● =Terugblikken op een ervaring 1. (handelen, denken, voelen, willen), evenals de 2.
context waarin deze plaatsvindt, en deze ervaring 3. in het bewustzijn brengen, er 4.
betekenis aan verlenen en van daaruit keuzes maken voor 5. nieuwe perspectieven.
○ 1. Je handelen wordt beïnvloed door je gedachten, gevoelens en intenties.
Je handelen heeft invloed op je gedachten, gevoelens en intenties.
↪ Hou steeds contact met de drie elementen als je gaat
handelen.
○ 2. Ervaringen vinden altijd plaats van in:
■ Een bepaalde omgeving
■ Bepaalde omstandigheden
↪ Betrek situaties niet alleen tot jezelf. Ga steeds na in
welke mate je ervaring samenhangt met die omgeving en
die omstandigheden.
○ 3. Als iets je persoonlijk raakt, zegt dat iets over jezelf. Door te reflecteren word
je je bewust waarom je je zo voelt.
○ 4. Iedereen interpreteert eenzelfde situatie anders.
○ 5. Blinde vlek zo klein mogelijk maken (zie johari-venster).
HET JOHARI-VENSTER:
WAAROM IS REFLECTEREN BELANGRIJK VOOR EEN MW?:
● Beroepsbekwaamheid vergroten door:
○ 1. Kennis op te bouwen:
■ bv. Verborgen kennis ontdekken
■ bv. Tekorten in kennis ontdekken
■ bv. Kennis uit ene ervaring toepassen in een andere situatie
■ bv. Nieuwe kennis integreren in professioneel handelen
○ 2. Gepaste attitudes en vaardigheden te ontwikkelen:
■ bv. Beter inleven in anderen
■ bv. Sterktes en zwaktes (beter) leren benutten
■ bv. Zelfvertrouwen ontwikkelen
■ bv. Kritische houding ontwikkelen
■ bv. Ethische houding ontwikkelen
■ bv. Afgewogen keuzes leren maken
○ 3. Zelfkennis te vergroten:
■ bv. Normen, overtuigingen en vooronderstellingen ontdekken
, ■ bv. Drijfveren leren kennen
■ bv. Denkpatronen leren kennen
■ bv. Gevoelens leren kennen
↪ Feedback van anderen is nodig.
↪ Als sociale professional ben je je eigen werkinstrument: Je kan anderen niet
helpen als je zelf niet goed in je vel zit.
TRANSFORMATIONEEL LEREN:
● Drie niveaus in leren:
SINGLE-LOOP LEREN DOUBLE-LOOP LEREN TRIPLE-LOOP LEREN
Doen (leren van actie) Denken (leren door je bewust te Willen (leren door keuzes te
worden van opvattingen) maken)
“Doe ik het goed?” → “Wat “Doe ik het goede?” → “Wat “Doe ik het om de goede
doe ik?” vind ik?” redenen?” → “Wat wil ik?”
⇒Is wat je doet ethisch
gepast en zijn je
motieven zuiver?
⇒Wil je wat je doet?
Kwaliteit van je actie bevragen Je onderzoekt je eigen waarden, Kies ik hier zelf voor of word ik
veronderstellingen, opvattingen, door iets buiten mij gedreven?
gedachten
Leren is gebaseerd op zichtbaar Gericht op helder krijgen van Onderzoeken van dieper gelegen
gedrag eigen patronen omtrent denken, waarden en drijfveren
voelen, willen en handelen om zó
te leren hoe deze je handelen
beïnvloeden
Gebruikt bij: Gebruikt bij: Gebruikt bij:
- Leren nieuwe - Ethische vraagstukken - Complexe situaties waarin
vaardigheden je keuzes moet maken
- Eenvoudige (omdat je hierover moet
(routinematige) reflecteren (en
handelingen filosoferen))
Dit is NIET écht reflecteren Reflecteren is NOODZAKELIJK /
om te veranderen
, HET SPIRAALMODEL VAN KORTHAGEN:
● FASE 1: ERVARING:
○ 1.1 Een betekenisvolle ervaring zoeken
● FASE 2: TERUGBLIKKEN:
○ 2.1 Zo goed mogelijk en dus nog meer concretiseren van de situatie.
● FASE 3: BEWUSTWORDING VAN ESSENTIËLE ASPECTEN:
○ 3.1 Inzicht krijgen in het ‘waarom’ van de ervaring.
○ 3.2 Het IDENTIFICEREN van patronen staat centraal.
○ 3.3 Reflecteren en problematiseren
○ 3.4 Inzichten benoemen
○ 3.5 Generaliseren
○ 3.6 Leerdoel formuleren
● FASE 4: ALTERNATIEVEN ONTWIKKELEN:
○ 4.1 Zoveel mogelijk oplossingen bedenken voor de problemen uit de vorige
fasen.
○ 4.2 Een alternatief uitkiezen om uit te proberen.
● FASE 5: UITPROBEREN:
○ 5.1 Het uitproberen van alternatieven en omzetten in concrete acties.
○ 5.2 Hierna start meteen een nieuw spiraalmodel van Korthagen.
-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
--------------
DEFINITIE MW’ER:
● 1. Brugfiguur tussen de cliënt, zijn omgeving en de samenleving
● 2. Focus op laagdrempelig werken
● 3. Individuen en groepen versterken zodat ze terug grip krijgen op hun situatie EN
opnieuw kunnen participeren aan het maatschappelijk leven
DEFINITIE BEROEPSPROFIEL MW:
● =Beschrijft de gemeenschappelijkheid van het beroep ; De identiteitskaart, kern,
eigenheid van een MW’er ; Een referentiekader en richtlijn voor alle MW’ers.