Skillslab dierverpleegkundige
Theorielessen:
1. Inleiding: wat mag en wat mag een dierenverpleegkundige niet doen?
1.1. Wettelijk kader
• Op dit moment bestaat er in België nog geen wettelijk kader waarbinnen een
dierenartsassistent of dierverpleegkundige kan werken.
• Voorstel wettelijk kader door de Hoge Raad: inpassing van de
dierverpleegkundige en dierverzorger in de uitoefening van de diergeneeskunde
1.2. Wet op de uitoefening van de diergeneeskunde ~ 28 augustus 1991
• Dierenarts = degene in het bezit van een master in de diergeneeskunde (of
gelijkgesteld aan)
• Om diergeneeskunde uit te mogen oefenen in België: moet lid van de Orde der
Dierenartsen zijn.
• Enkel een dierenarts mag ‘diergeneeskundige handelingen’ uitvoeren
1.3. Diergeneeskundige handelingen:
• Onderzoeken van het dier met als doel een diagnose te stellen
• Het opsporen van ziekten bij dieren
• Het stellen van een diagnose
• Het instellen en uitvoeren van een behandeling
• Het voorschrijven van geneesmiddelen voor dieren
• Heelkundige en tandheelkundige ingrepen
• Ante mortem en post mortem onderzoek bij slachtdieren
• Lijkschouwing van dieren
• Embryotransplantatie bij dieren
• Euthanasie bij dieren
1.4. Voorstel inpassing dierverpleegkundige en dierverzorger
• Beroepskwalificatie Dierverpleegkundige sinds 2020
o Dit is nog niet van toepassing!
o Dit is een document met de competenties van een dierenartsassistent.
• https://app.akov.be/pls/pakov/f?p=VLAAMSE_KWALIFICATIESTRUCTUUR:B
EROEPSKWALIFICATIE::::1020:P1020_BK_DOSSIER_ID,P1020_HEEFT_DE
ELKWALIFICATIES:6461,NEE
1.4.1. Definities
• Dierverpleegkundige (=DVK): de persoon die beschikt over het diploma
Bachelor in de Agro- en Biotechnologie – afstudeerrichting Dierenzorg en die
verplicht een contract van medewerking heeft afgesloten met een dierenarts. De
dierenarts moet zijn samenwerking te kennisgeving overmaken aan de Orde.
• Dierverzorger (=DV): de persoon die beschikt over het diploma A2
Dierverzorger, TSO-studierichting dierenzorgtechnieken, BSO-studierichting
dierenzorg met aanvullende 7de jaar specialisatie en die verplicht een contract
van medewerking heeft afgesloten met een dierenarts.
1.5. Taken van de dierverpleegkundige
• Definitie (volgens beroepskwalificatie):
o De dierverpleegkundige verleent in samenspraak met de behandelende
dierenarts dagelijkse en specifieke medische zorg aan zieke, gewonde en
1
, gehospitaliseerde dieren, zorgt voor een kwaliteitsvolle huisvesting voor
de dieren en verleent logistieke ondersteuning volgens de wettelijke
vereisten, de noden, kenmerken en welzijn van het dier teneinde de
kwaliteit van de levenssfeer van dier, mens en omgeving te optimaliseren.
o Steeds in samenspraak met en onder de verantwoordelijkheid van de
behandelende dierenarts
o Verplicht contract van medewerking met de dierenarts
• Taken:
o Toediening van medicatie (met respect voor de wetgeving)
o Staalafname en collectie van excreties maar niet de staalafnames voor
sanitaire controles en certificering
o Bloedafname door veneuze punctie
o Enkel handelingen stellen op de dieren die behandeld worden door de
dierenarts waarmee er een samenwerkingscontract is
o Geen enkele handeling zonder vooraf diagnose of instructie van die
dierenarts!
1.6. Toegelaten handelingen onder indirecte supervisie van de dierenarts
• =zonder direct visueel en verbaal toezicht van de dierenarts, die wél aanwezig
moet zijn in het gebouw of direct consulteerbaar moet zijn
• Alle niet ingrijpende handelingen
• Medicatie toedienen: PO (= per os, oraal), SC, IM en IV via reeds geplaatste
katheter
• Bloedafname door capillaire punctie = kleine prik bv. om suikergehalte te
bepalen.
• Bloedafname uit een al geplaatste katheter.
• Medicatie meegeven met de eigenaar na voorschrift door de dierenarts
• Voorbereiding en assistentie bij medische, invasieve en chirurgische ingrepen
maar niets van de ingreep zelf uitvoeren.
• Assisteren bij medische beeldvorming (positionering van de patiënt, doorsturen
van de beelden)
• Voorbereiding en assisteren bij blaassondage, spoelen neus, ogen en oren,
vervangen van verbanden, infuus aankoppelen en controleren.
• Controle en manipulatie van apparaten.
