Model/ theorie/ techniek Uitleg
Modellen volgens Laloux = dieper in gaan op de verschillende kleuren van elke trede om zodoende
meer duidelijkheid te scheppen over het evolutionaire gedachtengoed van
organisatie modellen en de manier van organiseren om salen te kunnen
werken.
1. Rood impulsieve wereldbeeld
- Angst
- Macht
- Chaos
2. Amberkleurige conformistische wereldbeeld
- Stabiliteit
- Controle
- Hiërarchie
3. Oranje prestatiegerichte wereldbeeld
- Winst
- Competitie
- Doelen
4. Groene familiale wereldbeeld
- Gedeelde waarden
- Enthousiaste klanten
- Betrokkenheid
5. Cyaan evolutionaire werelbeeld
- Samen beslissen
- Robuuste organisatie
- Hoger doel
Kwaliteit van arbeid = de betekenis die een individu in een organisatie toekent aan arbeiden,
vanuit sociale interacties met anderen zich uitend in gedrag.
- Verbondenheid
- Draagkracht
- Condities arbeid
- Condities samenwerking & co creatie
Concurrerende waarden = meest gebruikte manangementmodellen om organisatieculturen te
van Quin typeren; met 2 schijnbare paradoxen: stabiliteit & flexibiliteit en extern &
intern.
- Innovatieve cultuur
- Markt cultuur
- Bureaucratische cultuur
- Familiecultuur
OCR = obstakels; iets dat de vooruitgang belemmert.
1. Waarnemen
2. Handelen
3. De wil
Sociaal ondernemen = ondernemerschap met een sociale invalshoek. Het is een innovatieve,
, sociale waarde creërende activiteiten die plaatsvinden in verschillende
omgevingen: zowel in profit als non profit.
Cynefin framework = een raamwerk dat ons helpt om te begrijpen welk gedrag succesvol werkt
in een bepaalde context; we onderscheiden 5 verschillende contexten
- Simpele context
- Ingewikkelde context
- Complexe context
- Chaos context
- Onduidelijke context
Sociale innovatie = een innovatieve oplossing op een maatschappelijke belangrijke uitdaging,
die resulteert in een product, dienst, organisatiemodel en/ of methode. De
innovatie is een maatschappelijke behoefte die aangepakt moet worden.
- Veranderlijk
- Wendbaar
- Slimmer inzetten van talenten
- Samen met anderen
SDG’s = uitdagingen die mondiaal moeten worden aangepakt worden op 5
verschillende niveaus:
- Planet
- People
- Peace
- Partnership
- Prospertity
Ondernemend vermogen = kansen zien, kansen benutten en daarmee waarde creëren voor jezelf en
anderen. We veranderen van richting naar circulair, regeneratief en
ecologisch.
Circulair ondernemerschap = heet drijven van een onderneming op basis van een circulair productief of
dienstenaanbod adhv R ladder.
- Refuse
- Rethink
- Reduce
- Re – use
- Repair
- Refurbisch
- Remanufracture
- Re purpose
- Recycle
- Recover
Model van Baetson = ondernemend vermogen aanwakkeeren en inzichtelijk maken voor jezelf
en anderen. Inzicht krijgen op het niveau waar je aan denkt & zich daar te
Modellen volgens Laloux = dieper in gaan op de verschillende kleuren van elke trede om zodoende
meer duidelijkheid te scheppen over het evolutionaire gedachtengoed van
organisatie modellen en de manier van organiseren om salen te kunnen
werken.
1. Rood impulsieve wereldbeeld
- Angst
- Macht
- Chaos
2. Amberkleurige conformistische wereldbeeld
- Stabiliteit
- Controle
- Hiërarchie
3. Oranje prestatiegerichte wereldbeeld
- Winst
- Competitie
- Doelen
4. Groene familiale wereldbeeld
- Gedeelde waarden
- Enthousiaste klanten
- Betrokkenheid
5. Cyaan evolutionaire werelbeeld
- Samen beslissen
- Robuuste organisatie
- Hoger doel
Kwaliteit van arbeid = de betekenis die een individu in een organisatie toekent aan arbeiden,
vanuit sociale interacties met anderen zich uitend in gedrag.
- Verbondenheid
- Draagkracht
- Condities arbeid
- Condities samenwerking & co creatie
Concurrerende waarden = meest gebruikte manangementmodellen om organisatieculturen te
van Quin typeren; met 2 schijnbare paradoxen: stabiliteit & flexibiliteit en extern &
intern.
- Innovatieve cultuur
- Markt cultuur
- Bureaucratische cultuur
- Familiecultuur
OCR = obstakels; iets dat de vooruitgang belemmert.
1. Waarnemen
2. Handelen
3. De wil
Sociaal ondernemen = ondernemerschap met een sociale invalshoek. Het is een innovatieve,
, sociale waarde creërende activiteiten die plaatsvinden in verschillende
omgevingen: zowel in profit als non profit.
Cynefin framework = een raamwerk dat ons helpt om te begrijpen welk gedrag succesvol werkt
in een bepaalde context; we onderscheiden 5 verschillende contexten
- Simpele context
- Ingewikkelde context
- Complexe context
- Chaos context
- Onduidelijke context
Sociale innovatie = een innovatieve oplossing op een maatschappelijke belangrijke uitdaging,
die resulteert in een product, dienst, organisatiemodel en/ of methode. De
innovatie is een maatschappelijke behoefte die aangepakt moet worden.
- Veranderlijk
- Wendbaar
- Slimmer inzetten van talenten
- Samen met anderen
SDG’s = uitdagingen die mondiaal moeten worden aangepakt worden op 5
verschillende niveaus:
- Planet
- People
- Peace
- Partnership
- Prospertity
Ondernemend vermogen = kansen zien, kansen benutten en daarmee waarde creëren voor jezelf en
anderen. We veranderen van richting naar circulair, regeneratief en
ecologisch.
Circulair ondernemerschap = heet drijven van een onderneming op basis van een circulair productief of
dienstenaanbod adhv R ladder.
- Refuse
- Rethink
- Reduce
- Re – use
- Repair
- Refurbisch
- Remanufracture
- Re purpose
- Recycle
- Recover
Model van Baetson = ondernemend vermogen aanwakkeeren en inzichtelijk maken voor jezelf
en anderen. Inzicht krijgen op het niveau waar je aan denkt & zich daar te