waarbij KT herinneringen over een bepaalde periode veranderen in LT
herinneringen
Episodische buffer (NK) component van het werkgeheugen dat verantwoordelijk is om gebeurtenissen en
ervaringen in een samenhangend geheel de te begrijpen
Semantische buffer (NK) component van het werkgeheugen dat verantwoordelijk is bij het begrijpen en
interpreteren van de betekenis van informatie
Langetermijngeheugen derde van de drie geheugen stadia, met de grootste capaciteit en waar informatie het
langst wordt vastgehouden (specifieke plaatsen voor specifieke gebeurtenissen)
Declaratief geheugen component van LTG dat de feiten, indrukken en gebeurtenissen omvat
● Episodisch geheugen; gebeurtenissen uit het leven, persoonlijke ervaringen
● Semantisch geheugen: algemene kennis + betekenissen van
woorden/concepten
Procedureel geheugen component van LTG dat de aangeleerde vaardigheden door conditionering bevat
Infantiele amnesie onmogelijkheid om gebeurtenissen uit de eerste 2 of 3 levensjaren te herinneren
Retrograde amnesie onvermogen om herinneringen terug te halen
Anterograde amnesie onvermogen om nieuwe herinneringen te vormen
Engram syn: geheugenspoor, fysieke veranderingen in het brein die in verband worden
gebracht met een herinnering (link met consolidatie)
Geheugen
Begrippen
Geheugen informatieverwerkingssysteem dat constructief werkt om informatie te coderen, op
te slaan en zeer terug te halen → dat gebruiken we bij leren
Constructief Reconstructies van de werkelijkheid → interpretaties van de werkelijkheid
Coderen omzetten van de sensorische informatie (uit sensatie en perceptie) in een vorm die
geschikt is om terug gehaald te worden
Opslaan Het langdurig bewaren van gecodeerd materiaal
Terughalen Het lokaliseren en weer in het bewustzijn terugbrengen van informatie uit het
geheugen
Elaboratie koppeling van nieuwe info aan reeds opgeslagen info = verankering
Sensorisch geheugen Eerste van de drie geheugen stadia, waarin de sensorische indrukken van stimuli
korte tijd worden bewaard of geregistreerd
Werkgeheugen Tweede van de drie geheugenstadia met een weer beperkte capaciteit. Zonder
repeteren worden indrukken over een gebeurtenissen max 1 minuut bewaard
Centrale bestuurder Richt aandacht op belangrijke sensorische info en belangrijke info in LT-geheugen
Fonologische lus tijdelijk opslaan van geluiden, akoestische codering van talige info in geluidspatronen
Schetsboek Tijdelijk opslaan van visuele beelden, situering van objecten in een mentale kaart
Consolidatie proces waarbij KT herinneringen over een bepaalde periode veranderen in LT
herinneringen
Episodische buffer (NK) component van het werkgeheugen dat verantwoordelijk is om gebeurtenissen en
ervaringen in een samenhangend geheel de te begrijpen
Semantische buffer (NK) component van het werkgeheugen dat verantwoordelijk is bij het begrijpen en
interpreteren van de betekenis van informatie
Langetermijngeheugen derde van de drie geheugen stadia, met de grootste capaciteit en waar informatie het
langst wordt vastgehouden (specifieke plaatsen voor specifieke gebeurtenissen)
Declaratief geheugen component van LTG dat de feiten, indrukken en gebeurtenissen omvat
● Episodisch geheugen; gebeurtenissen uit het leven, persoonlijke ervaringen
● Semantisch geheugen: algemene kennis + betekenissen van
woorden/concepten
Procedureel geheugen component van LTG dat de aangeleerde vaardigheden door conditionering bevat
Infantiele amnesie onmogelijkheid om gebeurtenissen uit de eerste 2 of 3 levensjaren te herinneren
Retrograde amnesie onvermogen om herinneringen terug te halen
Anterograde amnesie onvermogen om nieuwe herinneringen te vormen
Engram syn: geheugenspoor, fysieke veranderingen in het brein die in verband worden
gebracht met een herinnering (link met consolidatie)