• Assistentie en toezicht tijdens anesthesie
• Bloedafname IV
• Onderzoeken van urine, feces en bloed
• Routine tandverzorging bij hond en kat (maar géén extracties, hechtingen,
wortelkanaal- of andere behandelingen)
2. Registratie patiënten
2.1. Aankomst eigenaar & patiënt
• Bevestig elke klant bij aankomst
o Eigenaar groeten en huisdier bij naam noemen (bv. Goedemorgen
meneer/ mevrouw x, goedemorgen Bobby)
▪ Klant inchecken
o Indien bezig met andere klant:
▪ Oogcontact maken, knikken en glimlachen
▪ Wijs waar plaats te nemen
▪ Klant zodra mogelijk inchecken
2
, • Inchecken klant:
o Zoeken op achternaam om dossier op te halen
o Indien meer dan 1 huisdier → fiche dier op consultatie openen
o Check of de gegevens in het dossier nog actueel zijn:
▪ Woont u nog steeds in … (adres)?
▪ Is uw telefoonnummer nog steeds …?
o Vraag de cliënt om plaats te nemen
• Nieuwe cliënt ~ gegevens eigenaar (nieuwe klant eventueel 10 minuten
vroeger laten komen):
o Naam (spellingchecken)
o Adres
o E-mailadres
o Eventueel contactpersoon voor noodgevallen
2.2. Informatiedossier
• Informatie (nieuw) dier:
o Naam (spellingscheck)
o Ras (altijd vragen)
o Soort (hond, kat, konijn, paard, …)
o Geslacht (man/ vrouw + sterilisatie/ castratie)
o Geboortedatum (eventueel bij benadering)
o Beschrijving (kleur, gewicht, grootte, opvallende kenmerken, …)
o Eerdere gezondheidsproblemen, medicatie, dieet (zie verder anamnese)
o Per dier in huishouden aparte fiche
o Eventuele toestemmingsformulieren
• Klantenbinding:
o Welkomstkaartje
o Herinnering afspraak
o Herinnering vaccinatie
o Rouwkaartje
o Korting bon
o Mededeling aangepaste uurregeling, verhuis praktijk, etc.
2.3. Identificatie
• Nieuwe gegevens dier:
o Zie les wetgeving “identificatie en registratie”
• Hond: DogID ~ https://www.dogid.be/
• Kat: CatID ~ https://www.catid.be/
• Paard: HorseID ~ https://www.horseid.be/
o Opnemen gegevens chip in databank door dierenarts:
▪ Identificatiecode bestaande uit 15 cijfers
▪ Geboortedatum ~ ras ~ geslacht
▪ Gegevens eigenaar
• Landbouwhuisdieren: Registratie in de Saniteldatabank ~
https://www.vlaanderen.be/identificatie-en-registratie-van-landbouwdieren-via-
sanitel
3
, 2.4. Registratie
2.4.1. Hond
• Registreren hond verplicht:
o Europees paspoort
o Vaccins (+ datum & handtekening van de dierenarts)
o Rabiësvaccinatie buitenland!
o Eigenaar kan later de gegevens aanpassen (bv. overdracht
dier)
2.4.2. Kat
• Sterilisatie voor 5 maanden verplicht
• Registreren van de kat verplicht
o Europees paspoort enkel verplicht voor buitenland
o Rabiësvaccinatie buitenland!!
o Eigenaar kan gegevens aanpassen (bv. overdracht dier)
3. Diervriendelijke praktijk
3.1. Wachtruimte
• Wachtruimte aangepast aan diersoort
• Barrières om visueel contact tussen katten en/ of honden
voorkomen of aparte wachtkamers
• Negatieve gevolgen van geuren, fel licht en geluid minimaliseren
• Opletten verspreiding van infectieziekten (isolatiemogelijkheid)
• Hygiëne!
3.1.1. Wachtruimte Kat
o Voorzie zitplaatsen boven vloerniveau voor katten
o En/ of zorg voor verticale afscheidingen/ hoes/ handdoek
om het zicht op andere katten/ dieren te verhinderen.
o Zet zeer angstige katten/ zwerfkatten/
ontsnappingskoningen met de deuropening tegen de muur.
o Meer tips op https://catfriendlyclinic.org/ = label
“diervriendelijke praktijk”
3.1.2. Wachtruimte hond
o Prikkelstapeling bij
honden:
▪ Ontstaan:
achtereenvolgens kortstondige en afzonderlijke
situaties die snel achter elkaar voorkomen,
waardoor de hond geen tijd heeft om tot rust te
komen.
▪ Effect: opwinding neemt toe tot het punt waarop de hond
overweldigd raakt en niet meer in staat is om zich te
ontspannen.
▪ De toenemende opwinding of angst kan leiden tot
persoonlijke breekpunt, waardoor de hond gevoeliger kan
reageren op de omgeving dan normaal.
• De fysiologische reactie op emotionele ervaringen
heeft invloed op het gedrag van dieren, vooral
wanneer er onvoldoende tijd is voor het herstel van de
homeostase tussen opwindende situaties.
4