1. De student kan van particperende en gestruitureerde observate besihrcjven wat de
funite, de cnhoud en het proies cs bcnnen de toercstsihe branihe.
Observeren = doelbewust waarnemen = het systematsch observeren, vastleggen, beschrijven,
analyseren en interpreteren van het gedrag van mensen
Het gaat dus om menselijk gedrag in relate tot de omgeving/plaats/locate.
Partciperende observate: deelgenoot worden van de mensen die je observeert, helemaal “op gaan”
in de te onderzoeken doelgroep
- Kwalitatef onderzoek: de betekenis ontdekken die mensen aan hun handeling
toekennen
- Hulpmiddel: blanco papier om nottes te maken
- Verslag = verhalend
Gestructureerde observate: van een afstandje “toekijken” en tellen
- Kwanttatef onderzoek: tellen/turven
- Hulpmiddel: vooraf opgesteld observateformulier waarop je kunt tellen/turven
- Systematsch, vooraf opgezete structuur
- Vaak een ‘afstandelijke’ posite
2. De student kan de
versihcllende rollen
benoemen dce de observant
kan aannemen.
De 4 mogelijke rollen bij
partciperende observate:
1. Partcipant als waarnemer
2. Complete partcipant
3. Waarnemer als partcipant
4. Complete waarnemer
Welke rol je kiest, hangt af van:
- Doel van het onderzoek
- Beschikbare tjd (observeren kost véél tjdd
- Je eigen vaardigheden
- Wel/geen toegang krijgen tot de te observeren ruimte
- Ethische aspecten is je identteit niet bekend maken wel ethisch verantwoord?