Retail: les 1: retail landschap:
Retail
= alle activiteiten van bedrijven en organisaties die zich richten tot het direct leveren van goederen, diensten en
informatie aan eindconsumenten. De consumenten betalen dit met hun netto-inkomen.
(Retailer kan fysiek zijn of online of omnichanel, Leverancier kan meteen leveren aan retailer of via een groothanel)
Omnichanel strategy
= Leveraging existing physical assets and providing a seamless shopping experience through brick-and-mortar stores
and digital channels differentiates you and gives you a competitive edge over online-only retailers.
! Ze proberen toe te werken naar omnichanel maar nog niet iedereen doet het (primark & aldi doen het niet)
Evolutie in retail
- Omnichannel voor meer verkoop
- Omnichannel voor een betere ervaring
Het concept retail
Retail ≠ Detailhandel
Retailbestedingen: Diensten& Goederen
Detailhandelbestedingen: Afzet van consumptieve goederen
! Alle detailhandels zijn retailers, maar niet alle retailers zijn detailhandels.
-> de grens tussen beiden vervaagt
Retail bevat Vraag en aanbod
-> de aanbod is groter bij retail dan je vraag (je gaat fictieve vraag creeren)
Wat gaat men bij retail doen: Met retail gaan we fictief meer vraag gaan creeeren (we gaan de vraag gaan proberen
verhogen) door vb. 1+1 gratis
! MEER VRAAAG PROBEREN CREEREN
De supply chain
= de bedrijfskolom, de opeenvolgende stappen die een product doormaakt, voordat het bij de klant is.
Wat komt er na elke stap bij: toegevoegde waarde (bij goederenstroom)
2 soorten stromen:
1. Goederenstroom
2. Gedlstroom
Tweede kortere bedrijfskolom: recyclage
,Soorten bewegingen in de supply chain:
1. Integratie : supply chain wordt korter
- Voorwaartse integratie: fabrikant wordt retailer
- Achterwaartse integratie: retailer is ook leverancier
2. Differentiatie: supply chain wordt langer
3. Parallellisatie: supply chain wordt breder
4. Specialisatie: supply chain wordt smaller
Numbers & facts
10% of the total turnover in industries is from retail
26% from manufacturers
Online retail (E-commerce) is booming!
-> NW-europe 67% of the population are E-shoppers
! Be careful -> Not in every category
Question: Booming and not booming sectors? Diy not
Grootste retailers in omzet wereldwijd: walmart, amazon, schwarz group (in België carrefour)
Retail offers jobs:
− 12% of all employees across benelux works in retail
− Youth employment
− Colruyt group biggest private employer in Belgium
Jobs:
− Store employees - manager
− Head quarters employees (hoofdkantoor medewerkers)
o Key accountmanagers
o Category managers
o Shopper marketing
o Trade marketing
o Marketing
▪ Content marketeers
▪ Campaign marketeer
▪ Packaging marketeers
▪ Product marketeers
▪ Online marketeers
▪ Merchandising
▪ Internal/agency creation of POS materials
▪ Employer branding marketeer
,Functies
Functies van retail:
1. Wachttijd
2. Locatie
3. Hoeveelheid
4. Keuzemogelijkheid
+
5. Going the extra mile
-> Ontstaan in 1950 (na WOII)
Wachttijd
=Het gewenste moment van de consument
! Wachttijd zo kort mogelijk voor de consument
- Snelle levering en verdeling
- Late openingsuren
- Kassasystemen
Voorraadfunctie van de retail:
- Kloof tussen moment van productie en moment van afname
- Ongelijkheid tussen vraag en aanbod op bepaalde momenten
Bv. Seizoensfluctuaties, tomaten in de winter
Locatie
= Geografische distributiefunctie
Plaats van productie ≠ plaats van consumptie
Vestigingen retailer op verschillende locaties
Retail solar: zoekt voor elke retailer een plaats waar ze nog niet bedelen
Hoeveelheid
= De gewenste kwantiteit tov massaproductie leveranciers
Substitutie goederen kun je met elkaar
Keuzemogelijkheden vervangen.
= Keuze tussen substituten of complementaire goederen:
Complementaire goederen gebruik je samen,
- Variatie van het assortiment
om ze volledig te kunnen gebruiken.
- Beschikbaarheid van het assortiment
= Geen neen-verkoop (er moet altijd alles beschikbaar zijn)
- Hoe -> Kiezen tussen meer of minder substituten per categorie
(vb. TANDPASTA ALDI VS ALBERT HEIN ER IS DUS KEUZE
- Kiezen wat doelgroep wilt
(vb. studenent vs gezin)
Going the extra mile
= Van seller’s market naar buyer’s market, Product aanpassen aan de wensen van de klant:
- Garantie en dienst na verkoop (vb. vandenborre life)
- Prodcurt aanpassen aan de wensne van de klant (vb. verfmachine colora)
- Service, informatieversterkking, personeel
- Betalingen faciliteren (vb. wagen op afbetaling)
- Zintuigelijke prikkels (vb. rituals)
- Entertainment (vb. proeverij)
- Technologische snufjes (vb. make up online aanbrengen)
, Categorisation
Soorten categorien retail:
1. Groothandel
= verkoop aan distribuerende handel (kleinhandel, andere groothandel, industiële organisaties, B2B.)
Goederen inkopen bij producenten en met toevoeging van diensten terug verkopen.
Inzamelfunctie, voorraadfunctie, transportfunctie
Bv. ISPC, visgroothandel, veiling, …
2. Kleinhandel
= verkoop aan finale B2C
Bv. Viswinkel, Albert Heijn, Makro, …
Soorten detailhandels:
Retail
= alle activiteiten van bedrijven en organisaties die zich richten tot het direct leveren van goederen, diensten en
informatie aan eindconsumenten. De consumenten betalen dit met hun netto-inkomen.
