Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien 4.2 TrustPilot
logo-home
Resume

Samenvatting GGZ2021 Projectwerk - Kinder- en jeugdpsychopathologie

Vendu
6
Pages
51
Publié le
09-07-2018
Écrit en
2017/2018

Uitgebreide samenvatting van alle bronnen van het projectwerk van het blok Kinder- en Jeugdpsychopathologie (GGZ2021). Ook in bundel met uitwerking van alle taken verkrijgbaar.

Établissement
Cours











Oups ! Impossible de charger votre document. Réessayez ou contactez le support.

École, étude et sujet

Établissement
Cours
Cours

Infos sur le Document

Publié le
9 juillet 2018
Nombre de pages
51
Écrit en
2017/2018
Type
Resume

Sujets

Aperçu du contenu

GGZ2021 Projectwerk Kinder- en jeugdpsychopathologie vvanbeek


PROJECTWERK 1 – COGNITIEVE ONTWIKKELING (VYGOTSKY, BANDURA)

Verloop van motorische ontwikkeling van kinderen.
Tijdens de sterke groei van het brein in het eerste jaar neemt het proces synaptogenese
(ontstaan van synaptische verbindingen tussen neuronen) sterk toe. Het gemiddelde kind heeft
veel meer neuronen dan volwassenen hebben. Dat komt doordat alleen succesvolle
verbindingen blijven bestaan; de helft van de verbindingen bij kinderen verdwijnt uiteindelijk.
Dit laat de sterke plasticiteit van hersenen zien; de cellen zijn zeer gevoelig voor ervaringen.
Het brein bereidt zich dus voor om alle mogelijke prikkels te ontvangen. Minder gebruikte
synapsen verdwijnen uiteindelijk. Vroege ervaringen spelen dus een enorme rol in de
ontwikkeling van de hersenen en het CZS.




Het cerebrum (grote hersenen) bestaan uit twee helften (hemisferen), verbonden met het
corpus callosum. Elke hemisfeer is bedekt met een cerebrale cortex, waar vooral
sensorische en motorische processen, perceptie en intellectueel functioneren worden
aangestuurd. De linker cerebrale hemisfeer stuurt spraak, horen, verbaal geheugen, keuzes
maken en expressie van positieve emoties aan. De rechter cerebrale hemisfeer bevat centra
voor verwerken van visuele-spatiële informatie, tast-prikkels en het uiten van negatieve
emoties.


De hersenen zijn een gelateraliseerd orgaan. Lateralisatie is een proces in de motorische
ontwikkeling waarbij de linker- of rechter hemisfeer zijn dominantie of specialisatie krijgt
(links- of rechtshandig bijvoorbeeld). Lateralisatie begint al in de baarmoeder. Geluid en
spraak zorgt voor meer activiteit in linker hemisfeer.
❖ Proximodistale ontwikkeling; van dichtbij naar ver weg (van romp naar benen en
armen).
❖ Cephalocaudale ontwikkeling; van het hoofd naar beneden.




1

,GGZ2021 Projectwerk Kinder- en jeugdpsychopathologie vvanbeek


Drie andere verklaringen voor de sequentie en timing van vroege motorische ontwikkeling
zijn;
1. Maturational viewpoint; motorische ontwikkeling is het 'uitvouwen' van een
genetisch geprogrammeerde sequentie, waarin zenuwen en spieren rijpen in
proximodistale en cephalocaudale richting.
2. Experiental viewpoint; kansen en mogelijkheden om motorische vaardigheden te
ontwikkeling zijn naast maturatie ook belangrijk.
3. Dynamical systems theory; motorische vaardigheden worden gereorganiseerd in
steeds complexere actiesystemen naarmate het kind ouder wordt. Kruipen is een
voorbeeld van een reorganisatie van vaardigheden, met als doel interessante objecten
te kunnen bereiken.


Bij de ontwikkeling van de fijne motoriek spelen twee aspecten een belangrijke rol;
1. Voluntary reaching; pasgeborenen hebben een reflexive palmar grasp (grijp-
reflex). Baby's verfijnen hun nauwkeurigheid steeds meer.
2. Manipulatory skills; vanuit nieuwsgierigheid (en optic flow) beginnen baby's
objecten vast te houden.
a. Ulnar grasp; rond 4-6 maanden grijpen baby's objecten met hun handpalm.
b. Pincer grasp; vlak voor einde van het eerste jaar pakken baby's objecten met
vingertoppen vast.

