Burgerlijk procesrecht eigen samenvatting hoofdstuk 16
Ontruiming
Een veroordeling tot ontruiming van een onroerende zaak is gericht tegen
gebruikers die deze zaak niet (langer) mogen gebruiken. De eiser kan zijn
vordering tot ontruiming baseren op een absoluut (of zakelijk) recht.
->> Art. 555 t/m 558 Rv
Dit executiemiddel kan alleen worden toegepast op basis van een executoriale
titel (art. 558 Rv).
Procedure
Voor de ontruiming moet de executoriale titel worden betekend (art. 430 lid 3
Rv). Daarnaast moet voor de ontruiming bij deurwaardersexploot bevel worden
gedaan om binnen 3 dagen aan de executoriale titel te voldoen (art. 555 Rv). Na
een wachttijd van 3 dagen kan de deurwaarder de ontruiming feitelijk uitvoeren.
Bij een ontruiming gelden de bepalingen over het binnentreden van art. 444 Rv.
Van de ontruiming maakt de deurwaarder proces-verbaal op.
Dwangsom
Een dwangsom is een indirect executiemiddel. De geëxecuteerde verbeurt de
dwangsom aan de wederpartij als hij zich niet aan de hoofdveroordeling houdt;
de hoofdverdeling blijft overeind, ook als de geëxecuteerde de dwangsom heeft
betaald.
->> Art. 611a t/m 611i Rv
Zinvol bij een verbod of bevel
Een dwangsom is vooral zinvol als de veroordeling een bevel of verbod bevat.
Niet verplicht
De rechter kan alleen een dwangsom opleggen op vordering van een van de
partijen. Als de rechter meent dat een dwangsom niet nodig is, laat hij het
gewoon bij de hoofdveroordeling en legt hij geen dwangsom op.
Hoogte en vorm van de dwangsom
In het vaststellen van de hoogte van de dwangsom is de rechter vrij.
De rechter kan verschillende soorten dwangsommen opleggen: een bedrag
ineens, een bedrag in een bepaalde tijdeenheid of een bedrag met overtreding
van het verbod. Bovendien kan hij een limiet vaststellen: een maximumbedrag
waarboven geen dwangsom meer zal worden verbeurd (art. 611b Rv).
Geen dwangsom bij geldvordering
De dwangsom kan in principe worden opgelegd in alle rechterlijke uitspraken
waarin een hoofdveroordeling wordt uitgesproken. Bij een veroordeling die
bestaat uit het betalen van een geldsom, kan echter geen dwangsom worden
opgelegd.
Verbeuren van de dwangsom
Als de veroordeelde zich niet aan zijn hoofdverplichting houdt, verbeurt hij de
dwangsom.
Ontruiming
Een veroordeling tot ontruiming van een onroerende zaak is gericht tegen
gebruikers die deze zaak niet (langer) mogen gebruiken. De eiser kan zijn
vordering tot ontruiming baseren op een absoluut (of zakelijk) recht.
->> Art. 555 t/m 558 Rv
Dit executiemiddel kan alleen worden toegepast op basis van een executoriale
titel (art. 558 Rv).
Procedure
Voor de ontruiming moet de executoriale titel worden betekend (art. 430 lid 3
Rv). Daarnaast moet voor de ontruiming bij deurwaardersexploot bevel worden
gedaan om binnen 3 dagen aan de executoriale titel te voldoen (art. 555 Rv). Na
een wachttijd van 3 dagen kan de deurwaarder de ontruiming feitelijk uitvoeren.
Bij een ontruiming gelden de bepalingen over het binnentreden van art. 444 Rv.
Van de ontruiming maakt de deurwaarder proces-verbaal op.
Dwangsom
Een dwangsom is een indirect executiemiddel. De geëxecuteerde verbeurt de
dwangsom aan de wederpartij als hij zich niet aan de hoofdveroordeling houdt;
de hoofdverdeling blijft overeind, ook als de geëxecuteerde de dwangsom heeft
betaald.
->> Art. 611a t/m 611i Rv
Zinvol bij een verbod of bevel
Een dwangsom is vooral zinvol als de veroordeling een bevel of verbod bevat.
Niet verplicht
De rechter kan alleen een dwangsom opleggen op vordering van een van de
partijen. Als de rechter meent dat een dwangsom niet nodig is, laat hij het
gewoon bij de hoofdveroordeling en legt hij geen dwangsom op.
Hoogte en vorm van de dwangsom
In het vaststellen van de hoogte van de dwangsom is de rechter vrij.
De rechter kan verschillende soorten dwangsommen opleggen: een bedrag
ineens, een bedrag in een bepaalde tijdeenheid of een bedrag met overtreding
van het verbod. Bovendien kan hij een limiet vaststellen: een maximumbedrag
waarboven geen dwangsom meer zal worden verbeurd (art. 611b Rv).
Geen dwangsom bij geldvordering
De dwangsom kan in principe worden opgelegd in alle rechterlijke uitspraken
waarin een hoofdveroordeling wordt uitgesproken. Bij een veroordeling die
bestaat uit het betalen van een geldsom, kan echter geen dwangsom worden
opgelegd.
Verbeuren van de dwangsom
Als de veroordeelde zich niet aan zijn hoofdverplichting houdt, verbeurt hij de
dwangsom.