SAMENVATTING SPORTKLAS LEERJAAR 2
Activiteitomschrijving
Arrangement
Regels
Doelen
Extra’s
Kernactiviteit = een bewegingsactiviteit waarin een bepaald bewegingsprobleem
indringend aan de orde komt.
- Belangrijk als je een kernactiviteit uitvoert:
Is hedendaags
Komt regelmatig terug
Leidt tot leerresultaten
Biedt realisatiemogelijkheden
Biedt mogelijkheid om reguleringsdoelen aan orde te stellen
Verwante activiteiten = activiteiten die vaak heek aantrekkelijk zijn voor een bepaalde
leeftijdsgroep en die ook ondersteunend kunnen zijn bij het boeken van
leerresultaten bij de kernactiviteiten
Voorbeelden: hinkelen en steltlopen op het schoolplein
Uitbouwfactoren bij:
Het arrangement
De uitvoeringswijze
De reguleringswijze
Voorbeeld: balanceren
Kernactiviteit: Gaan over recht balanceerbalk Groep Uitbouwfactoren:
Verwante activiteit: elastische koord 1/2 Van brede naar smalle balk
Kernactiviteit: Gaan over schuin vlak Groep Van korte naar lange vlakken
Verwante activiteit: steltlopen 3/4 Van horizontale naar schuine vlakken
Kernactiviteit: Gaan over half instabiel balanceerbalk Groep Van stabiele naar labiele vlakken
Verwante activiteit: voortbewegen op balanceerbal 5/6
Kernactiviteit: Gaan over instabiel balanceerbalk Groep
Verwante activiteit: voortbewegen op strak draad 7/8
Vier niveaus:
- Zorgniveau
- Niveau 1
- Niveau 2
- Niveau 3
, Reguleringsdoelen:
Arrangement De leerling kan een veilig bewegingsarrangement helpen inrichten
De leerling kan het arrangement herstellen en aanpassen
Regelingen De leerling kan handelen volgens afgesproken regels
De leerling kan afspraken maken over team- en groepsindeling
De leerling kan taken en functies verdelen en wisselen
De leerling kan hulp verlenen bij bewegingsactiviteiten
Reflecteren De leerling kan reflecteren over het eigen handelen en reflecteren over de
activiteiten
De leerling kan een inschatting maken van eigen bewegingsmogelijkheden
De leerling kan anderen stimuleren en coachen
Concentrisch leerproces:
Bewegingsprobleem in verschillende arrangementen regelmatig succesvolle
deelnames volgende stap niveaudoorbraak
Voorbeeld:
aanzweven bij steunspringen waardoor het mogelijk wordt om de meegenomen
rotatie om te zetten en een tweede zeeffase in te zetten.
Betekenisvolle activiteiten = activiteiten waarin kinderen zich thuis voelen, passen bij
ontwikkelingsniveau en aansluiten bij actuele speelwereld
Activiteitomschrijving
Arrangement
Regels
Doelen
Extra’s
Kernactiviteit = een bewegingsactiviteit waarin een bepaald bewegingsprobleem
indringend aan de orde komt.
- Belangrijk als je een kernactiviteit uitvoert:
Is hedendaags
Komt regelmatig terug
Leidt tot leerresultaten
Biedt realisatiemogelijkheden
Biedt mogelijkheid om reguleringsdoelen aan orde te stellen
Verwante activiteiten = activiteiten die vaak heek aantrekkelijk zijn voor een bepaalde
leeftijdsgroep en die ook ondersteunend kunnen zijn bij het boeken van
leerresultaten bij de kernactiviteiten
Voorbeelden: hinkelen en steltlopen op het schoolplein
Uitbouwfactoren bij:
Het arrangement
De uitvoeringswijze
De reguleringswijze
Voorbeeld: balanceren
Kernactiviteit: Gaan over recht balanceerbalk Groep Uitbouwfactoren:
Verwante activiteit: elastische koord 1/2 Van brede naar smalle balk
Kernactiviteit: Gaan over schuin vlak Groep Van korte naar lange vlakken
Verwante activiteit: steltlopen 3/4 Van horizontale naar schuine vlakken
Kernactiviteit: Gaan over half instabiel balanceerbalk Groep Van stabiele naar labiele vlakken
Verwante activiteit: voortbewegen op balanceerbal 5/6
Kernactiviteit: Gaan over instabiel balanceerbalk Groep
Verwante activiteit: voortbewegen op strak draad 7/8
Vier niveaus:
- Zorgniveau
- Niveau 1
- Niveau 2
- Niveau 3
, Reguleringsdoelen:
Arrangement De leerling kan een veilig bewegingsarrangement helpen inrichten
De leerling kan het arrangement herstellen en aanpassen
Regelingen De leerling kan handelen volgens afgesproken regels
De leerling kan afspraken maken over team- en groepsindeling
De leerling kan taken en functies verdelen en wisselen
De leerling kan hulp verlenen bij bewegingsactiviteiten
Reflecteren De leerling kan reflecteren over het eigen handelen en reflecteren over de
activiteiten
De leerling kan een inschatting maken van eigen bewegingsmogelijkheden
De leerling kan anderen stimuleren en coachen
Concentrisch leerproces:
Bewegingsprobleem in verschillende arrangementen regelmatig succesvolle
deelnames volgende stap niveaudoorbraak
Voorbeeld:
aanzweven bij steunspringen waardoor het mogelijk wordt om de meegenomen
rotatie om te zetten en een tweede zeeffase in te zetten.
Betekenisvolle activiteiten = activiteiten waarin kinderen zich thuis voelen, passen bij
ontwikkelingsniveau en aansluiten bij actuele speelwereld