Verband motorische ontwikkeling en andere ontwikkelingsdomeinen (interactie met
sociale, emotionele en cognitieve ontwikkeling)
Drie domeinen van ontwikkeling;
1. Fysieke ontwikkeling; lichamelijke en motorische ontwikkeling staan centraal
(seksuele ontwikkeling wordt vaak ook tot dit domein gerekend).
2. Cognitieve ontwikkeling; alles wat te maken heeft met leren, leerprocessen
(taalontwikkeling) , redeneren en probleemoplossing.
3. Psychosociale ontwikkeling; emotionele ontwikkeling en regulatie (onderkennen en
uiten emoties), ontwikkelen sociale relaties, identiteitsontwikkeling in adolescentie,
ontwikkeling van zelfbeeld en -waardering.


Ontwikkelingsdomeinen hangen sterk met elkaar samen. Motorische ontwikkeling bij jonge
kinderen (gebruiken van de tong) beïnvloedt cognitieve ontwikkeling (kunnen praten) en
beïnvloedt weer psychosociale ontwikkeling (contact maken met behulp van spraak).

Betekenis psychomotoriek en sensomotoriek.
Sensoriek is het opdoen van prikkels door de zintuigen (horen, voelen en zien). Motoriek is
het vermogen om te bewegen. Sensomotoriek is de koppeling tussen zintuigen en het
vermogen om te bewegen, zoals reflexen als reactie op temperatuur, geluid en pijn, of
evenwicht bewaren.




2

,GGZ2021 Projectwerk Kinder- en jeugdpsychopathologie vvanbeek


Psychomotoriek is motorisch gedrag, waarbij emotionele of cognitieve componenten in
belangrijke mate de beweging mee vorm en betekenis geven. Het is de bewuste, vanuit de
hersenen gestuurde beweging. Psychomotoriek is bewegen als gedrag.




Zes vraagstukken over de motorische en cognitieve ontwikkeling.

1. Nature-Nurturedebat; leren kinderen om te kruipen door invloed van de omgeving of
ontplooit die vaardigheid zich automatisch? Dus: wordt cognitieve ontwikkeling bepaald
door de mate van stimulatie uit de omgeving of door genetische aanleg? Uit huidig
onderzoek blijkt steeds vaker dat nature en nurture samenhangen.
2. Rol van de sociaal-culturele context; kinderen groeien niet op in een vacuüm. Wordt een
kind bijvoorbeeld gestimuleerd om zelf zaken uit te zoeken, of wordt alles voor hem/haar
gedaan? Ook effecten van SES van ouders, etnische identiteit en seksuele identiteit
kunnen een rol spelen bij ontwikkelingsmogelijkheden
3. Actieve rol van het kind; rol die het kind speelt in zijn eigen ontwikkeling. Als kinderen
taal verwerken, doen ze dat passief (taal registreren en afspelen als een opname) of actief
(met een intrinsieke motivatie)?
4. Ontwikkelingsverloop; discontinu of continu. Sommige theorieën stellen dat de
ontwikkeling in kwalitatieve stadia verloopt (sprongsgewijs). Het niveau van functioneren
van kinderen is dan in het ene stadium fundamenteel anders dan in het andere stadium.
Andere theorieën stellen dat ontwikkeling kwantitatief verloopt; er komt steeds meer bij
(cognitieve ontwikkeling is het geleidelijk verfijnen van vaardigheden).
5. Kritieke perioden in de ontwikkeling; sommige theorieën vinden kritieke perioden
belangrijk; perioden waarin kinderen maximaal gevoelig zijn voor omgevingsfactoren
door het ontbreken van bepaalde stimuli (of juist blootstelling aan bepaalde stimuli). Dat
kan volgens die theorieën in kritieke perioden tot problemen leiden. Voorbeelden;
armoede, verwaarlozing, ziekte. Andere theorieën stellen dat kritieke perioden niet
belangrijk zijn.
6. Interactie tussen domeinen; de vraag of alle ontwikkelingsdomeinen (fysiek, cognitief en
psychosociaal) met elkaar samenhangen (of niet).




