🌐
Week 1 Netwerken & Internet FO
Introduction to Networking
What is the internet
Er zijn verschillende miljoenen devices, ook wel hosts (end systemen) genoemd. Dus als je achter je
eigen laptop zit is dat een hosts, een eind systeem van het internet. Die systemen draaien applicaties
(apps) die ervoor zorgen dat jij onder andere kan emailen en internetten. Om dat te kunnen doen heb je
een aantal devices nodig, denk hierbij aan een router. Een router verbind netwerk1 met netwerk2. Soms
heb je niet genoeg verbindingen in huis en wil je op meerdere kamers internet hebben. Dan maar je
gebruik van een Switch, is een soort stekkerdoos waarmee je meerdere verbindingen kunt creëren (niet
draadloos).
De applicatie die op de host zit verstuurd berichten (forward packets, chunks of data) naar
andere hosts of servers.
Er zijn verschillende vormen van verbindingsmogelijkheden (communicatie links) : glasvezel, koper,
radiogolven (wifi) en satelliet. De bandbreedte word bepaald door de zwakste schakel, hierbij gaat het om
hoe snel de pakketjes worden verstuurd en hoe snel je internet is. Glasvezel kan een hele grote
bandbreedte aan, de satelliet is weer een stuk trager.
Hoe trager je netwerkverbinding, hoe lager de bandbreedte!
Netwerken : collecties van apparaten, routers en links (datalijnen). De devices (hosts) communiceren met
elkaar. Links worden onderhouden door organisaties.
Internet bestaat uit allerlei verschillende netwerken aan elkaar gekoppeld. = netwerk van netwerken
ISP = INTERNET SERVICE PROVIDER (kpn + ziggo)
Hosts → Switch en Router → ISP → communicatielijnen naar verschillende andere netwerken.
Protocollen zijn vastgelegd door IETF, Internet Engineering Task Force. Het internet moet aan bepaalde
regels voldoen om alles goed te laten verlopen, dit wordt ook wel RFC genoemd : Request For
Week 1 Netwerken & Internet FO 1
, Comments.
Er zijn verschillende protocollen : HTTP (webprotocol voor internetten, streaming video, Skype, Wifi, 4G
enzovoort…
Omschrijving van hoe zoiets werkt en wat de afspraken zijn
Infrastructuur die zorgt dat services worden gedeeld aan die applicaties (routers en switches). Een
programming interface op de computer die zorgt ervoor dat je data kan uitwisselen met een ander.
What is a protocol
Een protocol is een regel die je afspreekt voor een bepaald bericht. Zorgt ervoor dat je een specifieke
actie moet ondernemen om een bericht te kunnen ontvangen.
Alle communicatie dat gebeurt tussen hosts (2 of meer computers) gaat volgens het netwerk protocol.
Protocols define the format, order of messages sent and received among network entities, and
actions taken on message transmission receipt.
TCP, transport control protocol = verbinding aanvragen met een host.
Network edge
Network edge :
Hosts : Clients (jouw computer, een computer die niks aanbiedt) = passief en servers (computer die
diensten kan aanbieden) = actief. Zie het als klant en verkoper
Bijvoorbeeld webservers. Je zorgt ervoor dat jouw computer (de site met bijbehorende data)
beschikbaar wordt voor andere computers via een port. (communication channel that is specific to a
running proces or application on a computer)
Servers staan vaak 24/7 aan omdat ze niet weten wanneer er bezoek komt (routers moeten dus altijd
beschikbaar zijn). Staan vaak in data centers (providers).
Aan de buitenkanten van de network edge zitten de hosts (clients en servers). En we hebben een access
network nodig, physical media (bedraad of draadloos), om te verbinden met die verschillende netwerken.
Access networks = enterprise networks (bedrijven), groter omdat er meer data binnenkomt
Access networks = data center networks, connect honderden servers met elkaar en met het
internet. Data centers zorgen voor een stukje energievoorziening en een stukje collectiviteit en
veiligheid, dit zorgt ervoor dat je in data center hosts kunt neerzetten die iets kunnen aanbieden.
