Par: soraya_s_jawa • 6 année de cela
Par: yettes • 8 année de cela
Quelques exemples de cette série de questions pratiques
1.
Wat is van invloed op ( het leren van) een vaardigheid?
Réponse: Potentie/aanleg Thuisfactoren Schoolfactoren
2.
Wat zijn de problemen die zich voordoen bij het vaststellen van een leerstoornis? Noem er drie.
Réponse: 1. Een leerstoornis is niet direct observeerbaar 2.Op vaardigheden kun je in principe dimensioneel scoren (op een schaal van ... tot ... en geen goed of fout) 3. Moeilijk te categoriseren: ze zijn niet dichotoom
3.
Wanneer heb je bij het achterstandsmodel (low-achievementmodel) een leerstoornis?
Réponse: Er wordt een grensscore gedefinieerd bij de afname van een test. Iedereen die onder deze grensscore scoort, heeft een leerprobleem.
4.
Wanneer heb je bij het discrepantiemodel (aptitude-achievementmodel) een leerstoornis?
Réponse: Wanneer iemand op één vaardigheid een achterstand vertoont én zijn/haar vaardigheden niet in lijn zijn met wat je van iemand mag verwachten op basis van IQ. Dus discrepantie tussen iemands potentie en achievement.
5.
Wat houdt de RTI benadering in?
Réponse: Er is sprake van een leerprobleem wanneer iemand én een achterstand vertoont op een bepaalde vaardigheid én trage groei doormaakt op de vaardigheid. Discrepantie tussen goede instructie en ontwikkeling. Non-responder.
6.
Welke problemen zijn te herkennen bij de RTI? Noem er vier.
Réponse: 1. Hoe wordt de grens tussen wel en niet responders gesteld? 2. Er zijn problemen met testafnames (adequaat personeel) 3. Waar leg je het onderscheid tussen laag presteren en een stoornis 4. Niet alle omgevingsfactoren worden uitgesloten (thuisfactoren)
7.
Welke twee vormen van dynamisch testen zijn er?
Réponse: Test-instructie-hertest en graduated prompting
8.
Wat meet volgens Spearman (en Raven) de g-factor van intelligentie?
Réponse: Het abstracte vermogen om relaties te zien tussen objecten, gebeurtenissen, informatie in het algemeen en om uit deze relaties inferenties af te leiden.
9.
Wat verstaat men onder g, Gf en Gc? (Cattell)
Réponse: G: algemene intelligentie Gf: fluid intelligence. Het algemene redeneervermogen. Gc: crystallized intelligence. Verworven kennis en vaardigheden die is opgedaan binnen een cultuur.
10.
Wat is het verschil tussen het KTG en het werkgeheugen?
Réponse: Het KTG is er enkel voor het kortstondig opslaan van informatie, terwijl het werkgeheugen informatie vasthoudt en ondertussen informatie verwerkt.
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur ltess. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.
4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)
94140 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours
Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans
