VI. Leven op land
Lucht is minder viskeus en dicht dan water
Lichaam moeten tegen de druk en trekking vn zwaartekracht kunnen
Ademhaling veranderd dr de eigenschappen vn water en lucht
o Kieuwen kunnen niet werken in de lucht
o Kieuwen klappen toe zonder de steun vn water opp beschikbaar vr gasuitwisseling wordt
gereduceerd
o Terrestrische dieren hebben een nood aan gasuitwisselingsorganen die niet gn inzakken in de lage
druk vn lucht getijdestroom vn lucht in en uit longachtige zakken
Warmte capaciteit en warmte geleiding zijn toegevoegde verschillen tussen water en lucht
o Terrestrische gebieden kunnen grote temperatuurverschillen hebben over een zeer korte periode
o Ook kleine Tetrapoda kunnen lichaamstemperaturen handhaven die aanzienlijk verschillen v/d
luchttemperaturen
o Veel meer mogelijkheden in regulatie vn lichaamstemperatuur
8.1. Steun en motoriek op land
Vissen hebben geen last vn zwaartekracht, hun lichaam heeft ongeveer dezelfde dichtheid als water en zijn
ze “gewichtloos” in water
Zwaartekracht drukt op land Tetrapoda en het skelet zal aangepast worden om deze druk te weerstaan
Water en lucht vereisen verschillende vormen vn motoriek
Bot
o Botten moeten rigide genoeg zijn om de zwaartekracht en krachten tijdens bewegen kunnen
weerstaan
o Interne structuur vn bot verander continue dr veranderende omstandigheden
o Amniota hebben beenderen georganiseerd in concentrische lagen rond bloedvaten
o Structuur been is niet uniform
Buitenste lagen: dens, compact of laminair bot
Binnenste lagen: lichter, sponsachtige bot
o Gewrichten vn botten bedekt dr kraakbeen, reduceert frictie tijdens het bewegen
o Gehele gewricht in een gewrichtscapsule gevuld met vloeistof
Het axiaal systeem: vertebrae en ribben
o Steun
o Zygapophysis
Grijpen in elkaar
Weerstaan verdraaiing en buiging waardoor wervelkolom als een hangbrug fungeert om
gewicht v/d ingewanden op het land te dragen
o Verloren gegaan vn connectie tussen schedel en borstplaat met als gevolg dat tetrapoda een
flexibele nek hebben en deze dus onafhankelijk v/h hoofd kunnen bewegen
o Cervicale wervel laat de op en neer en zijwaartse bewegingen toe
o Trunk wervels dragen de ribben
Mammalia 2 regios
Thoracale wervels (dragen ribben)
Lumbare wervels (ribben verloren)
o Sacrale wervels fuseren met bekkengordel
Axiale spieren
o 2 nieuwe rollen in de tetrapoda
Posturale steun vn lichaam
Ventilatie v/d longen
o Mobiliteit in basale tetrapoda
Laterale buigingen vn ruggengraad (ook gezien in amphibia en reptielen)
Lucht is minder viskeus en dicht dan water
Lichaam moeten tegen de druk en trekking vn zwaartekracht kunnen
Ademhaling veranderd dr de eigenschappen vn water en lucht
o Kieuwen kunnen niet werken in de lucht
o Kieuwen klappen toe zonder de steun vn water opp beschikbaar vr gasuitwisseling wordt
gereduceerd
o Terrestrische dieren hebben een nood aan gasuitwisselingsorganen die niet gn inzakken in de lage
druk vn lucht getijdestroom vn lucht in en uit longachtige zakken
Warmte capaciteit en warmte geleiding zijn toegevoegde verschillen tussen water en lucht
o Terrestrische gebieden kunnen grote temperatuurverschillen hebben over een zeer korte periode
o Ook kleine Tetrapoda kunnen lichaamstemperaturen handhaven die aanzienlijk verschillen v/d
luchttemperaturen
o Veel meer mogelijkheden in regulatie vn lichaamstemperatuur
8.1. Steun en motoriek op land
Vissen hebben geen last vn zwaartekracht, hun lichaam heeft ongeveer dezelfde dichtheid als water en zijn
ze “gewichtloos” in water
Zwaartekracht drukt op land Tetrapoda en het skelet zal aangepast worden om deze druk te weerstaan
Water en lucht vereisen verschillende vormen vn motoriek
Bot
o Botten moeten rigide genoeg zijn om de zwaartekracht en krachten tijdens bewegen kunnen
weerstaan
o Interne structuur vn bot verander continue dr veranderende omstandigheden
o Amniota hebben beenderen georganiseerd in concentrische lagen rond bloedvaten
o Structuur been is niet uniform
Buitenste lagen: dens, compact of laminair bot
Binnenste lagen: lichter, sponsachtige bot
o Gewrichten vn botten bedekt dr kraakbeen, reduceert frictie tijdens het bewegen
o Gehele gewricht in een gewrichtscapsule gevuld met vloeistof
Het axiaal systeem: vertebrae en ribben
o Steun
o Zygapophysis
Grijpen in elkaar
Weerstaan verdraaiing en buiging waardoor wervelkolom als een hangbrug fungeert om
gewicht v/d ingewanden op het land te dragen
o Verloren gegaan vn connectie tussen schedel en borstplaat met als gevolg dat tetrapoda een
flexibele nek hebben en deze dus onafhankelijk v/h hoofd kunnen bewegen
o Cervicale wervel laat de op en neer en zijwaartse bewegingen toe
o Trunk wervels dragen de ribben
Mammalia 2 regios
Thoracale wervels (dragen ribben)
Lumbare wervels (ribben verloren)
o Sacrale wervels fuseren met bekkengordel
Axiale spieren
o 2 nieuwe rollen in de tetrapoda
Posturale steun vn lichaam
Ventilatie v/d longen
o Mobiliteit in basale tetrapoda
Laterale buigingen vn ruggengraad (ook gezien in amphibia en reptielen)