Week 1 Netwerken & Internet FO 2
Week 1 Netwerken & Internet FO
Introduction to Networking
What is the internet
Er zijn verschillende miljoenen devices, ook wel hosts (end systemen) genoemd. Dus als je achter je
eigen laptop zit is dat een hosts, een eind systeem van het internet. Die systemen draaien applicaties
(apps) die ervoor zorgen dat jij onder andere kan emailen en internetten. Om dat te kunnen doen heb je
een aantal devices nodig, denk hierbij aan een router. Een router verbind netwerk1 met netwerk2. Soms
heb je niet genoeg verbindingen in huis en wil je op meerdere kamers internet hebben. Dan maar je
gebruik van een Switch, is een soort stekkerdoos waarmee je meerdere verbindingen kunt creëren (niet
draadloos).
De applicatie die op de host zit verstuurd berichten (forward packets, chunks of data) naar
andere hosts of servers.
Er zijn verschillende vormen van verbindingsmogelijkheden (communicatie links) : glasvezel, koper,
radiogolven (wifi) en satelliet. De bandbreedte word bepaald door de zwakste schakel, hierbij gaat het om
hoe snel de pakketjes worden verstuurd en hoe snel je internet is. Glasvezel kan een hele grote
bandbreedte aan, de satelliet is weer een stuk trager.
Hoe trager je netwerkverbinding, hoe lager de bandbreedte!
Netwerken : collecties van apparaten, routers en links (datalijnen). De devices (hosts) communiceren met
elkaar. Links worden onderhouden door organisaties.
Internet bestaat uit allerlei verschillende netwerken aan elkaar gekoppeld. = netwerk van netwerken
ISP = INTERNET SERVICE PROVIDER (kpn + ziggo)
Hosts → Switch en Router → ISP → communicatielijnen naar verschillende andere netwerken.
Protocollen zijn vastgelegd door IETF, Internet Engineering Task Force. Het internet moet aan bepaalde
regels voldoen om alles goed te laten verlopen, dit wordt ook wel RFC genoemd : Request For
Week 1 Netwerken & Internet FO 1
, Comments.
Er zijn verschillende protocollen : HTTP (webprotocol voor internetten, streaming video, Skype, Wifi, 4G
enzovoort…
Omschrijving van hoe zoiets werkt en wat de afspraken zijn
Infrastructuur die zorgt dat services worden gedeeld aan die applicaties (routers en switches). Een
programming interface op de computer die zorgt ervoor dat je data kan uitwisselen met een ander.
What is a protocol
Een protocol is een regel die je afspreekt voor een bepaald bericht. Zorgt ervoor dat je een specifieke
actie moet ondernemen om een bericht te kunnen ontvangen.
Alle communicatie dat gebeurt tussen hosts (2 of meer computers) gaat volgens het netwerk protocol.
Protocols define the format, order of messages sent and received among network entities, and
actions taken on message transmission receipt.
TCP, transport control protocol = verbinding aanvragen met een host.
Network edge
Network edge :
Hosts : Clients (jouw computer, een computer die niks aanbiedt) = passief en servers (computer die
diensten kan aanbieden) = actief. Zie het als klant en verkoper
Bijvoorbeeld webservers. Je zorgt ervoor dat jouw computer (de site met bijbehorende data)
beschikbaar wordt voor andere computers via een port. (communication channel that is specific to a
running proces or application on a computer)
Servers staan vaak 24/7 aan omdat ze niet weten wanneer er bezoek komt (routers moeten dus altijd
beschikbaar zijn). Staan vaak in data centers (providers).
Aan de buitenkanten van de network edge zitten de hosts (clients en servers). En we hebben een access
network nodig, physical media (bedraad of draadloos), om te verbinden met die verschillende netwerken.
Access networks = enterprise networks (bedrijven), groter omdat er meer data binnenkomt
Access networks = data center networks, connect honderden servers met elkaar en met het
internet. Data centers zorgen voor een stukje energievoorziening en een stukje collectiviteit en
veiligheid, dit zorgt ervoor dat je in data center hosts kunt neerzetten die iets kunnen aanbieden.
Week 1 Netwerken & Internet FO 2
