H2 Staat en macht
2.1 Wat is macht?
Talcott Parsons:
1. Macht nodig om een pol. gemeenschap dingen te kunnen realiseren en organiseren
2. Wanneer is macht rechtvaardig?
3. Staat! (concentratie machtsmiddelen en grote impact op dagelijks leven)
->Bindende regels, macht nodig om deze op te leggen (regels volgen, mee eens of niet)
Gehoorzaam vs. burgerlijke ongehoorzaamheid (niet mee eens en verzetten tegen regels)
Erkennen de wet en de legitimiteit van sancties
Maar morele principes dwingen hen de wet te overtreden
1922: Max Weber
Macht = mogelijkheid te krijgen wat hij wil, zelfs tegen weerstand in
Gezag = machtsuitoefening die aanvaard wordt, als legitiem
1. Traditioneel gezag respect traditie en gewoonte
2. Charismatisch gezag dankzij bijzondere persoonlijkheid van machthebber
3. Rationeel-legalistisch gezag respect voor regels
2.2 Hoe macht meten
1970: Power debate
Robert Dahl – Who Governs (besluitvormingsprocessen)
- Macht is pluraal
- Pol. beslissingen door macht (decision making, zichtbaar)
1961 Gelijkenissen Dahl & Weber
1.A laat door macht B iets doen wat B normaal niet gedaan had
macht= vermogen, mogelijkheid (de mogelijkheid om macht uit te oefenen volstaat)
- Power: mogelijkheid, vermogen om dwang uit te oefenen
- Force: feitelijke machtsuitoefening
2.Had B iets anders gedaan? Wat had B gedaan?
Door macht van vrijheid beroofd (ook door onzichtbare macht)
=>1962 Kritiek op Dahl – Bachrach & Baratz
1. Dahl geeft beperkte kijk op macht
!!! Bias heeft invloed op besluit => non-decision makig, onzichtbaar (onderwerpen van
agenda, uitblijven beleid)
=>1974 Lukes (beïnvloed door Bachrach en Baratz)
Agenda Setting – aandacht aan onzichtbare vormen van macht
Macht is diffuus: oorsprong niet te achterhalen , zo georganiseerd rond voorkeuren ! ware belangen
niet identificeren
= latente conflicten (blijven onder de radar, komen niet aan bod)
Drie gezichten van macht
1. Beslissen en bevelen macht= beslissingen maken en bevelen dat deze w.
uitgevoerd
2. Agenda setting macht= invloed op topics, kan aandacht op topic verhinderen
(neg.)
3. Ideologische hegemonie macht= binnen cult. kader sommige dingen zeggen, andere niet,
Vanzelfsprekend, niet ter discussie
=>conclusie: macht behoort niet tot overheid of top-down, maar tot iedereen en overal
1980: Foucault
Macht= geen eenrichtingsproces, niet top-down, niet exclusief ! discours
2.1 Wat is macht?
Talcott Parsons:
1. Macht nodig om een pol. gemeenschap dingen te kunnen realiseren en organiseren
2. Wanneer is macht rechtvaardig?
3. Staat! (concentratie machtsmiddelen en grote impact op dagelijks leven)
->Bindende regels, macht nodig om deze op te leggen (regels volgen, mee eens of niet)
Gehoorzaam vs. burgerlijke ongehoorzaamheid (niet mee eens en verzetten tegen regels)
Erkennen de wet en de legitimiteit van sancties
Maar morele principes dwingen hen de wet te overtreden
1922: Max Weber
Macht = mogelijkheid te krijgen wat hij wil, zelfs tegen weerstand in
Gezag = machtsuitoefening die aanvaard wordt, als legitiem
1. Traditioneel gezag respect traditie en gewoonte
2. Charismatisch gezag dankzij bijzondere persoonlijkheid van machthebber
3. Rationeel-legalistisch gezag respect voor regels
2.2 Hoe macht meten
1970: Power debate
Robert Dahl – Who Governs (besluitvormingsprocessen)
- Macht is pluraal
- Pol. beslissingen door macht (decision making, zichtbaar)
1961 Gelijkenissen Dahl & Weber
1.A laat door macht B iets doen wat B normaal niet gedaan had
macht= vermogen, mogelijkheid (de mogelijkheid om macht uit te oefenen volstaat)
- Power: mogelijkheid, vermogen om dwang uit te oefenen
- Force: feitelijke machtsuitoefening
2.Had B iets anders gedaan? Wat had B gedaan?
Door macht van vrijheid beroofd (ook door onzichtbare macht)
=>1962 Kritiek op Dahl – Bachrach & Baratz
1. Dahl geeft beperkte kijk op macht
!!! Bias heeft invloed op besluit => non-decision makig, onzichtbaar (onderwerpen van
agenda, uitblijven beleid)
=>1974 Lukes (beïnvloed door Bachrach en Baratz)
Agenda Setting – aandacht aan onzichtbare vormen van macht
Macht is diffuus: oorsprong niet te achterhalen , zo georganiseerd rond voorkeuren ! ware belangen
niet identificeren
= latente conflicten (blijven onder de radar, komen niet aan bod)
Drie gezichten van macht
1. Beslissen en bevelen macht= beslissingen maken en bevelen dat deze w.
uitgevoerd
2. Agenda setting macht= invloed op topics, kan aandacht op topic verhinderen
(neg.)
3. Ideologische hegemonie macht= binnen cult. kader sommige dingen zeggen, andere niet,
Vanzelfsprekend, niet ter discussie
=>conclusie: macht behoort niet tot overheid of top-down, maar tot iedereen en overal
1980: Foucault
Macht= geen eenrichtingsproces, niet top-down, niet exclusief ! discours