3

, GGZ2021 Projectwerk Kinder- en jeugdpsychopathologie vvanbeek


SOCIOCULTURELE THEORIE VAN VYGOTSKY




Vygotsky (socioculturele benadering) ziet een cruciale rol van taal in
de ontwikkeling van kinderen. Piaget legde vooral de nadruk op de
interactie van het kind met de fysische wereld, maar Vygotsky zag het
meer als interactie met de sociale wereld. Het kind leert van de sociale
omgeving en leert de taal door het luid uitspreken van woorden. Kern;



1. Cognitieve groei vindt plaats in een socioculturele context die de vorm ervan
beïnvloedt.
2. Veel cognitieve vaardigheden ontstaan in sociale interacties met ouders en leraren.


Vygotsky vond dat intellectuele ontwikkeling sterk samenhing met cultuur. Volgens
Vygotsky is menselijke cognitie altijd sociocultureel, beïnvloedt door beliefs en waarden.
Ontwikkeling moet volgens Vygotsky geëvalueerd worden in vier niveaus van interactie met
de omgeving;
1. Ontogenetische ontwikkeling; ontwikkeling van het individu gedurende de
levensloop.
2. Microgenetische ontwikkeling; veranderingen die optreden in korte perioden
(seconden, minuten of dagen).
3. Phylogenetische ontwikkeling; evolutionaire ontwikkelingen.
4. Sociohistorische ontwikkeling; veranderingen die optreden in een cultuur, en de
waarden, normen en technologieën die daarbij zijn opgetreden.


Vygotsky stelt dat pasgeborenen beschikken over elementaire mentale functies, namelijk
aandacht, gevoel, perceptie en geheugen, die uiteindelijk overgaan tot hogere mentale
functies. Iedere cultuur geeft kinderen tools of intellectual adaptation, waarmee ze de
elementaire functies kunnen toepassen. Vygotsky is het met Piaget eens; kinderen zijn
nieuwsgierige 'onderzoekers', die actief betrokken zijn bij het leren. Vygotsky stelt echter dat
deze 'ontdekkingen' plaatsvinden in de context van een tutor (een model).


Cognitieve groei in collaboratieve context vinden volgens
Vygotsky plaats in de zone of proximal development; het
verschil tussen wat een kind zelf kan leren en wat het kan leren
onder begeleiding en aanmoediging van een tutor. Een kenmerk
van sociale collaboratie is scaffolding; ondersteuning aanbieden
die steeds net boven het niveau van een kind ligt, waardoor die
een hoger niveau kan bereiken. Zowel kind als volwassene zijn
verantwoordelijk voor de mate waarin het kind zelfstandig kan
functioneren.




4
€4,49
Accéder à l'intégralité du document:

Garantie de satisfaction à 100%
Disponible immédiatement après paiement
En ligne et en PDF
Tu n'es attaché à rien


Document également disponible en groupe

Reviews from verified buyers

Affichage de tous les 2 avis
7 année de cela

7 année de cela

5,0

2 revues

5
2
4
0
3
0
2
0
1
0
Avis fiables sur Stuvia

Tous les avis sont réalisés par de vrais utilisateurs de Stuvia après des achats vérifiés.

Faites connaissance avec le vendeur

Seller avatar
Les scores de réputation sont basés sur le nombre de documents qu'un vendeur a vendus contre paiement ainsi que sur les avis qu'il a reçu pour ces documents. Il y a trois niveaux: Bronze, Argent et Or. Plus la réputation est bonne, plus vous pouvez faire confiance sur la qualité du travail des vendeurs.
vvanbeek Maastricht University
S'abonner Vous devez être connecté afin de suivre les étudiants ou les cours
Vendu
818
Membre depuis
8 année
Nombre de followers
284
Documents
99
Dernière vente
2 semaines de cela

4,3

266 revues

5
125
4
118
3
18
2
0
1
5

Récemment consulté par vous

Pourquoi les étudiants choisissent Stuvia

Créé par d'autres étudiants, vérifié par les avis

Une qualité sur laquelle compter : rédigé par des étudiants qui ont réussi et évalué par d'autres qui ont utilisé ce document.

Le document ne convient pas ? Choisis un autre document

Aucun souci ! Tu peux sélectionner directement un autre document qui correspond mieux à ce que tu cherches.

Paye comme tu veux, apprends aussitôt

Aucun abonnement, aucun engagement. Paye selon tes habitudes par carte de crédit et télécharge ton document PDF instantanément.

Student with book image

“Acheté, téléchargé et réussi. C'est aussi simple que ça.”

Alisha Student

Foire aux questions