Professionele communicatie : Spelling
1)Werkwoorden
Onvoltooid tegenwoordige tijd
2de & 3de persoon enkelvoud = stam + t (jij, hij, zij)
Niet zeker? Vervoeg dan lopen en kopieer de uitgangen. (ik loop, jij
loopT, hij loopT)
Inversie? Pv staat achter je werkwoord, nooit een t schrijven, alleen in
beleefdheidsvorm (Gaat u zitten, niet ga u zitten)
Onvoltooid verleden tijd
Stam + te als laatste letter van de stam een medeklinker is van
t’kofschip
Stam + de als laatste letter van de stam geen medeklinker is van
t’kofschip
Voltooid deelwoord
Stam + t als laatste letter van de stam een medeklinker is van t’kofschip
Stam + d als laatste letter van de stam geen medeklinker is van
t’kofschip
Vreemde werkwoorden
Eindigt stam op “o”? “o” verdubbeld in 2de en 3de enkelvoud & in voltooid
deelwoord
ik judo, jij judoot, hij judoot
ik judode, ik heb gejudood
1)Werkwoorden
Onvoltooid tegenwoordige tijd
2de & 3de persoon enkelvoud = stam + t (jij, hij, zij)
Niet zeker? Vervoeg dan lopen en kopieer de uitgangen. (ik loop, jij
loopT, hij loopT)
Inversie? Pv staat achter je werkwoord, nooit een t schrijven, alleen in
beleefdheidsvorm (Gaat u zitten, niet ga u zitten)
Onvoltooid verleden tijd
Stam + te als laatste letter van de stam een medeklinker is van
t’kofschip
Stam + de als laatste letter van de stam geen medeklinker is van
t’kofschip
Voltooid deelwoord
Stam + t als laatste letter van de stam een medeklinker is van t’kofschip
Stam + d als laatste letter van de stam geen medeklinker is van
t’kofschip
Vreemde werkwoorden
Eindigt stam op “o”? “o” verdubbeld in 2de en 3de enkelvoud & in voltooid
deelwoord
ik judo, jij judoot, hij judoot
ik judode, ik heb gejudood