(Retailer kan fysiek zijn of online of omnichanel, Leverancier kan meteen leveren aan retailer of via een groothanel)
Omnichanel strategy
= Leveraging existing physical assets and providing a seamless shopping experience through brick-and-mortar stores
and digital channels differentiates you and gives you a competitive edge over online-only retailers.
! Ze proberen toe te werken naar omnichanel maar nog niet iedereen doet het (primark & aldi doen het niet)
Evolutie in retail
- Omnichannel voor meer verkoop
- Omnichannel voor een betere ervaring
Het concept retail
Retail ≠ Detailhandel
Retailbestedingen: Diensten& Goederen
Detailhandelbestedingen: Afzet van consumptieve goederen
! Alle detailhandels zijn retailers, maar niet alle retailers zijn detailhandels.
-> de grens tussen beiden vervaagt
Retail bevat Vraag en aanbod
-> de aanbod is groter bij retail dan je vraag (je gaat fictieve vraag creeren)
Wat gaat men bij retail doen: Met retail gaan we fictief meer vraag gaan creeeren (we gaan de vraag gaan proberen
verhogen) door vb. 1+1 gratis
! MEER VRAAAG PROBEREN CREEREN
De supply chain
= de bedrijfskolom, de opeenvolgende stappen die een product doormaakt, voordat het bij de klant is.
Wat komt er na elke stap bij: toegevoegde waarde (bij goederenstroom)
2 soorten stromen:
1. Goederenstroom
2. Gedlstroom
Tweede kortere bedrijfskolom: recyclage
,Soorten bewegingen in de supply chain:
1. Integratie : supply chain wordt korter
- Voorwaartse integratie: fabrikant wordt retailer
- Achterwaartse integratie: retailer is ook leverancier
2. Differentiatie: supply chain wordt langer
3. Parallellisatie: supply chain wordt breder
4. Specialisatie: supply chain wordt smaller
Numbers & facts
10% of the total turnover in industries is from retail
26% from manufacturers
Online retail (E-commerce) is booming!
-> NW-europe 67% of the population are E-shoppers
! Be careful -> Not in every category
Question: Booming and not booming sectors? Diy not
Grootste retailers in omzet wereldwijd: walmart, amazon, schwarz group (in België carrefour)
Retail offers jobs:
− 12% of all employees across benelux works in retail
− Youth employment
− Colruyt group biggest private employer in Belgium
Jobs:
− Store employees - manager
− Head quarters employees (hoofdkantoor medewerkers)
o Key accountmanagers
o Category managers
o Shopper marketing
o Trade marketing
o Marketing
▪ Content marketeers
▪ Campaign marketeer
▪ Packaging marketeers
▪ Product marketeers
▪ Online marketeers
▪ Merchandising
▪ Internal/agency creation of POS materials
▪ Employer branding marketeer
,Functies
Functies van retail:
1. Wachttijd
2. Locatie
3. Hoeveelheid
4. Keuzemogelijkheid
+
5. Going the extra mile
-> Ontstaan in 1950 (na WOII)
Wachttijd
=Het gewenste moment van de consument
! Wachttijd zo kort mogelijk voor de consument
- Snelle levering en verdeling
- Late openingsuren
- Kassasystemen
Voorraadfunctie van de retail:
- Kloof tussen moment van productie en moment van afname
- Ongelijkheid tussen vraag en aanbod op bepaalde momenten
Bv. Seizoensfluctuaties, tomaten in de winter
Locatie
= Geografische distributiefunctie
Plaats van productie ≠ plaats van consumptie
Vestigingen retailer op verschillende locaties
Retail solar: zoekt voor elke retailer een plaats waar ze nog niet bedelen
Hoeveelheid
= De gewenste kwantiteit tov massaproductie leveranciers
Substitutie goederen kun je met elkaar
Keuzemogelijkheden vervangen.
= Keuze tussen substituten of complementaire goederen:
Complementaire goederen gebruik je samen,
- Variatie van het assortiment
om ze volledig te kunnen gebruiken.
- Beschikbaarheid van het assortiment
= Geen neen-verkoop (er moet altijd alles beschikbaar zijn)
- Hoe -> Kiezen tussen meer of minder substituten per categorie
(vb. TANDPASTA ALDI VS ALBERT HEIN ER IS DUS KEUZE
- Kiezen wat doelgroep wilt
(vb. studenent vs gezin)
Going the extra mile
= Van seller’s market naar buyer’s market, Product aanpassen aan de wensen van de klant:
- Garantie en dienst na verkoop (vb. vandenborre life)
- Prodcurt aanpassen aan de wensne van de klant (vb. verfmachine colora)
- Service, informatieversterkking, personeel
- Betalingen faciliteren (vb. wagen op afbetaling)
- Zintuigelijke prikkels (vb. rituals)
- Entertainment (vb. proeverij)
- Technologische snufjes (vb. make up online aanbrengen)
, Categorisation
Soorten categorien retail:
1. Groothandel
= verkoop aan distribuerende handel (kleinhandel, andere groothandel, industiële organisaties, B2B.)
Goederen inkopen bij producenten en met toevoeging van diensten terug verkopen.
Inzamelfunctie, voorraadfunctie, transportfunctie
Bv. ISPC, visgroothandel, veiling, …
2. Kleinhandel
= verkoop aan finale B2C
Bv. Viswinkel, Albert Heijn, Makro, …
Soorten detailhandels: